St ralings w aarde (stralingsdrempel) in W/m
STW
gebruik van een stralingssensor is toegestaan. (basis = 150W/m
Instelbereik:
Uitgangen, welke voor de vulling nodig zijn. Hiermee is het ook mogelijk, een
AF
„Boosterpomp" in te zetten. De uitgang voor de 2
zijn, welke niet al voor andere doeleinden wordt gebruikt. (basis = AF 1)
I nstelbereik:
Vultijd . Na de start van het systeem op basis van de stralingswaarde of
FZ
temperatuurverschil tussen collectorsensor en boilersensor lopen de uitgangen
voor de vulling van het systeem gedurende de vultijd met maximaal toerental.
(basis = 120 sec)
Instelbereik:
Stabiliseringstijd. Na het vullen van het systeem loopt de, voor de start
STZ
toegewezen, solarpomp gedurende de stabiliseringstijd om de collector te
verwarmen, ook indien de ingestelde differentie diff is onderschreden. Bij
geactiveerde toerentalregeling loopt de pomp met de in de functies PDR of STAG
berekend toerental (ten minste met toerental MIN ). (basis = 300 sec)
Instelbereik:
Blokkadetijd tussen twee vullingen. (basis = 0 min)
BLZ
Instelbereik:
Opgave van de volumestroomsensor voor de beveiliging tegen vloeistoftekort.
VSG
(basis = --)
I nstelbereik:
Minimale volumestroom na de vultijd . Bij het onderschrijden van de waarde
V min
worden de betreffende solaruitgangen uitgeschakeld. Pas na een reset van de
regelaar door het uit- en inschakelen kan het systeem weer starten.
(basis = 0 l/h)
Instelbereik: 0 tot 990 l/h in stappen van 10 l/h.
Aantal startpogingen (= teller). Het terugzetten geschiedt automatisch bij een
STV
startverzoek, indien de laatste meer dan vier uur geleden is.
2
0 tot 990W/m
in stappen van 10W/m
Combinaties van alle uitgangen (bv. AF 1, Af 23, Af 123)
0 – 990 seconden in stappen van 10 sec.
0 – 990 seconden in stappen van 10 sec.
0 tot 99 minuten in stappen van 1 min
S1 tot S6
Ingang van de volumestroomsensor
E1 tot E9
Waarde van de externe sensor
VSG --
= geen volumestroomsensor
2
, vanaf wanneer een vulling bij het
2
e
pomp moet een vrije uitgang
2
)
113