Als er een fout is aan het begin, wordt code 998 weergegeven samen met de
normale foutcode en wordt de zelftest niet uitgevoerd.
Instructies knippercodes
Selecteer in het menu de 2-cijferige of de 3-cijferige trage codelezer, aan de hand
van het type dat is opgenomen in de applicatielijst van het te testen voertuig.
Terwijl de applicatie wordt gelezen, geeft de tester een geluid.
Het klikgeluid geeft aan dat de applicatie draait en werkt en de pieptonen geven aan
dat een code wordt ontvangen van het systeem dat wordt getest.
Voor systemen met trage codes is geen faciliteit voor live data (actuele gegevens)
beschikbaar.
Door het contact in en uit te schakelen wordt het systeem gereset voor de volgende
test, zodat de gebruiker de aanwijzingen op het scherm van de scantool moet
volgen om te bepalen wanneer deze handelingen moeten worden uitgevoerd.
OPMERKINGEN:
De door deze applicatie gerapporteerde foutcodes geven niet per definitie een
defect onderdeel of systeem aan. Sommige foutcodes kunnen gelden voor
onderdelen of systemen die niet in het voertuig aanwezig zijn.
Ook kan een fout worden gerapporteerd als de test niet op de juiste wijze is
uitgevoerd.
Een fout met betrekking tot een onderdeel, kan een fout in het bedradingscircuit
weergeven. De bedrading naar het onderdeel moet volledig worden
gecontroleerd voordat de onderdelen worden vervangen.
Aan het begin van de test dienen alle randapparaten, zoals
verwarmingsventilatoren en airco's, te zijn uitgeschakeld.
3-cijfige systemen
Alle tests zijn routines die door het voertuig worden uitgevoerd met een draaiende
motor of waarbij alleen het contact is ingeschakeld. Om duidelijke codes,
actuatortests of controletests (bijvoorbeeld op en neer bewegen van de kabels) te
krijgen, initieert de applicatie de KO EO of KO ER tests.
Foutcodes worden uitgevoerd tijdens de KO EO en KO ER test.
Het voertuig kan twee soorten fouten uitvoeren. De eerste zijn actuele fouten die
aanwezig zijn tijdens de test, de tweede zijn KAM (Keep Alive Memory) fouten, die
in het geheugen zijn opgeslagen en ooit kunnen zijn opgetreden en nu niet meer
aanwezig zijn.
Een kenmerk van deze systemen is dat de foutcodes twee keer worden verzonden.
Hoewel de herhaalde codes ook op het scherm verschijnen, worden de fouten
slechts één keer weergegeven in de uiteindelijke foutenlijst.
FastCheck
71