4.3 Wasprogramma
Met het wasprogramma kan het pomp- en leidingsysteem gespoeld en gereinigd worden (bijv.
met speciale schoonmaakmiddelen).
(a) Wasprogramma starten/stoppen. Tijdens de werking brandt het groene punt. Na een grondige
reiniging moet het programma weer manueel uitgeschakeld worden.
(b) Looptijd van het wasprogramma sinds activering.
(c) Reiniging van de mixtank activeren/deactiveren. Tijdens de werking brandt het groene punt.
Na de reiniging de mixtank weer deactiveren.
(d) Status van de reiniging van de mixtank. Als de reiniging voltooid is, verschijnt achter het
symbool een groen vinkje.
(e) Reinigingscyclus
(f) Aantal reinigingscycli sinds de activering van het wasprogramma.
(g) Statusweergave van de reinigingscyclus.
76
b
d
a
e
f
g
c