9
Druk op de knop [F] (Play) om de opgenomen
frase te horen.
Pas zo nodig de octaafinstelling of snelheidsinstelling
van de gitaarpartij aan met de [F2] NOTE-taken. Zie het
PDF-document 'Naslaggids' voor meer informatie over
de beschikbare parameters.
LET OP
Als een specifieke frase aan verschillende secties/tracks is
toegewezen, wordt als u de frase bewerkt het afgespeelde geluid
van alle secties/tracks die deze frase gebruiken anders.
10
Druk op [STORE] [F1] SEQ [ENTER] om de
opgenomen frases op te slaan als een patroon.
Met deze bewerking worden alle songs/patronen
opgeslagen.
Nadat u Section B hebt opgenomen, kunt u naar wens
andere secties maken.
Net zoals in de modus Song kunt u ook patronen maken
met Step Recording.
Een patroonreeks maken die kan
worden omgezet naar een song
Via deze instructies leert u hoe u elk van de gemaakte
patroonfrases kunt toewijzen aan een sectie, de secties
in de volgorde van uw voorkeur kunt arrangeren om een
patroonreeks te maken en de patroonreeks kunt omzetten
naar een song. Deze omgezette songdata kunnen worden
gebruikt als achtergrondbegeleiding bij het opnemen van
een melodie.
Patroonketen
Wijzig de secties naar wens om de song te maken die u in gedachten
hebt.
Sectie A
Sectie B
Een patroonreeks maken
In deze sectie wordt uitgelegd hoe u een patroonreeks
maakt door de secties in volgorde te arrangeren zoals wordt
aangegeven in het voorbeeld hierboven.
1
Selecteer in de display PLAY van de modus Pattern
Play het patroon dat u in de vorige sectie hebt
gemaakt.
2
Druk op de knop [F6] CHAIN.
3
Druk op de knop [REC] om de modus Pattern
Chain Record te activeren en stel vervolgens
de opnametrack en het patroontempo in.
Er zijn drie Pattern Chain-tracktypen beschikbaar. Op de
Tempo Track kunt u tempowijzigingen voor de keten
opnemen en op de Scene Track kunt u Track on/off-
wijzigingen opnemen. Op de Pattern Track ('patt') kunt
u sectiewijzigingen op de gewenste maatpunten in de song
opnemen. Stel hier 'RecTrack' in op 'patt'.
.......
Sectie F
Sectie H
Song
4
Druk op de knop [F] (Play) om de opname te
starten en het patroon af te spelen.
Wijzig de secties desgewenst. Tijdens het afspelen van het
patroon kunt u de Section-knoppen 'bespelen' om een
nieuwe song te maken.
Sectie A – H
Sectie I – P
5
Druk op de knop [J] (Stop) om het opnemen
te stoppen.
De display CHAIN van Pattern Play verschijnt weer.
6
Druk op de knop [F] (Play) om om de opgenomen
patroonketen af te spelen.
7
Druk op [STORE] [F1] SEQ [ENTER] om de
opgenomen patroonketen op te slaan.
Met deze bewerking worden alle songs/patronen
opgeslagen.
8
Nadat u op de knop [EXIT] hebt gedrukt, neemt
u eerst de Tempo Track en vervolgens de Scene
Track op door stap 3 – 7 hierboven te herhalen.
I Bij het opnemen van de Tempo Track:
Stel in stap 3 de RecTrack in op 'tempo'. Verplaats in stap 4
de cursor naar de tempokolom (
wens met de draaiknop [DATA] of de [INC]/[DEC]-knoppen.
De timing van de tempowijzigingen wordt in realtime
opgenomen op de Tempo Track.
I Bij het opnemen van de Scene Track:
Stel in stap 3 de RecTrack in op 'scene'. Druk in stap 4 op de
knop [MUTE] zodat het bijbehorende lampje gaat branden
en schakel de gewenste nummerknoppen in/uit. De timing
van de wijzigingen van de aan/uit-status wordt in realtime
opgenomen op de Scene Track.
Beknopte handleiding
) en wijzig het tempo naar
MOX6/MOX8 Gebruikershandleiding
47