Beknopte handleiding
Het timbre van de voice wijzigen
Net als in de modus Voice, kunt u het geluid van de
performance (die bestaat uit maximaal vier partijen of
voices) bewerken via de knoppen in de modus
Performance. U kunt de performance op twee manieren
bewerken: de volledige performance bewerken of alleen een
specifieke partij (voice) bewerken die aan de performance is
toegewezen.
I Om de volledige performance te bewerken:
Draai de knop naar de modus Performance Play (kan alleen
worden opgeroepen met de knop [PERFORM]) of de modus
Common Edit (opgeroepen via [PERFORM] [EDIT]
[COMMON]).
I Om een specifieke voice van de huidige
performance te bewerken:
Draai de knop in de modus Performance Part Edit
(opgeroepen via [PERFORM] [EDIT] [1] – [4]).
Knop 1
Knop 5
34
MOX6/MOX8 Gebruikershandleiding
Knop 2
Knop 3
Knop 4
Knop 6
Knop 7
Knop 8
Opnemen in de modus
Performance
Tijdens het experimenteren en spelen met arpeggio's in de
modus Performance komt u misschien ritmepatronen en
frases tegen die u leuk vindt en die u wilt opslaan om ze later
te gebruiken. De beste en gemakkelijkste manier om deze
vast te leggen is door uw toetsenspel op te nemen naar een
song of patroon.
Song en patroon
Songs en patronen zijn MIDI-sequencedata die bestaan uit
maximaal 16 tracks.
I Song
Een song op dit instrument is in wezen hetzelfde als een
song op een MIDI-sequencer en het afspelen ervan stopt
automatisch aan het einde van de opgenomen data.
I Patroon
Op dit instrument verwijst de term 'patroon' naar een relatief
korte muziek- of ritmefrase (1 tot 256 maten) die voor
afspelen in een lus wordt gebruikt. Als het afspelen van een
patroon eenmaal is gestart, wordt dit dus herhaald totdat
u op de knop [J] (Stop) drukt.
De melodie en afgespeelde
arpeggio opnemen naar de song
Als een song is geselecteerd als doel van de
performanceopname, kunt u uw toetsenspel met het
arpeggio opnemen zonder u zorgen te maken over
maatbeperkingen of onvoldoende opnameruimte. Het is
bijvoorbeeld een goed idee om uw toetsenspel op te nemen
terwijl u verschillende arpeggiotypen oproept en vervolgens
waar nodig de song te bewerken. U kunt de recorder zelfs
laten lopen terwijl u improviseert en de opname vervolgens
afluisteren en met de beste gedeelten de uiteindelijke song
maken. Voer een opname uit volgens de instructies
hieronder.
1
Selecteer in de modus Performance Play een
performance voor de opname.
2
Druk op de knop ARP [ON/OFF] zodat het lampje
oplicht.