Bediening
Het grote display bevat symbolen voor alle belangrijke informatie en een duidelijk
tekstveld. De navigatie met de pijltoetsen is aangepast op de rangschikking van het display.
Navigatietoetsen voor de keuze van de weergave en voor het wiizigen van
parameters.
Openen van een menu, vrijgave van waarde om aan te passen met de
navigatietoetsen (Enter-toets).
Terug naar bovenliggend menu, verlaten van een parametermenu (Esc-toets).
De toetsen
zijn in het hoofdmenu de navigatietoetsen voor de keuze van de gewenste
weergave zoals collector- of boilertemperatuur. Bij iedere druk knippert een ander
sensorsymbool en de betreffende temperatuur wordt weergegeven.
Pompsymbool knippert:
De uitgang is actief
(pomp loopt)
Actuele temperatuur van
sensor 1
Bij programma's, waarvoor geen weergave van een schema in het display mogelijk is,
blijfthet bovenste gedeelte leeg. Bij veel programma's is de weergave van het daadwerkelijke
schema alleen benaderd, er kunnen enkele symbolen ontbreken.
Naast het display zijn de actueel actieve uitgangen te herkennen aan de
groen verlichte cijfers 1–3. Indien de toerentalregeling is geactiveerd, dan
knippert de weergave van uitgang 1 volgens de toerentaltrap.
Sensorsymbool knippert: weergave van de
temperatuur van deze sensor
3
2
1
63