3.2.17.2 Spuitdopprofielen aanmaken (optioneel)
Een 'spuitdopprofiel' is een bepaalde samenstelling van actieve spuitdoppen.
Er kunnen max. 16 verschillende spuitdopprofielen aangemaakt worden. Daarbij bepaalt u welke
spuitdopprofielen bij de automatische schakeling van spuitdoppen gebruikt worden.
b
c
e
Druk
max.
min.
Spuitdop 2
Spuitdop 1
a
a
d
g
h
f
Spuitdop 4
Spuitdop 3
Het venster 'Profielen' selecteren en met de
¾
pijlen (a) het profiel oproepen.
Spuitdoppen die in het profiel actief moeten
¾
zijn, selecteren door erop te drukken (b).
Bij een geactiveerde spuitdop wordt het
veld in de kleur van de ingevoerde spuitdop
weergegeven.
Het drukbereik van het profiel invoeren.
¾
Het drukbereik wordt door de afzonderlijke
spuitdoppen bepaald.
De minimale druk van het profiel komt
overeen met de druk van de spuitdop met
de grootste toegelaten minimale druk (c).
De maximale druk van het profiel komt
overeen met de druk van de spuitdop met
de kleinste toegelaten maximale druk (d).
De hoogte van de spuitboom boven de
¾
beplanting bepalen (e). Deze waarde wordt
bij het gebruik van het profiel in aanmerking
genomen.
Het profiel in het veld (f) activeren als het bij
¾
de automatische schakeling van spuitdop-
pen moet gebruikt worden.
Voor elk profiel kan vooraf ingesteld worden
¾
of de linker (g) en/of rechter (h) strook-
spuitdop geactiveerd moet worden.
Met de pijlen (a) evt. andere profielen op-
¾
roepen en aanmaken.
Drukbereiken
In dit diagram zijn de drukbereiken van de
afzonderlijke spuitdoppen als voorbeeld aan-
geduid (verticale lijnen).
De minimale en maximale druk van het profiel
komt voort uit de gezamenlijke doorsnede van
deze drukbereiken (groen deel).
41