2.2 Waarschuwingen (vervolg)
Waarschuwingen - werken met het apparaat
• Het apparaat mag uitsluitend door geïnstrueerd laboratoriumpersoneel worden bediend. Het
apparaat mag uitsluitend overeenkomstig de gebruiksbepalingen en de instructies in deze
gebruiksaanwijzing worden bediend.
• Het wordt dringend aanbevolen om het apparaat aan te sluiten op een externe afzuiginstal-
latie met de optionele ontluchtingsslang.
• Het apparaat mag alleen met het actieve-koolstoffilter worden gebruikt.
• Het actieve-koolstoffilter in het apparaat moet overeenkomstig de reinigingsvoorschriften
regelmatig worden vervangen.
• Draag bij werkzaamheden met het apparaat geschikte veiligheidskleding (laboratoriumjas,
veiligheidsbril en handschoenen) als bescherming tegen reagentia en potentieel infectieuze
microbiologische verontreinigingen.
• Voorzichtig bij het openen en sluiten van het retort- of het paraffinereservoirdeksel: Beknel-
lings- en verwondingsgevaar!
• In geval van nood kan het apparaat tijdens de preparaatbewerking via de ON/STOP-schake-
laar op de zijkant van het apparaat worden uitgeschakeld.
• Wordt menselijk weefsel verwerkt, dan moet het apparaat op een lokaal alarm en/of een
alarm op afstand
te voorkomen.
• Druk voordat u de retort tijdens een infiltratieproces opent altijd op de toets PAUSE, zodat de
retort wordt geventileerd.
• De paraffine-afvoerslang en de slang voor contactvrij bijvullen/aftappen worden na het vul-
len of aftappen met perslucht gereinigd. Trek daarom de slangen nooit eraf, voordat het bij-
vullen of aftappen helemaal is voltooid.
• Na het vullen/vervangen van reagenscontainers dient u het containerdeksel opnieuw goed
te sluiten.
• De reagenscontainers moeten volledig in de aansluitingen aan de achterkant van de reagens-
module worden geklikt.
• Zitten reagenscontainers niet goed in de aansluitingen, dan wordt enerzijds het infiltratie-
proces onderbroken, anderzijds kunnen reagentia naar buiten stromen.
• Fixeermiddelen die kwikzouten of picrinezuur bevatten, kunnen corrosie aan metalen onder-
delen veroorzaken.
• Elke keer dat paraffine is bijgevuld, moet de retort worden gereinigd met een retort reinigings-
programma.
Leica ASP300 S
(zie hoofdstuk 4.6
) worden aangesloten, om monsterverliezen bij storingen
2.
Veiligheid
17