7.2.2 Reinigings- en onderhoudsintervallen in regelmatige intervallen (vervolg)
Reinigen van de niveausensoren
De niveausensoren moeten na ieder reinigingsprogramma gereinigd worden van
restanten (reagentia en paraffine)!
Na een reinigingsprogramma wordt u door de apparaatsoftware gevraagd de sensoren
(afb.
86, 44) te reinigen.
45
46
Gebruik hiervoor het reinigingsgereedschap + microvezeldoek
is weergegeven in
Gebruik NOOIT het reinigingsgereedschap ZONDER het bijgeleverde microvezel-
doek, omdat u anders de sensoren kunt bekrassen!
Het reinigingsgereedschap heeft twee verschillende lepels. De grote lepel
46) moet worden gebruikt bij de ASP6025, de kleine
ASP300 S.
Gebruik de grote lepel NOOIT voor het reinigen van de sensoren in de ASP200 S/
ASP300 S, om beschadigingen aan de sensoren te voorkomen!
Leica ASP300 S
47
Afb. 85
afb.
87.
7.
Reiniging en onderhoud
44
Afb. 86
(afb.
85) zoals bijvoorbeeld
(afb.
85, 47) bij de ASP200 S/
Afb. 87
(afb.
85,
87