132
Rijden en bediening
Voorzichtig
Het gebruik van andere brandstof‐
kwaliteiten dan die genoemd op
pagina 3 149, 3 211 kan aanlei‐
ding geven tot schade aan de ka‐
talysator en elektronische onder‐
delen.
Onverbrande benzine kan leiden
tot oververhitting van en schade
aan de katalysator. Daarom de
startmotor niet onnodig lang laten
draaien, de tank niet leegrijden en
de motor niet door duwen of sle‐
pen proberen te starten.
Bij overslag, een onregelmatige mo‐
torloop, beperkingen van het motor‐
vermogen of andere ongewone sto‐
ringen, de oorzaak van de storing
meteen door een werkplaats laten
verhelpen. In noodgevallen kan er
korte tijd met matige snelheid en laag
motortoerental verder worden gere‐
den.
Automatische
versnellingsbak
Met de automatische versnellingsbak
kunt u automatisch schakelen (auto‐
matische modus) en bij de uitvoering
met ActiveSelect bovendien ook
handmatig schakelen (handgescha‐
kelde modus).
Versnellingsbakdisplay
De modus of ingeschakelde versnel‐
ling verschijnt op het versnellingsbak‐
display.
Bij auto's met het Open&Start-sys‐
teem knippert P op het versnellings‐
bakdisplay als de ontsteking is uitge‐
schakeld als P niet is ingeschakeld of
de handrem niet is aangetrokken.
Bij ingeschakelde Sport-modus
brandt 1.
Bij ingeschakeld winterprogramma
brandt T.