Programma 528 - 2 onafhankelijke kringen en onafhankelijke branderaansturing
S1
A1
S2
S1
S3
min1
min2
diff1
diff2
A1
S2
S4
max1
max2
Programma 528: De pomp A1 loopt, indien:
S1 groter als de drempelwaarde min1 is en S1 met differentie diff1 hoger is als S2
en S2 de drempelwaarde max1 niet heeft overschreden.
De pomp A2 loopt, indien:
S3 groter als de drempelwaarde min2 is en S3 met differentie diff2 hoger is als S4
en S4 de drempelwaarde max2 niet heeft overschreden.
De uitgang A3 schakelt in, indien S6 de drempelwaarde min3 onderschrijdt.
De uitgang A3 schakelt uit (dominant), indien S5 de drempelwaarde max3 overschrijdt.
A1 = S1 > (S2 + diff1) & S1 > min1 & S2 < max1
A2 = S3 > (S4 + diff2) & S3 > min2 & S4 < max2
A3 (aan) = S6 < min3
Alle programma's +1: De branderaansturing ( A3 ) geschiedt alleen over de sensor S6 .
A3 (aan) = S6 < min3
S3
SP1
Brander
A3
S6 min3
S5 max3
A2
SP2
A2
A3
S4
Noodzakelijke instellingen:
max1 ... Begrenzing boiler SP1 S2
max2 ... Begrenzing boiler SP2 S4
max3 ... Brander uit boiler SP3 S5
min1 ... Inschakeltemp. coll.1 S1
min2 ... Inschakeltemp. coll.2 S3
min3 ... Brander aan boiler SP3 S6
diff1 ... Collector1 S1 – SP1 S2
diff2 ... Collector2 S3 – SP2 S4
A3 (uit) = S5 > max3
A3 (uit) = S6 > max3 (dominant)
SP3
S6
S5
A1
A2
A3
A1
A2
A3
A1
A2
47