3
Controleer of de aansluiting USB [TO HOST] van
dit instrument is geactiveerd.
Druk op de knop [UTILITY] om de modus Utility te activeren
en druk vervolgens op de knop [F6] MIDI gevolgd door de
knop [SF4] OTHER om de display OTHER op te roepen. Stel
de parameter 'MIDI IN/OUT' in op 'USB'.
4
Stel de invoer- en uitvoerinstellingen voor
audiodata en MIDI-data naar wens in volgens
uw persoonlijke voorkeuren.
U kunt deze instellingen instellen in de display [F5] USB I/O
en de display [F6] MIDI van de modus Utility. Als u de
parameters die betrekking hebben op audiodata en MIDI-
data instelt met de Quick Setup, kunt u de MOX6/MOX8
meteen opnieuw configureren voor verschillende computer-/
sequencergerelateerde toepassingen door speciaal
geprogrammeerde voorinstellingen op te roepen. Druk in
dit geval op de knop [QUICK SETUP] en stel vervolgens
de 'SETUP' in. Nadat u de instellingen hebt aangebracht
drukt u op de knop [ENTER] om ze toe te passen op de
MOX6/MOX8.
OPMERKING
Voor meer informatie over de parameters die
worden ingesteld met de functie Quick Setup
raadpleegt u het PDF-document 'Naslaggids'.
5
Druk op de knop [STORE] om de instellingen op te
slaan in het interne geheugen.
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de
aansluiting USB [TO HOST].
Neem de volgende punten in acht als u de computer aansluit
op de aansluiting USB [TO HOST]. Als u dit niet doet, loopt
u het risico dat de computer vastloopt en dat data worden
beschadigd of verloren gaan. Als de computer of het
instrument vastloopt, start u de toepassingssoftware of het
besturingssysteem van de computer opnieuw op of schakelt
u het instrument uit en weer in.
LET OP
• Gebruik een USB-kabel van het type AB
• Voordat u de computer aansluit op de aansluiting USB
[TO HOST], haalt u de computer uit eventuele
energiebesparende modi (zoals de sluimerstand,
de slaapstand of stand-by).
• Voordat u het instrument inschakelt, verbindt u de computer
met de aansluiting USB [TO HOST].
• Ga als volgt te werk voordat u het instrument aan/uitzet of de
USB-kabel verbindt met of loskoppelt van de aansluiting USB
[TO HOST].
• Sluit eventuele geopende softwaretoepassingen op de
computer af.
• Zorg dat er geen data door het instrument worden
verzonden. (Er worden alleen data verzonden als er noten
op het keyboard worden gespeeld of als er een song wordt
afgespeeld.)
• Als er een computer op het instrument is aangesloten, wacht
u minimaal zes seconden tussen deze handelingen: (1) het
uitzetten en vervolgens weer aanzetten van het instrument of
(2) het aansluiten en vervolgens weer loshalen van de USB-
kabel en andersom.
MIDI-kanalen en MIDI-poorten
De MIDI-data worden toegewezen aan een van de zestien
kanalen. Deze synthesizer kan zestien aparte partijen tegelijk
afspelen via de zestien MIDI-kanalen. Deze beperking van
zestien kanalen kan echter worden opgeheven door het
gebruik van aparte MIDI- 'poorten', die elk zestien kanalen
ondersteunen. Een MIDI- kabel is ontworpen om data via
maximaal zestien kanalen tegelijk te verwerken, maar een
USB-verbinding kan veel meer kanalen verwerken dankzij het
gebruik van MIDI-poorten. Elke MIDI-poort kan zestien kanalen
verwerken en de USB-verbinding maakt het gebruik van
maximaal acht poorten mogelijk. Dit betekent dat u maximaal
128 kanalen (8 poorten x 16 kanalen) op uw computer kunt
gebruiken. Als u het instrument via een USB-kabel op een
computer aansluit,worden de MIDI-poorten als volgt
gedefinieerd:
Poort 1
Het toongeneratorblok in dit instrument kan alleen deze poort
herkennen en gebruiken. Bij het bespelen van de MOX6/MOX8
als toongenerator vanaf het externe MIDI-instrument of de
computer, moet u de MIDI-poort instellen op 1 op het
aangesloten MIDI-apparaat of de computer.
Poort 2
Deze poort wordt gebruikt voor het besturen van de DAW-
software op de computer vanaf de MOX6/MOX8 met de functie
voor afstandsbesturing.
Poort 3
Deze poort wordt gebruikt als de MIDI Thru-poort. De MIDI-
data die worden ontvangen via poort 3 via de USB [TO HOST]-
aansluiting worden opnieuw verzonden naar een extern MIDI-
apparaat via de MIDI [OUT]-aansluiting. De MIDI-data die
worden ontvangen via poort 3 via de MIDI [IN]-aansluiting,
worden opnieuw verzonden naar een extern apparaat (computer
enzovoort) via de USB [TO HOST]-aansluiting.
Poort 4
Deze poort wordt alleen gebruikt voor datacommunicatie voor
de MOX6/MOX8 Editor. Geen andere software of apparaat kan
deze poort gebruiken.
Poort 5
Deze poort wordt alleen gebruikt voor datacommunicatie voor
de MOX6/MOX8 Remote Editor.
Geen andere software of apparaat kan deze poort gebruiken.
Als u een USB-verbinding gebruikt, moet u zorgen dat de
MIDI-zendpoort en -ontvangstpoort, evenals het MIDI-
zendkanaal en -ontvangstkanaal overeenkomen. Zorg ervoor
dat de MIDI-poort van het externe apparaat dat is aangesloten
op dit instrument, wordt ingesteld op basis van bovenstaande
gegevens.
Audiokanalen
De audiosignalen van de MOX6/MOX8 kunnen worden
uitgevoerd naar de USB [TO HOST]-aansluiting en de OUTPUT
[L/MONO]/[R]-aansluitingen. Gebruik de USB [TO HOST]-
aansluiting bij aansluiting op een computer. In dit geval zijn er
maximaal vier audiokanalen (USB 1 – USB 4) beschikbaar.
De uitvoer-naar-kanaal-toewijzingen worden uitgevoerd in de
display [F5] USB I/O van de modus Utility.
De audiosignalen van de MOX6/MOX8 kunnen worden
ingevoerd vanuit de USB [TO HOST]-aansluiting en de
A/D INPUT [L]/[R]-aansluitingen. Er kunnen maximaal twee
kanalen met audio worden ingevoerd naar de USB [TO HOST]-
aansluiting. Stel het uitgangsniveau in met de schuifregelaar
[DAW LEVEL] op de MOX6/MOX8. De signalen worden
uitgevoerd naar de OUTPUT [L/MONO]/[R]-aansluiting.
Er kunnen ook maximaal twee audiokanalen worden ingevoerd
naar de A/D INPUT [L]/[R]-aansluitingen. Het signaal wordt
verzonden naar het A/D-ingangsgedeelte van de MOX6/MOX8.
Zie het PDF-document 'Naslaggids' voor meer informatie.
Beknopte handleiding
MOX6/MOX8 Gebruikershandleiding
51