3.2.4 Reiniging bij machines van het type CCS
a
b
c
d
e
3.2.4.1 Continue inwendige reiniging
22
g
c
d
a
e
b
f
(a) Continue inwendige reiniging (CCS) van
de machine uitvoeren
(b) Spuitdoppen met lucht uitblazen.
Restanten van de spuitvloeistof of vocht
worden verdrongen (optioneel).
(c) Spuitsysteem voorbereiden voor de
winter
Zie hoofdstuk Spuitsysteem voorbereiden
¾
voor de winter
(d) Spuitvloeistoftank reinigen
(e) Circulatie van spuitboom naar spuitvloei-
stoftank onderbreken
(a) Reiniging starten/stoppen. Op het einde
van het proces gaat de groene weergave
uit.
(b) Sproeikoppen openen
(c) Reiniging linker strookspuitdop
(d) Reiniging rechter strookspuitdop
(e) Reiniging linker randspuitdop
(f) Reiniging rechter randspuitdop
(g) Niveau spuitvloeistoftank
Elke strook- en randspuitdop moet af-
¾
zonderlijk geselecteerd worden voor de
reiniging. Per kant kan de strook- of rand-
spuitdop geselecteerd worden.