5.3 Kogelkraan drukzijde
e
(a) Spuitvloeistoftank vullen
(b) Roerwerk
(c) Inwendige/uitwendige reiniging
(d) Mixtank
(e) Circulatie/spuiten
(f) Kraan voor de manueel instelbare intensiteit van het roerwerk in spuitwerking
(g) Omschakelkraan tussen inwendige en uitwendige reiniging
(h) Positie van de kraan voor uitwendige reiniging
(i) Positie van de kraan voor inwendige reiniging
5.4 Vullen
Mogelijkheid 1:
De kogelkraan aan de zuigzijde op Spuitvloeistoftank via zuigaansluiting vullen zetten.
¾
De kogelkraan aan drukzijde op Spuitvloeistoftank vullen zetten.
¾
Op de externe bedieningsterminal Mini de centrifugaalpomp activeren.
¾
Het vullen stopt als het nominale volume van de spuitvloeistoftank is bereikt
¾
of als de pomp op de externe bedieningsterminal Mini manueel gedeactiveerd
wordt.
Door langdurig indrukken van de toets Centrifugaalpomp in-/uitschakelen op de
¾
externe bedieningsterminal Mini kan de toevoerleiding naar de snelvulkraan
leeggezogen worden.
a
b
d
h
f
c
i
g
81