128
Rijden en bediening
Rijden en bediening
rijden .......................................... 128
Remmen .................................... 142
het rijden .................................... 144
Brandstof ................................... 149
Slepen ........................................ 152
Algemene richtlijnen voor
het rijden
Controle over de auto
Nooit met afgezette motor rijden
Veel systemen werken dan niet (bijv.
de rem- en de stuurbekrachtiging). Dit
kan gevaar opleveren voor anderen
en voor uzelf.
Pedalen
Om de pedalen ongehinderd te kun-
nen bedienen geen matten onder de
pedalen leggen.
Starten en bedienen
Inrijden
Tijdens de eerste ritten niet onnodig
hard remmen.
Tijdens de eerste rit kan er rookont-
wikkeling optreden door het verdam-
pen van was en olie op het uitlaatsys-
teem. Na de eerste rit de auto enige
tijd buiten parkeren en inademen van
de dampen vermijden.
Tijdens de inrijperiode liggen het
brandstof- en motorolieverbruik mo-
gelijk iets hoger.