Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Technische Alternative UVR 16x2 Programmeerhandleiding
Technische Alternative UVR 16x2 Programmeerhandleiding

Technische Alternative UVR 16x2 Programmeerhandleiding

Deel 2: functies
Verberg thumbnails Zie ook voor UVR 16x2:
Inhoudsopgave

Advertenties

UVR 16x2
Version V1.18 NL
Vrijprogrammeerbare
universele regeling
Programmering
nl
Deel 2: Functies

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Technische Alternative UVR 16x2

  • Pagina 1 UVR 16x2 Version V1.18 NL Vrijprogrammeerbare universele regeling Programmering Deel 2: Functies...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Algemene informatie ........................ 5 Principeschema van een functiemodule ................5 Keuze van een functie ......................5 Nieuwe functie aanmaken ....................6 Submenu „fiD“ (omschrijving) ....................7 Functie wissen ........................7 Ingangsvariabelen ........................8 Systeemwaardes ....................... 10 Parameters ..........................11 Hysteresen ........................
  • Pagina 4 Melding ..........................102 Mengregeling ........................107 PID-regeling ......................... 109 Profielfunctie ........................114 Sample & Hold ........................117 Schakelklok .......................... 119 Verschalingsfunctie ......................125 Solarkoeling ......................... 127 Solarregeling ........................128 Solarstart / Drainback ......................131 Solarvoorrang ........................134 Start-Stop ..........................136 Synchronisatie ........................
  • Pagina 5: Algemene Informatie

    Algemene informatie Algemene informatie Principeschema van een functiemodule In de regelaar zijn 41 verschillende functies opgenomen. Aan iedere functie worden ingangsvariabelen toegewezen. Via de ingangsvariabelen van de functie ontvangt de module alle voor het interne proces benodigde gegevens. Iedere functie kan via de „Vrijgave“ geactiveerd of gedeactiveerd worden. In de functie worden met behulp van de gegevens en parameterinstellingen de beslissingen en gewenste waardes berekend en als uitgangsvariabelen ter beschikking gesteld.
  • Pagina 6: Nieuwe Functie Aanmaken

    Algemene informatie Na de keuze in het hoofdmenu worden de reeds geprogrammeerde functies met hun omschrijving weergegeven. Voorbeeld van reeds geprogrammeerde functies: Nieuwe functie aanmaken Door de keuze van „Nieuwe functie“ volgt de keuzemogelijkheid van het gewenste functietype. Er kunnen 41 verschillende functies uitgekozen en tot maximaal 128 functies aangemaakt worden.
  • Pagina 7: Submenu „Fid" (Omschrijving)

    Submenu „fiD“ (omschrijving) Submenu „fiD“ (omschrijving) In dit submenu volgt de opgave van de functieomschrijving en er kan een reeds aangemaakte functie worden gewist. Voorbeeld: Analoge functie Opgave van de functieomschrijving door de keuze voorgegeven omschrijvingen uit een „algemene“ betekenisgroep of gebruikersgedefinieerde omschrijvingen. Daarnaast kan aan iedere omschrijving een getal 1 –...
  • Pagina 8: Ingangsvariabelen

    Ingangsvariabelen Ingangsvariabelen Ingangsvariabelen zijn de verbindingen met de sensoren, uitgangsvariabelen van andere functiemodules of andere bronnen. Door de keuze van het symbool worden alle ingangsvariabelen van de functie weergegeven. Door de keuze van een ingangsvariabele worden alle bronnen voor instelling weergegeven. Gebruiker Systeemwaardes Ingangen...
  • Pagina 9 Ingangsvariabelen Worden optionele sensoren niet gebruikt, dan worden de betreffende instelwaardes met een andere kleur weergegeven en kunnen ook niet worden geparametreerd. Voorbeeld: Solarregeling Na de keuze van de bron wordt vastgelegd, welke informatie de bron aan de functie overgeeft. Voorbeeld: CAN-Bus analoog Meetwaarde - de door de sensor gemeten waarde RAS modus - afhankelijk van de schakelaarpositie op de ruimtesensor (RAS, RASPT, RAS-...
  • Pagina 10: Systeemwaardes

    Ingangsvariabelen / Systeemwaardes Systeemwaardes De actuele systeemwaardes worden in het menu „Systeemwaardes“ weergegeven. De volgende Systeemwaardes kunnen voor functie-ingangsvariabelen en CAN- en DL-uitgangen als bron worden gekozen: Algemeen Tijd Datum Systeemwaardes „Algemeen“ Deze systeemwaardes kunnen - bij een betreffende programmering – in een bewaking van het regelsysteem te voorzien.
  • Pagina 11: Parameters

    Parameters Parameters De parameters zijn waardes en instellingen, die alleen door de ingelogde gebruiker bepaald worden. Het zijn instelwaardes, welke het de eindgebruiker mogelijk maken, de regelaar aan zijn systeemeigenschappen aan te passen. Dit menu kan, afhankelijk van de functie, ook in verdere submenu’s opgedeeld zijn.
  • Pagina 12: Functiegroottes (Eenheden)

    Parameters Schematische weergave van de aan- en uitschakeldifferenties aan de hand van MAX- en MIN-drempelwaardes Functiegroottes (eenheden) In veel functies kan uit een veelvoud van functiegroottes worden gekozen. Deze functiegroottes hebben eenheden met verschillend aantal kommaposities. In alle functieberekeningen (uitzondering; Kenlijn-functie) worden de eenheden telkens op de kleinste eenheid omgerekend (l/min op l/h, min, uur en dagen op sec, MWh op kWh, m/s op km/h, m en km op mm, mm/h en mm/min op mm/dag, m³/h en m³/min op m³/dag) Tabel van alle functiegroottes...
  • Pagina 13 Parameters Bij veel functies kan met buttons aan het einde van het parametermenu de functie worden gestart en tellerstanden of meldingen worden gewist. Voorbeelden: Warmtevraag warmwater, eenmalig laden starten Warmtemeting, calibratie starten, calibratie wissen, teller wissen...
  • Pagina 14: Uitgangsvariabelen

    Uitgangsvariabelen Uitgangsvariabelen Uitgangsvariabelen geven de uitkomst van de functiemodule weer. Ze kunnen direct voor het schakelen van een hardwarematige uitgang gebruikt worden, zijn de ingangsvariabelen van een verdere module of zijn met CAN- of DL-Bus-uitgangen verbonden. Een uitgangsvariabele kan ook meervoudig met uitgangen, functie-ingangsvariabelen, CAN- of DL-Bus-uitgangen verbonden worden.
  • Pagina 15: Verbinden Van Uitgangsvariabelen Met Uitgangen

    Uitgangsvariabelen Verbinden van uitgangsvariabelen met uitgangen Voorbeeld: verbinding van de uitgangsvariabelen „Solargroep“ met de uitgangen 1 en 2 Keuze van de uitgangsvariabelen: Selectie van de beide uitgangen: Geselecteerde uitgangen worden in de weergave grafisch uitgelicht weergegeven. Afsluiten van de parametrering Voor de teruggang uit een submenu naar het menu ingangsvariabele of parameters wordt de pijl aangetipt.
  • Pagina 16: Verbindingen

    Verbindingen Verbindingen Hier worden verbindingen met andere functies en CAN-uitgangen weergegeven. Voorbeeld: Functie „Solar 1“ Functies: Een uitgangsvariabele van „Solar 1“ is met een ingangsvariabele van de functie „PID- regeling“ verbonden. „Solarvoorrang“ „Solar „gekoppelde Gekoppelde functie: functie 1“ functie“ geprogrammeerd. CAN-digitale uitgang: Een uitgangsvariabele van „Solar 1“...
  • Pagina 17: Functiestatus

    Functiestatus Functiestatus Door keuze van het plusteken van een reeds aangemaakte functie wordt de functiestatus weergegeven. De weergegeven waardes zijn identiek met de uitgangsvariabelen van de functie. Voorbeeld: Solarfunctie Wordt bij geopende functiestatus het minteken gekozen, klapt de weergave weer dicht.
  • Pagina 18: Analoge Functie

    Analoge functie Analoge functie Basisschema Minimum, Maximum, Gemiddelde waarde , Som, Filter, Multiplexer Functiebeschrijving De analoge functie bepaalt de hoogste of kleinste waarde van de ingangsvariabelen volgens het basisschema. Een Multiplexer kiest uit de ingangsvariabelen een waarde uit en geeft de waarde als uitgangsvariabele uit.
  • Pagina 19: Parameters Minimum, Maximum, Gemiddelde Waarde, Som En Filter

    Analoge functie Parameters Minimum, Maximum, Gemiddelde waarde, Som en Filter Keuze: minimum, maximum, Gem. waarde, Som en Filter Modus (verklaring zie onder) Functiegrootte Er staat een veelvoud aan functiegroottes ter beschikking, welke met eenheid en kommaposities overgenomen worden. Aantal ingangen Opgave van het aantal ingangsvariabelen (maximaal 10) (wordt in modus „Filter“...
  • Pagina 20: Uitgangsvariabelen Multiplexer

    Analoge functie Parameter Multiplexer Modus Multiplexer Functiegrootte Er staat een veelvoud aan functiegroottes ter beschikking, welke met eenheid en kommaposities overgenomen worden. Aantal ingangen Opgave van het aantal ingangsvariabelen (maximaal 10) Offset uitkomst Optionele opgave van een offsetwaarde voor de uitkomst bij Vrijgave (vrijgave = UIT) = uit Offset keuze multiplexer...
  • Pagina 21: Parameters Demultiplexer

    Analoge functie Basisschema Demultiplexer Parameters Demultiplexer Modus Demultiplexer Functiegrootte Er staat een veelvoud aan functiegroottes ter beschikking, welke met eenheid en kommaposities overgenomen worden. Offset uitkomst Optionele opgave van een offsetwaarde voor de waarde bij Vrijgave = (vrijgave = UIT) Offset keuze multiplexer Optionele opgave van een offsetwaarde voor de waarde van de ingangsvariabelen „Keuze Multiplexer“...
  • Pagina 22: Uitgangsvariabelen Demultiplexer

    Analoge functie Uitgangsvariabelen Demultiplexer Uitkomst In de modus Demultiplexer: Weergave altijd 0 Waarde 1 – 10 (wordt Weergave van de waardes volgens de demultiplexerfunctie, optioneel alleen in modus keuze van een analoge uitgang „Demultiplexer“ weergegeven“)  De demultiplexerfunctie benodigt alleen één ingangsvariabele. Deze ingangsvariabele wordt afhankelijk van de waarde van „Keuze Multiplexer“...
  • Pagina 23: Basisschema Helling

    Analoge functie Basisschema Helling Functiebeschrijving Helling In de modus Helling wordt de uitkomst gestaag aan de waarde van ingangsvariabele IV1 aangepast. Met behulp van de ingangsvariabelen 2 en 3 en de intervaltijd wordt de steilheid van deze aanpassing bij stijgende of dalende waarde opgegeven. Schematische weergave Is de steilheid van ingangsvariabele 1 lager als die van de aanpassing, dan...
  • Pagina 24: Ingangsvariabelen Helling

    Analoge functie Ingangsvariabelen Helling Vrijgave Algehele vrijgave van de functie (digitale waarde AAN/UIT) Uitkomst (vrijgave = uit) Analoge waarde voor de uitkomst, indien de vrijgave UIT is Keuze Multiplexer Geen functie in deze modus Ingangsvariabele 1 Analoge waarde voor de berekening volgens modus (gewenste waarde) Ingangsvariabele 2 Analoge differentiewaarde bij stijgende ingangsvariabele 1...
  • Pagina 25: Warmtevraag Cv

    Warmtevraag CV Warmtevraag CV Basisschema Functiebeschrijving Inschakelen van de warmtevraag, indien de temperatuur in de buffer (inschakeltemperatuur T.insch.) onder de “Gew. temperatuur inschakelen” komt en uitschakelen, indien de temperatuur in de onderste bufferzone (uitschakeltemperatuur T.uitsch.) boven de “Gew. temperatuur uitschakelen” stijgt. Wordt de inschakelsensor T.inschak.
  • Pagina 26 Warmtevraag CV ECOBEDRIJF Het ecobedrijf heeft door “Onderdekking” betrekking op een tijdvlak. De onderdekkingsgraad heeft altijd betrekking op 60 minuten. Voor een inschakeltemperatuur T.inschak.GEW van 50°C betekent een onderdekking van 20%: warmtevraag na 30 minuten onder 30°C of na een uur onder 40°C (= 20%) of na twee uur onder 45°C.
  • Pagina 27 Warmtevraag CV Parameters Inschakeltemperatuur T.inschak.GEW Weergave: Inschakeldrempelwaarde op sensor T.insch. Diff. aan Inschakeldifferentie op T.inschak.GEW Diff. uit (alleen Uitschakeldifferentie op T.inschak.GEW weergegeven, indien sensor T.uitsch. niet gedefinieerd is) Uitschakeltemperatuur (alleen weergegeven, indien sensor T.uitsch. gedefinieerd is) Weergave: Uitschakeldrempelwaarde op sensor T.uitsch. T.uitschak.GEW Diff.
  • Pagina 28 Warmtevraag CV Uitgangsvariabelen Status vraag Status warmtevraag AAN/UIT, keuze van de uitgang T.insch. < T.insch.GEW Status AAN, indien de inschakeltemperatuur T.inschak. lager als de gewenste temperatuur T.insch.GEW + Diff. aan is. T.uitsch. < T.uitsch.GEW Status AAN, indien de uitschakeltemperatuur T.uit. lager als de gewenste temperatuur T.uitsch.GEW + Diff.
  • Pagina 29: Koudevraag

    Koudevraag Koudevraag Basisschema Functiebeschrijving Inschakelende koudevraag, indien de inschakeltemperatuur T.insch. boven de “Gew. temperatuur inschakelen” stijgt en uitschakelen, indien de uitschakeltemperatuur T.uitsch. onder de “Gew. temperatuur uitschakelen” daalt. Bij het weglaten van de sensor T.uit. geschiedt zowel het inschakelen als ook de uitschakeling via de sensor T.insch..
  • Pagina 30 Koudevraag Parameters Inschakeltemperatuur Weergave: Inschakeldrempelwaarde op sensor T.inschak. T.inschak.GEW Diff. aan Inschakeldifferentie op T.inschak.GEW Diff. uit (alleen Uitschakeldifferentie op T.inschak.GEW weergegeven, indien sensor T.uitsch. niet gedefinieerd is) Uitschakeltemperatuur (alleen weergegeven, indien sensor T.uitsch. gedefinieerd is) Weergave: Uitschakeldrempelwaarde op sensor T.uitsch. T.uitschak.GEW Diff.
  • Pagina 31 Koudevraag Uitgangsvariabelen Status vraag Status koudevraag AAN/UIT, keuze van de uitgang T.insch. > T.insch.GEW Status AAN, indien de inschakeltemperatuur T.inschak. hoger als de gewenste temperatuur T.insch.GEW + Diff. aan is T.uitsch. > T.uitsch.GEW Status AAN, indien de uitschakeltemperatuur T.uit. hoger als de gewenste temperatuur T.uitsch.GEW + Diff.
  • Pagina 32: Warmtevraag Warmwater

    Warmtevraag warmwater Warmtevraag warmwater Basisschema Functiebeschrijving Inschakelen warmtevraag, indien temperatuur boiler boven (warmwatertemperatuur T.ww.boven) onder de door de tijdvoorwaarde vastgelegde gewenste temperatuur daalt. Uitschakelen, indien de temperatuur in de boiler onder (warmwatertemperatuur T.ww.onder) boven de door de tijdvoorwaarde vastgelegde gewenste temperatuur stijgt. Het is echter ook mogelijk, aan- en uitschakelen alleen door de sensor boven T.ww.boven te laten geschieden.
  • Pagina 33 Warmtevraag warmwater Ingangsvariabelen Vrijgave Algehele vrijgave van de functie (digitale waarde AAN/UIT) Warmwatertemp. boven Analoog ingangssignaal van de boilertemperatuur boven Optioneel: Analoog ingangssignaal van de boilertemperatuur onder Warmwatertemp. onder Digitaal ingangssignaal AAN/UIT (bv. van de functie „Schakelklok“) Status tijdvoorwaarde Analoge waarde voor de gewenste warmwatertemperatuur boven Gew.
  • Pagina 34 Warmtevraag warmwater  Gereed laden: Staat de ingangsvariabele op UIT en vindt momenteel een belading op T.ww.GEW plaats terwijl het tijdvenster eindigt (omschakeling op T.ww.MIN), dan wordt direct naar de gewenste temperatuur T.ww.MIN omgeschakeld. Staat de ingangsvariabele echter op AAN, wordt in dit geval de lading op T.ww.GEW afgerond en pas daarna naar de gewenste temperatuur T.ww MIN omgeschakeld.
  • Pagina 35 Warmtevraag warmwater Uitgangsvariabelen Uitgave van de effectief (=actuele) gewenste temperatuur boven, Effectieve gew.temp. afhankelijk van de status tijdvoorwaarde Gew.temperatuur Uitgave van de gewenste temperatuur boven (T.ww.GEW boven + offsetwaarde) Status vraag Status warmtevraag AAN/UIT, keuze van de uitgang Opwekkerverm. Uitgave van het opwekkervermogen in % met 1 kommapositie T.ww.boven <...
  • Pagina 36: Bereikfunctie

    Bereikfunctie Bereikfunctie Functiebeschrijving In de bereikfunctie kunnen tot maximaal 10 drempelwaardes gedefinieerd worden. Een gedefinieerde referentiewaarde wordt met deze drempelwaardes vergeleken. Voor ieder bereik wordt, afhankelijk van de modus, de status aan de uitgangsvariabelen uitgegeven. Ingangsvariabelen Vrijgave Algehele vrijgave van de functie (digitale waarde AAN/UIT) Referentiewaarde Analoog ingangssignaal van de te bewaken referentiewaarde Drempelwaarde...
  • Pagina 37 Bereikfunctie Uitgangsvariabelen Status < A Status AAN, indien de referentiewaarde kleiner als de drempelwaarde A is Status A-B Status AAN, indien de gekozen modus opgaat ....Status x-xx x = drempelwaarde 1 stap onder de hoogst gedefinieerde drempelwaarde xx = hoogst gedefinieerde drempelwaarde Status >...
  • Pagina 38: Beschaduwingsfunctie

    Beschaduwingsfunctie Beschaduwingsfunctie Functiebeschrijving De beschaduwingsfunctie levert de opgaven voor de jalouziefunctie aan de hand van bouwwijze, zonnestand, en gebouwbeperkingen. Men kan tussen auto- en handbedrijf omschakelen. In de parameterinstellingen dienen nauwkeurige gegevens betreffende de jaloezieën, de hemelsrichting van de ramen en beperkingen door bouwkundige eigenschappen opgegeven te worden.
  • Pagina 39 Beschaduwingsfunctie Parameters Lamellenjalouzie: opgave Ja Lamellen Rolluik: opgave Nee Breedte (Weergave alleen bij Opgave van de lamellenbreedte in mm (zie afbeelding 1) Lamellen: Ja) Afstand (Weergave alleen bij Opgave van de lamellenafstand in mm (zie afbeelding 1) Lamellen: Ja) Vensterinstellingen Hemelrichting Opgave van de hemelsrichting van het venster (zie afbeelding 2): Noord = 0°...
  • Pagina 40 Beschaduwingsfunctie  Afbeelding 1: lamellenafmetingen  Afbeelding 2: hemelsrichting, Diff.aan, Diff.uit (weergave: plattegrond)
  • Pagina 41 Beschaduwingsfunctie  Afbeelding 3: maximale en minimale zonnehoogte (weergave: aanzicht) Uitgangsvariabele Gewenste positie Uitgave van 2 procentuele waardes: autobedrijf procentuele waarde: lamellenpositie, 0% = horizontaal, 100% = verticaal procentuele waarde: 0% = jalouzie cq. rolluik boven, 100% = onder Status autobedrijf Status AAN, indien autobedrijf Status UIT, indien handmatige beschaduwing gestart of indien vrijgave of vrijgave autobedrijf UIT is.
  • Pagina 42: Ruimteregeling

    Ruimteregeling Ruimteregeling Functiebeschrijving De functie is specifiek voor het aansturen van zoneventielen voor verwarmen en/of koelen van ruimtes gedacht. Middels drempelwaardes voor ruimtetemperatuur bedrijfskeuzeschakelaar op de ruimtesensor kan tussen verwarmen en koelen omgeschakeld worden. Uitschakelvoorwaarden verhinderen het verwarmen cq. koelen boven cq. onder grenswaardes van de buitentemperatuur.
  • Pagina 43 Ruimteregeling Parameters Ruimtetemperatuur Gew.temperatuur Weergave van de gewenste ruimtetemperatuur + offsetwaarde, welke door de ingangsvariabelen opgegeven wordt. Verw. diff. AAN Inschakeldifferentie op de gewenste ruimtetemperatuur in verwarmingsbedrijf. Verw. diff. UIT Uitschakeldifferentie op de gewenste ruimtetemperatuur in verwarmingsbedrijf Koelen diff.AAN Inschakeldifferentie op de gewenste ruimtetemperatuur in koelbedrijf Koelen diff.UIT Uitschakeldifferentie op de gewenste ruimtetemperatuur in koelbedrijf Vloertemperatuur...
  • Pagina 44: Parameters Submenu Gemiddelde Waarde

    Ruimteregeling VLOERTEMPERATUUR Middels de parameters voor de vloertemperatuur wordt de begrenzing van de vloertemperatuur door maximale- en minimale drempelwaardes vastgelegd. De samenhang met de gewenste ruimtetemperatuur is in verwarmings- en koelbedrijf verschillend. Verwarmingsbedrijf Onderschrijdt de vloertemperatuur de minimale drempelwaarde Min.diff.AAN, dan wordt het verwarmingsbedrijf onafhankelijk van de ruimtetemperatuur tot aan het overschrijden van de drempelwaarde Min.diff.
  • Pagina 45 Ruimteregeling Uitgangsvariabelen Eff.gew. ruimtetemp. Uitgave van de effectief (=actuele) gewenste ruimtetemperatuur, welke door ingangsvariabele offsetwaarde vorstbeveiligingsbedrijf opgegeven wordt. Verwarmen Status AAN, indien verwarmingsbedrijf actief is. Koelen Status aan, indien koelbedrijf actief is. Status aan, indien verwarmings- of koelbedrijf actief zijn. Ventiel openen Ventiel sluiten Status AAN, indien noch verwarmingsbedrijf- noch koelbedrijf actief...
  • Pagina 46: Energiemeter

    Energiemeter Energiemeter Functiebeschrijving De Energiemeter neemt uit andere bronnen (bv. CAN-energiemeter CAN-EZ) de analoge waarde van het vermogen over en telt aan de hand van deze waarde de energie. Ingangsvariabelen Vrijgave Algehele vrijgave van de functie (digitale waarde AAN/UIT) Vermogen Analoge waarde voor het vermogen in kW (2 kommaposities) Reset teller Digitaal ingangssignaal AAN/UIT voor de reset van de teller...
  • Pagina 47 Energiemeter Uitgangsvariabelen Vermogen Uitgave van het vermogen met inachtneming van de factor Teller vandaag Teller gisteren Teller deze week Teller vor. week Teller deze maand Weergave tellerstanden Teller vor. maand Teller dit jaar Teller vorig jaar kWh totaal Bedrag vandaag Bedrag gisteren Bedrag week Bedrag vor.
  • Pagina 48: Gradiëntherkenning

    Gradiëntherkenning Gradiëntherkenning Functiebeschrijving In deze functie zijn 2 verschillende modi te selecteren: Met de Flankherkenning wordt de richting van een waardeverandering met verschillende methodes herkend en in de uitgangsvariabelen uitgegeven. Tegelijkertijd geschiedt de uitgave van de minima en maxima. Met de Gradiëntherkenning wordt de snelheid van een waardeverandering met een ingestelde waarde (bv.
  • Pagina 49 Gradiëntherkenning Grafiek flankherkenning / flank positief / geen reset-signaal / geen Quasi-Peak...
  • Pagina 50 Gradiëntherkenning Grafiek flankherkenning / flank positief / reset-signaal / geen Quasi-Peak...
  • Pagina 51 Gradiëntherkenning Grafiek flankherkenning / flank negatief / geen reset-signaal / geen Quasi-Peak...
  • Pagina 52 Gradiëntherkenning Grafiek flankherkenning / flank positief / geen reset-signaal / Quasi-Peak...
  • Pagina 53 Gradiëntherkenning Grafieken flankherkenning / flank positief / geen reset-signaal / Quasi-Peak verdere voorbeelden Eerst langzaam stijgende temperatuur. Tot aan het eerste maximum is de differentie op het minimum + Quais-Peak niet bereikt. Pas tijdens de volgende, steilere temperatuurstijging wordt de differentie overschreden en de uitgang Status schakelt op AAN cq.
  • Pagina 54 Gradiëntherkenning Grafiek flankherkenning / flank negatief / geen reset-signaal / Quasi-Peak...
  • Pagina 55: Parameters Gradiëntherkenning

    Gradiëntherkenning Parameters gradiëntherkenning Functiegrootte Er staat een veelvoud aan functiegroottes ter beschikking, welke met eenheid en kommaposities overgenomen worden. Modus Keuze: Gradiëntherkenning Gradiënt Opgave van de gewenste gradiënt in waardeverandering/ tijdseenheid. De waardeverandering wordt door de ingangsvariabele „Differentie“ vastgelegd. Bij opgave van een negatieve waarde voor de waardeverandering wordt een dalende gradiënt herkend.
  • Pagina 56 Gradiëntherkenning Uitgangsvariabelen Flankherkenning: Sensorwaarde na het bereiken van de differentie Waarde bij positieve (stijgende) of negatieve (dalende) flank Gradiëntherkenning: Weergave altijd 0 Status Flankherkenning: Status AAN na het bereiken van de differentie bij positieve (stijgende) of negatieve (dalende) flank (= flank herkend). Status UIT, indien de differentie na een maximum (positieve flank) of minimum (negatieve flank) weer overschreden wordt (zie grafieken).
  • Pagina 57: Cv-Groepregeling

    Cv-groepregeling Cv-groepregeling Basisschema Functiebeschrijving Mengregeling voor een cv-groep op basis van de buiten- en ruimtetemperatuur met in achtneming van de via de schakeltijden vastgelegde verwarmings- en verlaagde temperatuur. Schakeling van de cv-pomp via parameters en omschakeling van de bedrijfswijzen door verschillende ingangsvariabelen mogelijk.
  • Pagina 58 Cv-groepregeling Offset T.ruimte.GEW Analoge offsetwaarde voor de gewenste ruimtetemperatuur Offset T.aanv.GEW Analoge offsetwaarde, welke berekende gewenste aanvoertemperatuur bijgeteld wordt.  Vrijgave cv-groep = uit: De gehele cv-groep is gedeactiveerd (geen vorstbescherming!). De uitgangsvariabelen van de gewenste temperaturen worden op 5°C gesteld. Alle digitale uitgangsvariabelen staan op UIT, daarom blijft ook het mengventiel onveranderd.
  • Pagina 59 Cv-groepregeling Parameters Weergave en keuze van de interne bedrijfsmodus van de cv- Bedrijf groepregeling (zie sectie „Bedrijf“) Ruimtetemperatuur T.ruimte.IS Weergave: Ruimtetemperatuur op ruimtesensor T.ruimte T.ruimte.VERL Gewenste ruimtetemperatuur voor het verlaagd bedrijf tijdens interne bedrijfsstatus T.ruimte.NORM Gewenste ruimtetemperatuur voor het verwarmingsbedrijf tijdens interne bedrijfsstatus Weergave: Effectief gewenste ruimtetemperatuur, welke door de T.ruimte eff.
  • Pagina 60 Cv-groepregeling BEDRIJF Bedrijfsmodus: Daardoor wordt vastgelegd, in welke modus de cv-groepregeling functioneert: o Standby de regelfunctie is uitgeschakeld (vorstbescherming blijft actief), de gewenste aanvoertemperatuur is op +5°C gesteld o Vorstbescherming de vorstbeveiligingsfunctie is geactiveerd. (zie sectie „Vorstbeveiliging“) o Verlaagd de regelaar is op verlaagd bedrijf geschakeld o Normaal de regelaar is op verwarmingsbedrijf (normaal) geschakeld de regelaar neemt de bedrijfsmodus „Feestdag“...
  • Pagina 61 Cv-groepregeling Bedrijfsstatus: De bedrijfsstatus geeft aan, waardoor de bedrijfsmodus gedefinieerd wordt. De bedrijfsstatussen hebben prioriteiten. De hoogste prioriteit heeft de bedrijfsstatus 0, de laagste prioriteit de bedrijfsstatus 6. De actieve bedrijfsstatus is in de functiestatus en in de uitgangsvariabelen zichtbaar. Uitgangsvariabele: De uitgegevens getalswaarde betreft de prioriteit van de actieve bedrijfsstatus volgens de kolom 1 in tabel 2.
  • Pagina 62: Prioriteit Bedrijfsstatus

    Cv-groepregeling Prioriteit Bedrijfsstatus wordt actief, indien Opmerkingen Bedrijfsmodus Kalender Ingangssignaal op de ingangsvariabele „Bedrijfsmodus kalender“ 3 Standby Bedrijfsmodus volgens kalender Bedrijfsmodus Standby volgens 4 Vorstbescherming kalender en vorstbeschermings- voorwaarde voldaan 6 Vakantie Bedrijfsmodus volgens kalender 7 Feestdag Bedrijfsmodus volgens kalender 8 Party Bedrijfsmodus volgens kalender Intern...
  • Pagina 63 Cv-groepregeling Status van cv-pompen en mengventiel afhankelijk van bedrijfsmodus en vrijgaves: Vrijgave Vrijgave Vrijgave Status Status Bedrijfsmodus Cv-groep pomp mengventiel pomp mengventiel Onderhoud AUTO (1) Ext T.aanv.gew Normaal, UIT (2) Verlaagd, Party, Vakantie, AUTO Feestdag AUTO AUTO Standby AUTO Vorstbescherming x…...
  • Pagina 64 Cv-groepregeling KALENDER In de ingangsvariabele „Bedrijfsmodus kalender“ wordt de bedrijfsmodus van een kalenderfunctie uitgekozen. Via de ingangsvariabele „T.ruimte.GEW kalend.“ kan aan door de bedrijfsmodus toegewezen gewenste waarde (=gewenste ruimtetemperatuur) 1, 2 of 3 worden opgegeven. Er is echter ook een andere bron toegestaan (bv. gewenste ruimtetemperatuur kalender van een andere regelaar via het CAN-netwerk).
  • Pagina 65 Cv-groepregeling STOOKLIJN De aanvoertemperatuur wordt berekend aan de hand van de buitentemperatuur en de instellingen van de stooklijn. De stooklijn is op een gewenste ruimtetemperatuur van +20°C berekend en wordt voor andere gewenste ruimtetemperaturen naar rato parallel verschoven. De functie geschiedt de parametrering van de stooklijn met één van de twee methodes: Via de steilheid, zoals in veel verwarmingsregelaars gebruikelijk is.
  • Pagina 66 Cv-groepregeling stooklijn „steilheid“: stooklijn „Temperatuur“ (Voorbeelden): Instelwaarde „T.aanv. -20°C“ Instelwaarde „T.aanv. +10°C“ Gewenste aanvoertemperatuur Gew.aanvoertemp. bij +10°C buiten bij -20°C buiten...
  • Pagina 67: Parameters Submenu Stooklijn

    Cv-groepregeling Parameters submenu Stooklijn Regeling Keuze: Modus Buitentemperatuur of modus Vaste waarde Stooklijn Keuze: Temperatuur of Steilheid (Weergave alleen Modus „buitentemperatuur“) ruimtetemperatuur wordt voor berekening Ruimte-invloed aanvoertemperatuur met xx% in acht genomen (niet-lineaire invloed), van 0 - 90% instelbaar. De ruimte-invloed is ook in de modus Vaste waarde actief. De voorafgegane uitschakeltijd van de cv-pomp leidt tot een (in tijd Inschakelverhoging afnemende) verhoging van de aanvoertemperatuur (maximaal op...
  • Pagina 68: Parameters Submenu Uitschakelvoorwaarden (En Gedrag Mengventiel)

    Cv-groepregeling Parameters submenu Gemiddelde waarde (van de buitentemperatuur) Schommelende buitentemperaturen zijn bij de berekening van de aanvoertemperatuur cq. als basis voor het schakelen van de cv-pomp ongewenst. Daarom staat voor de berekening van de stooklijn, evenals voor het uitschakelen van de cv-pomp, een aparte gemiddelde meting van de buitentemperatuur ter beschikking.
  • Pagina 69: Parameters Submenu Vorstbeveiliging

    Cv-groepregeling als pomp cv-grp = UIT Gedrag mengventiel na het uitschakelen van de pomp (behalve bij vrijgave cv-groep = uit): Keuze: sluiten, openen, onveranderd, (verder)regelen Mengventiel als vrijg. mengv. = UIT Gedrag mengventiel bij vrijgave mengventiel = uit: Mengventiel Keuze: sluiten, openen, onveranderd ...
  • Pagina 70 Cv-groepregeling Uitgangsvariabelen Gew.aanvoertemp. Uitgave van de actuele gewenste aanvoertemperatuur volgens de tabel 3 „Gewenste (voor aanvoertemperatuur“ aansturing mengventiel) Eff.gew. ruimtetemp. Uitgave van de effectief (=actuele) gewenste ruimtetemperatuur Cv-pomp Status cv-pomp AAN/UIT, keuze van de uitgang Mengventiel open/dicht Status mengventiel OPEN/UIT/DICHT, keuze van de schakeluitgangen (uitgangspaar) Mengventiel 0 –...
  • Pagina 71 Cv-groepregeling  Mengventiel 0 – 100%: Verschaling van de analoge uitgang: 0 = 0,00V / 1000 = 10,00V  De resterende looptijd wordt van 20 minuten teruggeteld, indien een uitgangspaar (aansturing mengventiel) met de uitgangsvariabele „Mengventiel open/dicht“ verbonden is. Is geen uitgangspaar verbonden, dan begint de resterende looptijd bij 2 minuten te lopen. ...
  • Pagina 72: Jalouziesturing

    Jalouziesturing Jalouziesturing Functiebeschrijving De jalouziesturing neemt in autobedrijf de gewenste positie van de beschaduwingsfunctie over. Door digitale ingangssignalen (jalouzieknop/ -schakelaar) is het mogelijk in handbedrijf om te schakelen en de jalouzie te openen of te sluiten cq. de lamellen horizontaal te zetten. Een veiligheidsafschakeling, welke bv.
  • Pagina 73 Jalouziesturing Parameters Jalouzie-instellingen Looptijd lamellen Looptijd van de lamellen van horizontaal tot gesloten Dode tijd lamellen Dode tijd tussen een richtingswijziging, correctiemogelijkheid bij slijtage door langdurig gebruik van de jalouzie Vertragingstijd Instelling van een vertragingstijd bij richtingswijziging richtingswijziging Instelling van een vertragingstijd voor commando’s in autobedrijf Vertragingstijd Handbedrijf Wordt de drukkertijd lang van de ingangssignalen „Jalouzie open“...
  • Pagina 74 Jalouziesturing Uitgangsvariabele Jalouzie open/dicht Status jalouzie OPEN/UIT/DICHT, keuze van de schakeluitgangen (uitgangspaar) Gewenste positie Voorgegeven gewenste positie Uitgave van 2 procentuele waardes: procentuele waarde: lamellenpositie, 0% = horizontaal, 100% = verticaal procentuele waarde: jalouzie boven (= 0%) of onder (= 100%) Actuele positie Actuele positie, kan bij korte lamellen- of motorlooptijden t.o.v.
  • Pagina 75: Kalender

    Kalender Kalender Functiebeschrijving De kalenderfunctie maakt het mogelijk, de cv-groepregeling in de bedrijfsmodi Party, Vakantie, Standby en/of Feestdag in de prioriteit 3 te zetten. Daarvoor staan 10 datumvensters ter beschikking. Aan iedere bedrijfsmodus kunnen 3 verschillende gewenste temperaturen toegewezen worden. Het is echter ook mogelijk, in de opgegeven datumvensters gewenste waardes en status voor andere functies uit te geven.
  • Pagina 76: Parameters Submenu Feestdag

    Kalender Parameters submenu Feestdag indientijdvenster Gewenste waarde bij optreden van het tijdvenster voldaan Gew.waarde 1 Opgave van de analoge gewenste waarde 1 Gew.waarde 2 Opgave van de analoge gewenste waarde 2 Gew.waarde 3 Opgave van de analoge gewenste waarde 3 indientijdvenster niet Gewenste waarde buiten het tijdvenster voldaan...
  • Pagina 77: Cascade

    Cascade Cascade Functiebeschrijving Coördinatie van tot maximaal 8 cascadetrappen met minimale looptijd en vertragingstijd. Door de ingangsvariabelen voor de cascadetrappen krijgt de module de informatie voor de status van de betreffende aansturingen. Het digitale ingangssignaal voor de cascadetrappen kan van de functies warmtevraag CV, warmtevraag WW of koudevraag komen.
  • Pagina 78 Cascade Uitgangsvariabelen Aansturing opwekker Status AAN/UIT opwekker A-H, keuze A - H schakeluitgangen Status trap 1 – 8 Status AAN/UIT van de opwekkertrappen 1-8 Bedrijfsuren A – H Uitgave van de actuele bedrijfsuren van opwekkers A-H Vertrag.teller opwekk. Uitgave van de aflopende actuele vertragingstijd (vanaf het inschakelen van de 1 vraag) Teller min.looptijd A - H...
  • Pagina 79 Cascade Voorbeeld 1 2-voudige ketelcascade met 2 warmtevragen (met alleen een inschakelsensor) Voorbeeld 1: ingangsvariabelen Warmtevraag cv 1 Gew. temperatuur Functie / Warmtevraag warmwater / Effectiefe gew. temp. inschakelen Voorbeeld 1: parameters Warmtevraag cv 1 Inschakel-temperatuur T.inschak.GEW Effectief gewenste temperatuur van de Warmtevraag warmwater Diff.
  • Pagina 80: Looptijddiagram Voor Het Voorbeeld

    Cascade Looptijddiagram voor het voorbeeld 1: Aanname: plotselinge verhoging van de gewenste aanvoertemperatuur naar 55°C (= effectief gewenste temperatuur van de Warmtevraag warmwater)
  • Pagina 81: Voorbeeld 2: Ingangsvariabelen Cascade

    Cascade Voorbeeld 2 Automatisch wisselen van pompen In grotere systemen wordt een tweede pomp als backup-reserve ingezet. Er is in normaal bedrijf altijd alleen één pomp ingeschakeld. Om een gelijkmatig gebruik van de pompen te bereiken, kan met behulp van de cascadefunctie een automatische wisseling van pompen worden gemaakt. Voorbeeld 2: ingangsvariabelen Cascade Vrijgave Vrijgave opwekker A...
  • Pagina 82: Kenlijn-Functie

    Kenlijn-functie Kenlijn-functie Basisschema Voorbeelden van een 3D-kenlijnveld en een 2D-kenlijn Functiebeschrijving De kenlijn-functie maakt het mogelijk op basis van waardes X en Y een Z-waarde te berekenen (3D-kenlijnveld). De waardes kunnen ook in het negatieve bereik voorkomen. In het voorbeeld van het basisschema zijn voor 5 X-waardes en 4 Y-waardes 20 Z-waardes gedefinieerd.
  • Pagina 83 Kenlijn-functie Parameters Functiegrootte X Voor iedere waarde kan een eigen functiegrootte worden opgegeven. Functiegrootte Y Er staat een veelvoud aan functiegroottes ter beschikking, welke met eenheid en kommaposities overgenomen worden. Functiegrootte Z Aantal X waardes Vastlegging van het aantal betreffende waardes. Er kunnen per as maximaal 10 waardes worden opgegeven (dat geeft maximaal 10x10 Aantal Y waardes = 100 gedefinieerde Z-waardes)
  • Pagina 84 Kenlijn-functie  Worden alleen 2 X- en 2 Y-waardes gedefinieerd, dan ontstaat er een recht vlak in het 3D- kenlijnveld. Voorbeeld: Uitgangsvariabelen Uitkomst Z Uitgave van de uitkomst van de berekening (analoge waarde met eenheid en kommaposities van de gekozen functiegrootte voor Z) ...
  • Pagina 85 Kenlijn-functie  Er geschiedt geen extrapoleren voor waardes buiten het gedefinieerde bereik. Ligt een punt buiten de gedefinieerde punten, dan wordt de hoogte van het punt uitgegeven, waarop deze het kenlijnveld cq. de kenlijn heeft verlaten. Voorbeeld voor 2 waardes buiten de gedefinieerde punten (kenlijnveld voor X = 1 tot X = 5 en Y =1 tot Y =4):...
  • Pagina 86: Controlefunctie

    Controlefunctie Controlefunctie Functiebeschrijving Met de controlefunctie kunnen bedrijfstoestanden worden bewaakt. Een controlewaarde kan op onder- of overschrijden van een instelbare drempelwaarde worden gecontroleerd. Hiermee is ook een controle op kortsluiting of onderbreking van een sensor mogelijk. Bij het gebruik van 2 controlewaardes kan de differentie tussen de beide controlewaardes bewaakt worden.
  • Pagina 87 Controlefunctie  De vertragingstijd heeft alleen betrekking op het inschakelen van de uitgangsvariabele „Fout“, „Fout minimale waarde“ of „Fout maximale waarde“. Wordt Diff.uit weer onder- cq. overschreden, geschiedt geen vertraging. Uitgangsvariabelen Fout Status AAN na afloop van de vertragingstijd, indien de controlewaarde de minimale waarde + Diff.aan onderschrijdt of de maximale waarde + Diff.aan overschrijdt, keuze van een uitgang, actief in alle modi.
  • Pagina 88: Koelgroepregeling

    Koelgroepregeling Koelgroepregeling Basisschema Functiebeschrijving Mengregeling voor koelgroep basis voorgegeven gewenste- begrenzingstemperaturen. Via de status tijdvoorwaarde kunnen de toegestane koeltijden vastgelegd worden. uitschakeling pomp koelgroep wordt parameterinstellingen vastgelegd. Ingangsvariabelen Vrijgave Algehele vrijgave van de functie (digitale waarde AAN/UIT) Vrijgave pomp Vrijgave van de pomp koelgroep (digitale waarde AAN/UIT) Vrijgave mengv.
  • Pagina 89 Koelgroepregeling  Vrijgave pomp = uit: De pomp wordt uitgeschakeld, het mengventiel gedraagt zich volgens „Pomp instelling uitschakelvoorwaarden voor koelgroep= UIT“, uitgangsvariabelen blijven actief zoals bij vrijgave pomp AAN (uitgezonderd pomp koelgroep en mengventiel).  Bij status tijdvoorwaarde UIT is de koelgroepregeling uitgeschakeld, alleen een kalender- bedrijfsmodus is actief.
  • Pagina 90 Koelgroepregeling Parameters submenu Uitschakelvoorwaarden UITSCHAKELVOORWAARDEN en gedrag mengventiel De regelaar beschikt over de volgende uitschakelvoorwaarden voor de pomp koelgroep: als T.ruimte Uitschakeling, indien de gewenste ruimtetemperatuur (+offsetwaarde) IS < GEW onderschreden wordt Diff. aan Inschakeldifferentie op de effectief gewenste ruimtetemperatuur Diff.
  • Pagina 91 Koelgroepregeling Uitgangsvariabelen Gew.aanvoertemperatuur Uitgave van de actuele gewenste aanvoertemperatuur Eff.gew.ruimtetemp. Uitgave van de effectief (=actuele) gewenste ruimtetemperatuur Pomp koelgroep Status pomp koelgroep AAN/UIT, keuze van de uitgang Mengv. open/dicht Status mengventiel OPEN/UIT/DICHT, keuze schakeluitgangen (uitgangspaar) Mengv. 0 - 100% Uitgave van een procentuele waarde met een kommapositie voor de aansturing van een mengventiel met 0-10V-ingang via een analoge uitgang (A12- A16) Vervrgd.inschak.
  • Pagina 92: Laadpomp

    Laadpomp Laadpomp Basisschema Functiebeschrijving De laadpomp A wordt ingeschakeld, indien de aanvoertemperatuur T.laadgrp boven de minimale temperatuur en met een differentie hoger als de referentietemperatuur T.ref is. Daarnaast mag T.ref nog niet zijn maximale begrenzing hebben bereikt. Ingangsvariabelen Vrijgave Algehele vrijgave van de functie (digitale waarde AAN/UIT) Aanvoertemp.
  • Pagina 93 Laadpomp Parameters Aanvoertemp. laadgroep Weergave: Inschakeldrempelwaarde sensor T.laadgrp T.laadgrp. MIN („energiebron“) Diff. aan Inschakeldifferentie op T.laadgrp. MIN Diff. uit Uitschakeldifferentie op T.laadgrp. MIN Referentie temperatuur T.ref. MAX Weergave: Uitschakeldrempelwaarde (boilerbegrenzing) Diff. aan Inschakeldifferentie op T.ref. MAX Diff. uit Uitschakeldifferentie op T.ref. MAX Diff.
  • Pagina 94: Legionella-Functie

    Legionella-functie Legionella-functie Functiebeschrijving Voor het voorkomen van het vormen van legionella in boilers bewaakt de functie de temperatuur in de boiler. Werd de opgegeven gewenste temperatuur op de te bewaken sensor in de intervaltijd voor de duur van de desinfectieduur niet bereikt, wordt de functie gestart. De uitgangstoestand blijft vanaf het bereiken van de gewenste temperatuur voor de desinfectieduur op AAN.
  • Pagina 95 Legionella-functie Uitgangsvariabelen Desinfecteren Status van de functie AAN/UIT, keuze van de uitgang Opwekkerverm. Uitgave van het opwekkervermogen in % met een kommapositie, keuze van de analoge uitgang (0-10V of PWM) Teller desinfect Weergave van de aflopende desinfectieduur  De teller desinfectie loopt gedurende de intervaltijd af, indien de gewenste temperatuur + Diff.
  • Pagina 96: Logische Functie

    Logische functie Logische functie Basisschema Functiebeschrijving De logische functie genereert uit maximaal 10 digitale ingangen op basis van logische parameters een digitale uitkomst. Ingangsvariabelen Vrijgave Algehele vrijgave van de functie (digitale waarde AAN/UIT) Uitkomst (vrijgave = uit) Digitale waarde voor de uitgangsvariabele uitkomst, indien de vrijgave UIT is Inv.
  • Pagina 97 Logische functie Parameters Keuze: OF, EN, FLIP FLOP, Exclusief of Modus (verklaring: zie onder) Aantal ingangen Opgave van het aantal ingangsvariabelen Variabele 1-(maximaal) 10 Weergave van de variabelen  Via de modus wordt uit de ingangsvariabelen de volgende uitkomst als uitgangsvariabele gegenereerd: o OF: uitkomst = AAN, indien ten minste één ingang AAN is.
  • Pagina 98 Logische functie Waardetabel aan de hand van twee ingangen + vrijgave: Vrijgave Ingang 1 Ingang 2 Uitgang Inv. uitgang Opmerkingen Vrijgave Ingang 1 Ingang 2 Uitgang Inv. uitgang Opmerkingen FLIP FLOP Vrijgave Ingang 1 Ingang 2 Uitgang Inv. uitgang Opmerkingen toestand van voorheen E1 opgeslagen toestand van voorheen...
  • Pagina 99: Rekenfunctie

    Rekenfunctie Rekenfunctie Functiebeschrijving De rekenfunctie levert uit 4 waardes van de analoge ingangsvariabelen op basis van verschillende rekenopgaves en functies 4 verschillende rekentechnische uitkomsten. Aan de uitkomsten zijn functiegroottes naar keuze toe te wijzen. Ingangsvariabelen Vrijgave Algehele vrijgave van de functie (digitale waarde AAN/UIT) Analoge waarde voor de uitgangsvariabele uitkomst, indien de Uitkomst (vrijgave = uit)
  • Pagina 100: Functie (( A Operator 1 B) Operator 2 (C Operator 3 D))

    Rekenfunctie Parameters Functiegrootte Keuze van de gewenste functiegrootte. Er staat een veelvoud aan functiegroottes ter beschikking, welke met eenheid en kommaposities overgenomen worden.  Omdat de kommaposities afgesneden worden, is de functiegrootte „dimensieloos“ (= zonder kommaposities) bij gebruik van functies meestal niet zinvol. Voor nauwkeurige berekeningen staan dimensionsloze functiegroottes met kommaposities ter beschikking (bv.
  • Pagina 101 Rekenfunctie Uitgangsvariabelen Uitgave uitkomst berekening inclusief Uitkomst functieberekening Uitkomst ABCD Uitgave van de uitkomst van de berekening voor alle 4 variabelen A, B, C en D zonder functieberekening Uitkomst AB Uitgave van de uitkomst van de berekening voor de 2 variabelen A en B zonder functieberekening Uitkomst CD Uitgave van de uitkomst van de berekening voor de 2 variabelen C en...
  • Pagina 102: Melding

    Melding Melding Functiebeschrijving De meldingsfunctie maakt het activeren van meldingen (fout, storing etc.) mogelijk op basis van vast te leggen gebeurtenissen, indien deze langer als de gedefinieerde vertragingstijd optreden. Wordt een melding geactiveerd, kan een pop-up venster („meldingvenster“) in het display weergegeven worden.
  • Pagina 103 Melding  Er kan een waarschuwingssignaal worden geactiveerd, welke door de digitale ingangsvariabele „Waarschuwingssignaal uit“, in het meldingsvenster door „Melding verbergen“ of „Waarschuwingssignaal uit“ of in het parametermenu handmatig kan worden uitgeschakeld.  Prioriteit: Worden meerdere meldingen tegelijkertijd actief, dan geldt voor de weergave van de pop-up vensters en de LED-status de volgende volgorde: Meldingstype Prioriteit...
  • Pagina 104 Melding  Bevindt de regelaar zich op het tijdstip van de melding in de expertmodus en is de uitgang voor „dominant aan (expert)“ op „Hand UIT“ geschakeld, dan blijft deze uitgeschakeld. Dit geldt in principe ook voor de uitgangen bij „dominant uit (expert)“ cq. bij de dominante uitgangen „aan/uit (installateur)“.
  • Pagina 105 Melding Voorbeeld: meldingstype „Fout“, uitgang 1 dominant UIT, uitgang 2 dominant AAN, waarschuwingssignaal geactiveerd, uitgang voor waarschuwingssignaal: uitgang 12. Na meldingsactivatie en wegvallen van de storingsoorzaak verschijnt de volgende weergave (rood): Uitgang 1 Uitgang 12 dominant UIT waarschuwings- Uitgang 2 Waarschuwingsdriehoek signaal AAN dominant AAN...
  • Pagina 106 Melding Voorbeeld: meldingstype „Waarschuwing“, uitgang 1 dominant UIT, uitgang 2 dominant AAN, waarschuwingssignaal geactiveerd, uitgang voor waarschuwingssignaal: uitgang 12. Na meldingsactivatie verschijnt de volgende weergave (oranje): Voorbeeld: meldingstype „Melding“, uitgang 1 dominant UIT, uitgang 2 dominant AAN, waarschuwingssignaal geactiveerd, uitgang voor waarschuwingssignaal: uitgang 12. Na meldingsactivatie verschijnt de volgende weergave (geel): ...
  • Pagina 107: Mengregeling

    Mengregeling Mengregeling Basisschema Functiebeschrijving Met deze functie is aansturing van een mengventiel op basis van een gewenste waarde mogelijk. De functie kan een 3-punts servomotor of een motor met 0-10V-ingang (modulerend analoog signaal) aansturen. Ingangsvariabelen Vrijgave Algehele vrijgave van de functie (digitale waarde AAN/UIT) Act.
  • Pagina 108 Mengregeling Uitgangsvariabele Gewenste regelwaarde Door de regelaar berekende gewenste waarde uit gewenste- + Offsetwaarde Mengv. open/dicht Status mengventiel OPEN/UIT/DICHT, keuze schakeluitgangen (uitgangspaar) Mengv. 0 -100% Uitgave van een procentuele waarde met 1 kommapositie voor de aansturing van een mengventiel met 0-10V-ingang via een analoge uitgang (A12- A16) Teller rest.looptijd Weergave van de resterende looptijd van het mengventiel...
  • Pagina 109: Pid-Regeling

    PID-regeling PID-regeling Functiebeschrijving Bij opgave van sensoren wordt met behulp van de regeltrap een systeem zo geregeld, dat een sensorwaarde of een differentie tussen 2 sensorwaardes constant gehouden wordt. Voorbeeld: wijziging van het transportvolume, dus de volumestroom, van circulatiepompen. Dit maakt het constant houden van (differentie-) temperaturen in het systeem mogelijk.
  • Pagina 110 PID-regeling P-I-D-waardes Het proportioneel deel P geeft de versterking van de afwijking tussen gewenste- en actuele waarde weer. De stapgrootte wordt per X * 0,1 K afwijking van de gewenste waarde met één stap gewijzigd. Een groter getal leidt tot een stabieler systeem en tot meer regelafwijking. Indien de gewenste –...
  • Pagina 111 PID-regeling Ingangsvariabelen Vrijgave Algehele vrijgave van de functie (digitale waarde AAN/UIT) Analoog ingangssignaal van de sensor, waarop de gewenste Act. waarde absolutewaardereg. temperatuur constant gehouden dient te worden Gew. waarde Analoge waarde van de gewenste regeltemperatuur absolutewaardereg. Actu. waarde (+) Analoog ingangssignaal van de bronsensor (de warmere sensor, bv.
  • Pagina 112 PID-regeling Parameters Functiegrootte Es staat een veelvoud aan functiegroottes ter beschikking, welke met eenheid en kommaposities overgenomen worden. Cyclustijd Cyclustijd = tijdafstand tussen de metingen voor de correctie via de differentiërend deel (zie functiebeschrijving/ P-I-D-waardes) Bij keuze „nee“ start de PID-regeling na de vrijgave met de laatst Integraalteller terugzetten uitgegeven stapgrootte.
  • Pagina 113 PID-regeling Uitgangsvariabelen Stapgrootte Dimensieloos getal = uitkomst van de PID-regeling, naar keuze koppelen met de analoge uitgangen (A12 – A16, PWM- of 0-10V- aansturing, bv. van elektronische pompen) Regeldifferentie (IS – Differentie tussen IS- en GEW-waarde van het regelprincipe, welke op dat moment „wint“...
  • Pagina 114: Profielfunctie

    Profielfunctie Profielfunctie Basisschema Functiebeschrijving De profielfunctie genereert een tijdsgestuurde uitgave van maximaal 64 getalswaardes. Per tact (stap) wordt uit een instelbare tabel van een waarde naar de volgende verder geschakeld en deze als “gewenste waarde” uitgegeven. Er kan hiermee een profiel worden opgebouwd, welke bv. als temperatuurprofiel voor het droogstoken van een afwerkvloer geschikt is.
  • Pagina 115 Profielfunctie Ingangsvariabelen Vrijgave Algehele vrijgave van de functie (digitale waarde AAN/UIT) Gew. waarde (vrijgave Analoge waarde voor de gewenste waarde, indien de vrijgave UIT, de functie in stap 0 is of de gewenste stapwaarde „UIT“ opgegeven is = UIT) Start profiel Digitaal ingangssignaal AAN/UIT voor de functiestart Pauze profiel Digitaal ingangssignaal AAN/UIT voor het onderbreken van het...
  • Pagina 116 Profielfunctie Parameters Functiegrootte Er staat een veelvoud aan functiegroottes ter beschikking, welke met eenheid en kommaposities overgenomen worden. Aantal stappen Er kunnen 1 tot 64 stappen vastgelegd worden. Cyclisch Keuze: Ja / Nee Interne tact Opgave van de tacttijd voor de profielstappen (Weergave alleen, indien de ingangsvariabele „Tact profiel“...
  • Pagina 117: Sample & Hold

    Sample & Hold Sample & Hold Basisschema’s Triggerflank: pos./neg. Triggerflank: positief Triggerflank: negatief Functiebeschrijving De functie Sample & Hold genereert een waarde uit een analoge ingangsvariabelen, welke op het tijdpunt van een digitaal trigger-ingangssignaal optreedt. Er kan tussen de triggerflanken pos./neg., positief of negatief worden gekozen.
  • Pagina 118 Sample & Hold Ingangsvariabelen Vrijgave Algehele vrijgave van de functie (digitale waarde AAN/UIT) Analoge waarde voor de uitgangsvariabele „Uitkomst“, indien de Uitkomst (vrijgave = uit) vrijgave UIT is Waarde Analoog ingangssignaal van de te bewaken waarde Trigger Digitaal ingangssignaal AAN/UIT, welke het tijdpunt vastlegt, waarop de uitkomst uit de waarde gegenereerd wordt.
  • Pagina 119: Schakelklok

    Schakelklok Schakelklok Basisschema Functiebeschrijving De schakelklokfunctie is een tijdafhankelijke schakelfunctie voor diverse functies of uitgangen. Er staan maximaal 7 tijdprogramma’s met telkens 5 tijdvensters per schakelklokfunctie ter beschikking. Bij ieder tijdvenster zijn 2 verschillende gewenste waardes als uitgangsvariabele toe te wijzen. De aan- en uitschakeltijden kunnen door ingangsvariabelen glijdend vastgelegd worden (bv.
  • Pagina 120 Schakelklok Ingangsvariabelen Vrijgave Algehele vrijgave van de functie (digitale waarde AAN/UIT) Blokkade-ingang Digitaal ingangssignaal AAN/UIT voor de blokkade van de schakelklokfunctie Vervrgd.inschak. Analoge waarde in minuten voor de verschuiving inschakeltijd naar voren Vertraagd uitschak. Analoge waarde in minuten voor de verschuiving uitschakeltijd naar achteren Gew.
  • Pagina 121 Schakelklok Submenu tijdprogramma’s Weergave met 2 gewenste waardes, zonder ingangsvariabelen tijdvenster Instelling, of de gewenste waarde ongebruitk blijft, gebruikers- gedefinieerd vastgelegd of de waarde van één van de 10 ingangsvariabelen dient te zijn. Gebruikersgedefinieerde waarde (alleen actief, indien erboven gebruikersgedef.“ ingesteld is) Door verder scrollen...
  • Pagina 122: Voorbeelden Voor Tijdprogramma's

    Schakelklok Voorbeelden voor tijdprogramma’s Tijdprogramma 1 met vaste aan- en uitschakeltijdpunten en gewenste waardes Tijdprogramma‘s Instellingen: Er is het tijdprogramma voor de dagen maandag t/m vrijdag ingesteld. Het inschakeltijdpunt van het 1 tijdvenster is 5:30 uur Het uitschakeltijdpunt van het 1 tijdvenster is 9:00 uur De gewenste waarde 1 is een door de Gebruiker vastgelegde waarde (22,0), de gewenste waarde 2 is ongebruikt (uitgave: „Gew.
  • Pagina 123 Schakelklok Tijdprogramma 1 met variabele aan- en uitschakeltijdpunten, afhankelijk van de zonsopgang en zonsondergang, met gewenste waardes Aannames: ingangsvariabele I1 = systeemwaarde voor zonsopgang ingangsvariabele I2 = systeemwaarde voor zonsondergang ingangsvariabele I3 = waarde uit een andere functie Deze worden alleen weergegeven, indien tenminste één ingangsvariabele...
  • Pagina 124 Schakelklok Uitgangsvariabelen Status tijdvoorwaarde Status van de schakelklokfunctie AAN/UIT, keuze van de uitgang Gew. waarde (1 – 2) Uitgave van de actuele gewenste waardes 1 cq. 2 Teller min. tijd Weergave van de verstreken minimale tijd voor de blokkadefunctie Teller blokk.tijd Weergave van de verstreken blokkadetijd Tijdvenster Status AAN, indien het tijdvenster optreedt, ook indien de...
  • Pagina 125: Verschalingsfunctie

    Verschalingsfunctie Verschalingsfunctie Basisschema Verschaling vlgs. voorbeeld parametrering: 0°C ingangsvariabele uitgangsvariabele 50°C 100% Uitvoerwaarde 2 Ingangswaarde 2 Uitvoerwaarde 1 Ingangswaarde 1 Functiebeschrijving De verschalingsfunctie maakt het aanpassen van analoge waardes van selecteerbare bronnen (sensoren, functies, netwerkingangen, etc.) mogelijk:  Wijzigen van de functiegrootte ...
  • Pagina 126 Verschalingsfunctie Parameters Keuze: geen, Minimum, Maximum, Min. en max. Begrenzing Functiegrootte Vastlegging functiegroottes voor ingangs- uitgangsvariabelen Ingang Er staat een veelvoud aan functiegroottes ter beschikking, welke met Uitgang eenheid en kommaposities overgenomen worden. Verschaling Opgave van de ingangs- en doelwaardes Ingangswaarde 1 Uitvoerwaarde 1 Ingangswaarde 2...
  • Pagina 127: Solarkoeling

    Solarkoeling Solarkoeling Functiebeschrijving Solarsystemen hebben gedurende de zomermaanden vaak een niet bruikbaar overschot. Met deze functie kan ‘s nachts bij overschrijden van een kritische temperatuur in de boiler toerentalgeregeld een deel van de overvloedige energie uit de onderste boilerzone via de collector afgegeven worden.
  • Pagina 128: Solarregeling

    Solarregeling Solarregeling Basisschema Functiebeschrijving Verschilregeling tussen collector- en referentietemperatuur (bv. boilertemperatuur) voor het schakelen van een solarpomp. Optioneel: gebruik van een begrenzingssensor. Inschakelvoorwaarden voor de solarpomp A: 1. De temperatuur op de collector T.coll. dient de minimale drempelwaarde T.coll.MIN te overschrijden en mag de maximale drempelwaarde T.coll.MAX niet overschrijden.
  • Pagina 129 Solarregeling Parameters Collector-temperatuur Pompenblokkade bij bereiken van T.coll. MAX op de collectorsensor T.coll. MAX Diff. aan Inschakeldifferentie op T.coll. MAX Diff. uit Uitschakeldifferentie op T.coll. MAX T.coll. MIN Weergave van de minimale temperatuur op de collectorsensor Diff. aan Inschakeldifferentie op T.coll. MIN Diff.
  • Pagina 130 Solarregeling Uitgangsvariabelen Solargroep Status solargroep AAN/UIT, keuze van de uitgang Maximaalbegrenzing Status maximale begrenzing AAN/UIT (AAN = boilerbegrenzing op T.ref. of T.begr. bereikt) T.coll. < T.coll.MAX Status UIT, indien de maximale begrenzing op de collector actief is. T.coll. > T.coll.MIN Status AAN, indien de collectortemperatuur hoger als de minimale drempelwaarde is.
  • Pagina 131: Solarstart / Drainback

    Solarstart / Drainback Solarstart / Drainback Functiebeschrijving De functie heeft 2 verschillende modi Solarstart Bij solarsystemen komt het ondermee voor, dat de collectorsensor te laat door het verwarmde medium omspoeld wordt. Daardoor start het systeem te laat. De te lage natuurlijk circulatie treedt meestal bij vlak gemonteerde collectorvelden, meandervormige absorbers en in het bijzonder bij vacuümbuiscollectoren op.
  • Pagina 132: Parameters Solarstart

    Solarstart / Drainback Parameters Solarstart Keuze: Solarstartfunctie Modus Aantal gebruikte functies Opgave van het aantal gebruikte functies Gebruikte functies Submenu: Opgave van alle solarfuncties voor het betreffende collectorveld Activeringstijd Tijdvenster voor de vrijgave van de startfunctie (van – tot) Spoeltijd Spoeltijd Intervaltijd Maximale wachttijd tussen de spoelingen...
  • Pagina 133: Parameters Drainback

    Solarstart / Drainback Parameters Drainback Keuze: Drainbackfunctie Modus Aantal gebruikte functies Opgave van het aantal gebruikte functies Gebruikte functies Submenu: Opgave van alle solarfuncties voor het collectorveld Activeringstijd Tijdvenster voor de vrijgave van de drainbackfunctie Vultijd Na de start van het systeem op basis van de stralingswaarde of de temperatuurdifferentie tussen collectorsensor en boilersensor zijn de uitgangen voor het vullen van het systeem gedurende de vultijd ingeschakeld.
  • Pagina 134: Solarvoorrang

    Solarvoorrang Solarvoorrang Functiebeschrijving Voor solarsystemen, welke meerdere gebruikers laden (bv. boiler, buffer, zwembad), is normaliter de opgave van een voorrang van de betreffende solarkringen benodigd. Voor een voorrangsregeling bestaat er twee regelprincipes. Absolute voorrang: Pas indien de temperatuur van de hogere voorrangsgebruiker de begrenzing (MAX-drempelwaarde) overschreden heeft, wordt naar de lagere rang geschakeld.
  • Pagina 135 Solarvoorrang Parameters Aantal gebruikte functies Opgave van het aantal gebruikte functies Gebruikte functies Submenu: Opgave van alle solarfuncties Prioriteit (lijst van gebruikte Vastleggen van de prioriteiten Bij opgave „uit“ wordt de betreffende solarfunctie gedeactiveerd. solarfuncties) Opvolgen lagere rang Opgave van de prioriteit, waar vanaf de relatieve voorrang geldt. Hieronder geldt de absolute voorrang.
  • Pagina 136: Start-Stop

    Start-Stop Start-Stop Basisschema Functieprincipe: Symbool van de stroomstootschakeling in de elektrotechniek Functiebeschrijving De start-stop functie betreft elektrotechnisch een stroomstootschakeling. Stroomstootschakelaars worden ook impulsrelais of impulsschakelaar (-drukker) genoemd. Bij iedere toetsdruk (= eenmalig impulssignaal AAN) ontstaat een wijziging van de schakeltoestand, welke tot aan de volgende AAN-impuls opgeslagen wordt.
  • Pagina 137 Opslaan referentiedag Opslaan referentiedag Functiebeschrijving Deze functie maakt het mogelijk dag-, maand en-jaarwaardes van tellerstanden op te slaan. Met 2 verschillende varianten kunnen ofwel de totale tellerstanden op bepaalde tijdpunten of de waarde van een periode (dag, maand, jaar) verkregen worden. De geïntegreerde rekenfunctie kan bv.
  • Pagina 138 Opslaan referentiedag Weergave display De rekenopgave geschiedt op basis van de volgende formule: Functie (( A Operator 1 B) Operator 2 (C Operator 3 D))  Het eerste veld „Functie“ kan vrij blijven. Het heeft dan geen invloed op de rekenopgave Hier kan een functie voor de uitkomst van de rekenopgave uitgekozen worden: o Absolute waarde abs o (Vierkants-)Wortel sqrt...
  • Pagina 139: Synchronisatie

    Synchronisatie Synchronisatie Functiebeschrijving Deze functie stelt uit de kloktijd- en datuminformatie van de regelaar tijd- en datumafhankelijke uitgangsvariabele ter beschikking. Hierdoor kunnen bv. andere functiemodules met digitale signalen worden geschakeld, welke datum- of tijdafhankelijke vrijgaves benodigen. De functie kan naar keuze éénmalig of cyclisch aflopen. Ingangsvariabelen Vrijgave Algehele vrijgave van de functie (digitale waarde AAN/UIT)
  • Pagina 140: Timerfunctie

    Timerfunctie Timerfunctie Basisschema Functiebeschrijving De timerfunctie levert tijdgestuurde signalen, welke uitgangen schakelen of als ingangsvariabelen van functies dienen. De tijdverloop van de timerfunctie (= looptijd timer) wordt door de triggeringang of handmatig via het parametermenu gestart en werkt onafhankelijk van de kloktijd. Deze activatie wordt “triggeren”...
  • Pagina 141 Timerfunctie Parameters Keuze: Impuls, Nalooptijd, Vertragingstijd, Min. looptijd, Modus Blokkadetijd, Astabiel Trigger Keuze: positief, negatief, pos./neg. (zie modus „Impuls“) Flank (alleen bij modus Impuls) Retrigger (in modus Astabiel niet Opgave Ja of Nee (zie „Retrigger“) zichtbaar) Timerlooptijd (in modus Astabiel Opgave van de looptijd van de timer niet zichtbaar) Inschakeltijd...
  • Pagina 142 Timerfunctie Impuls: Bij het optreden van de gekozen triggerflank schakelt de uitgang voor de impulstijd aan. Een statuswijziging van de triggeringang gedurende de impulstijd veroorzaakt geen wijziging van de uitgangstoestand. Zonder retrigger: De impulstijd loopt onafhankelijk van de status van de triggeringang af en start pas weer, indien na afloop van de impulstijd de gekozen triggerflank optreedt.
  • Pagina 143 Timerfunctie Blokkadetijd: Het AAN-signaal op de triggeringang schakelt de uitgang pas weer aan, nadat sinds het einde van het laatste AAN-signaal de blokkadetijd afgelopen is. Instelling „retrigger = ja“:Wordt binnen de blokkadetijd de triggeringang op AAN gezet, begint de blokkadetijd opnieuw, indien de triggeringang binnen de oorspronkelijke blokkadetijd weer op UIT gezet wordt.
  • Pagina 144: Vergelijkingsfunctie

    Vergelijkingsfunctie Vergelijkingsfunctie Functiebeschrijving Er worden de twee waardes A en (B + differentie) met elkaar vergeleken en daarmee de twee digitale uitgangsvariabelen A > (B + differentie) en invers (A > (B + differentie)) gegenereerd. Daarnaast staat een uitgangsvariabele voor de voorwaarde A = B ter beschikking. Ingangsvariabelen Vrijgave Algehele vrijgave van de functie (digitale waarde AAN/UIT)
  • Pagina 145: Warmtemeting

    Opgave van een prijs per kWh voor de berekening van de opbrengst  Voor de temperatuurmeting zijn de sensoren van het type BFPT1000 5x60MM uitermate geschikt, welke dan worden ingebouwd in de kogelkraan KH van Technische Alternative. Voor de calibratie kunnen de sensoren zodoende eenvoudig worden uitgebouwd.
  • Pagina 146 Warmtemeting Parameters Vorstbeveiliging Opgave van het gycolgehalte in % (weergave alleen, indien de ingangsvariabele „specifieke warmtecapaciteit“ ongebruikt is) Terugloopblokkade Keuze: Ja / Nee Status Weergave: ongecalibreerd of gecalibreerd Weergave van de bij de calibratie gemeten differentie T.aanvoer – Calibratiewaarde T.retour (in de status „ongecalibreerd“ moet deze waarde 0,0 K zijn) Start van de calibratie (sectie „Calibratieproces“...
  • Pagina 147 Warmtemeting Uitgangsvariabelen Vermogen Weergave van het actuele vermogen in kW (2 kommaposities) Gecorr. Weergave door calibratieproces gecorrigeerde retourtemperatuur retourtemperatuur Differentie (Ta–Tr corr.) Weergave van de actuele, voor de warmtemeting maatgevende, temperatuurdifferentie tussen aanvoer- gecorrigeerde retourtemperatuur Tellerstand vandaag Tellerstand gisteren Tellerstand deze week Tellerstand vor.
  • Pagina 148: Onderhoudsfunctie

    Onderhoudsfunctie Onderhoudsfunctie Functiebeschrijving De onderhoudsfunctie dient als servicefunctie voor de schoorsteenveger cq. als eenvoudige branderschakeling voor rookgasmetingen. Daarbij wordt na de start van de brander met het opgegeven vermogen voor een opgegeven tijd ingeschakeld. Voor het afvoeren van warmte worden de in de parameters bepaalde cv-groepen met maximaal toegestane aanvoertemperatuur (submenu „Stooklijn“: T.aanvoer MAX) geactiveerd.
  • Pagina 149 Onderhoudsfunctie Uitgangsvariabelen Aansturing opwekker Status van de warmtevraag AAN/UIT, keuze van de uitgang Opwekkerverm. Weergave van de actuele uitgavewaarde, keuze van de analoge uitgang Teller looptijd Weergave van de aflopende activeringstijd van de onderhoudsfunctie (weergave blijft 0 bij start via de externe schakelaar )
  • Pagina 150: Wintertuinfunctie

    Wintertuinfunctie Wintertuinfunctie basisschema Functiebeschrijving De wintertuinfunctie opent een ventilatievenster indien de ruimtetemperatuur van de wintertuin een drempelwaarde overschrijdt. Optioneel kan via een wind- en / of een regensensor het sluiten van het venster onafhankelijk van de ruimtetemperatuur bereikt worden. Het is mogelijk de automatische temperatuurregeling door handbedrijf buiten werking te stellen. De beveiliging door middel van de wind- of regensensor blijft ook in handbedrijf actief.
  • Pagina 151 (dimensieloos zonder kommapositie), bv. type RES van Technische Alternative Optioneel: Analoog ingangssignaal van een windsensor in km/h Windsnelheid zonder kommapositie, bv. type WIS01 van Technische Alternative Offset gew.temp. Analoge waarde voor een offsetwaarde op de gewenste temperatuur wintertuin van de wintertuin...
  • Pagina 152 Wintertuinfunctie Parameters Temperatuur wintertuin Weergave van de gewenste temperatuur (ingangsvariabele) Gew.temperatuur Diff. aan Inschakeldifferentie op de gewenste temperatuur Diff. uit Uitschakeldifferentie op de gewenste temperatuur Autobedrijf Motorlooptijd per actie Looptijd van de motor OPEN of DICHT per actie Intervaltijd tussen het begin van twee motoraansturingen Intervaltijd Handbedrijf Wordt de lange drukkertijd van de ingangssignalen „Venster open“...
  • Pagina 153: Parameters Submenu Sluitvoorwaarden

    >700. Omdat de droge waarde door vervuiling van de sensor lager kan worden, dient de regenwaarde op ca. 300 te worden ingesteld. De regensensor RES van Technische Alternative voldoet aan deze voorwaarden.  Geschiedt door de regen- of de windsensor een sluiting van het venster, dan kan het openen pas weer na afloop van de dubbele looptijd (= looptijd ingesteld in uitgangspaar) of de blokkadetijd geschieden, afhankelijk welke tijdinstelling langer is.
  • Pagina 154 Wintertuinfunctie Uitgangsvariabelen Venster open/dicht Status vensterbedrijf OPEN/UIT/DICHT, keuze van het uitgangspaar voor de vensteraansturing Venster 0 – 100% Uitgave van een procentuele waarde met 1 kommapositie voor de aansturing van een venstermotor met 0-10V-ingang via een analoge uitgang (A12- A16) Eff.
  • Pagina 155: Teller

    Teller Teller Functiebeschrijving De tellerfunctie kan als bedrijfsurenteller of als impulsteller gebruikt worden. In de modus impulsteller kunnen ook liters (bv. waterverbruik), energie (bv. elektrische energie) of kubieke meter (bv. gasverbruik) met behulp van ingangsimpulsen geteld worden. Ingangsvariabelen Vrijgave Algehele vrijgave van de functie (digitaal ingangssignaal AAN/UIT) Reset teller Digitaal impuls-ingangssignaal AAN/UIT voor de reset van de teller Prijs / eenheid...
  • Pagina 156 Teller Uitgangsvariabelen Tellerstand vandaag Tellerstand gisteren Tellerstand deze week Tellerstand vor. week Tellerstand deze maand Weergave tellerstanden Tellerstand vor. maand Tellerstand dit jaar Tellerstand vorig jaar Totale tellerstand Bedrag vandaag Bedrag gisteren Bedrag week Bedrag vor. week Weergave van de opbrengst/ kosten in de ingestelde valuta Bedrag maand Bedrag vor.
  • Pagina 157: Circulatie

    Circulatie Circulatie Basisschema Functiebeschrijving Tijdsturing: Inschakelen van de circulatiepomp A via de status tijdvoorwaarde en zo lang de retoursensor T.circ. zijn gewenste temperatuur nog niet bereikt heeft. De sensor T.ww wordt niet benodigt. Buiten het tijdvenster wordt een effectief gewenste circulatie-retourtemperatuur van 5,0°C uitgegeven en daarmee de pomp uitgeschakeld.
  • Pagina 158 Circulatie Parameters Keuze: Tijd, Puls, Tijd/puls (Puls en Tijd/Puls alleen mogelijk, indien Bedrijfsmodus een sensor voor T.ww gedefinieerd is) T.circulatie retour T.circ. GEW Weergave van de gew. circulatie-retourtemp. vlgs. ingangsvariabele Diff. aan Inschakeldifferentie op T.circ. GEW of op de effectief gewenste waarde, welke uit de mengbeveiliging wordt verkregen Diff.
  • Pagina 159 Circulatie Uitgangsvariabelen Eff. gew. Effectief gewenste circulatie-retourtemperatuur (met inachtneming van circ.-retourtemp. de mengbeveiliging en het tijdvenster) Status circ. Status circulatiepomp AAN/UIT, keuze van de uitgang Teller looptijd Weergave van de aflopende looptijd (pulsbedrijf) Teller pauzetijd Weergave van de aflopende pauzetijd (pulsbedrijf) T.boiler >...
  • Pagina 164 Deze bedieningshandleiding is auteursrechtelijk beschermd. Een gebruik buiten het auteursrecht om mag alleen met uitdrukkelijke toestemming van de firma Technische Alternative elektronische Steuerungsgerätegesellschaft m. b. H.. Dit geldt in het bijzonder voor reproductie, vertalingen en elektronische media. elektronische Steuerungsgerätegesellschaft m. b. H.

Inhoudsopgave