Programma 320 – Gelaagde buffer en laadpomp
Lagensysteem alleen met geactiveerde toerentalregeling zinvol!
(Absolutewaarderegeling: AR N1)
S1
A1
S1
S6
min1
min3
diff1
diff3
A1
A3
S2
max1
max3
Programma 320: De solarpompen A1 lopen, indien:
S1 groter als de drempelwaarde min1 is en S1 met differentie diff1 hoger is als S2
en S2 de drempelwaarde max1 niet heeft overschreden.
Het driewegventiel A2 schakelt naar boven , indien:
S5 groter als de drempelwaarde min2 is, of S5 met differentie diff2 hoger is als S4
en S4 de drempelwaarde max2 niet heeft overschreden.
De laadpomp A3 loopt, indien:
S6 groter als de drempelwaarde min3 is en S6 met differentie diff3 hoger is als S2
en S2 de drempelwaarde max3 niet heeft overschreden.
A1 = S1 > (S2 + diff1) & S1 > min1 & S2 < max1
A2 = (S5 > min2 of S5 > (S4 + diff2)) & S4 < max2
A3 = S6 > (S2 + diff3) & S6 > min3 & S2 < max3
Alle programma's +1: Als S4 de drempelwaarde max2 heeft bereikt, is de fase van snelle
opwarming afgesloten en daardoor de toerentalregeling geblokkeerd rendementsoptimum.
Bij een geactiveerde toerentalregeling wordt daarom het toerental op de maximale waarde
gezet, bij een geactiveerde stuuruitgang 1 wordt de analoge waarde voor het hoogste
toerental uitgegeven. De stuuruitgang 2 wordt niet aangepast en regelt verder.
Alle programma's +8 (onafhankelijke laadpomp A3 ) : De pomp A3 loopt, indien:
S6 groter als de drempelwaarde min3 is en S6 met differentie diff3 hoger is als S3
en S3 de drempelwaarde max3 niet heeft overschreden.
A3 = S6 > (S3 + diff3) & S6 > min3 & S3 < max3
S4
S5
A2
S2
A1
S5
S5
<min2
>min2
diff2
A2
S4
S4
max2
max2
A3
Noodzakelijke instellingen:
max1 ... Begrenzing buffer S2
max2 ... Begrenzing buffer S4
A2
max3 ... Begrenzing buffer S2
min1 ... Inschakeltemp. coll. S1
min2 ... Inschakeltemp. aanvoer S5
A2
min3 ... Inschakeltemp. ketel S6
diff1 ... Collector S1 – buffer S2
diff2 ... Aanvoer S5 – buffer S4
diff3 ... Ketel S6 – buffer S2
Zonder symbool voor
S3 en warmte-
S6
wisselaar
A1
A2
A3
A1
A2
A3
A1
A2
A3
31