64
Stoelen, veiligheidssystemen
Montageplaatsen kinderveiligheidssystemen
Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een kinderveiligheidssysteem
Gewichts- of leeftijdsgroep
Groep 0: tot en met 10 kg of ca. 10 maanden
Groep 0+: tot 13 kg of ca. 2 jaar
Groep I: 9 tot 18 kg of ca. 8 maanden tot 4 jaar B
Groep II: 15 tot 25 kg of ca. 3 tot 7 jaar
Groep III: 22 tot 36 kg of ca. 6 tot 12 jaar
B
= Onder voorbehoud, alleen met stoelbezettingsherkenning en Opel-kinderveiligheidssystemen met transponders.
1
Bij de bevestiging van het kinderveiligheidssysteem met een driepuntsveiligheidsgordel moet de stoelzitting in de
hoogste stand worden gezet. Schuif de passagiersstoel zo ver mogelijk naar achteren en zet het omlooppunt van
de passagiergordel in de laagste stand.
= Onder voorbehoud, alleen met stoelbezettingsherkenning en Opel-kinderveiligheidssystemen met transponders.
B
2
Bij de bevestiging van het kinderveiligheidssysteem met een driepuntsveiligheidsgordel moet de stoelzitting in de
hoogste stand worden gezet. Schuif de passagiersstoel zo ver naar achteren dat de veiligheidsgordel vanaf het
omlooppunt naar voren loopt.
U
= Universeel bruikbaar in combinatie met een driepuntsveiligheidsgordel.
UF = Universeel bruikbaar voor naar voren gerichte kinderveiligheidssystemen in combinatie met een driepuntsveilig‐
heidsgordel.
+
= Autostoel met ISOFIX-bevestiging verkrijgbaar. Bij bevestiging met ISOFIX mogen alleen de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssystemen gebruikt worden.
U wordt geadviseerd een systeem te blijven gebruiken totdat het kind de bovenste gewichtsgrens heeft bereikt.
1)
Op passagiersstoel Op buitenste
1)
B
1
, +
2
, +
X
Op middelste
zitplaatsen
zitplaats
tweede zitrij
tweede zitrij
U, +
U
U, +, ++
U
U
U
Op zitplaatsen
derde zitrij
X
UF
UF