Inhoudsopgave
Advertenties
6.4 Typische problemen tijdens het bijvullen/aftappen
Leica ASP300 S
Problemen tijdens het bijvullen/aftappen kunnen verschillende oorzaken
hebben:
1. Onvoldoende reagens
• Controleer of de reagenscontainers en de paraffinecontainers vol-
doende reagens bevatten.
2. Onvoldoende druk resp. vacuüm
Het apparaat is niet in staat om in de retort voldoende vacuüm (voor het
bijvullen) resp. voldoende druk (voor het aftappen) op te bouwen.
• Controleer of de betreffende reagenscontainer correct is geplaatst.
• Controleer of alle reagenscontainers correct zijn aangesloten.
• Controleer of onder het deksel van de retort vuil aanwezig is, dat
een lek veroorzaakt.
3. De lucht- of reagensleidingen zijn verstopt
Verstoppingen in de reagensleidingen worden meestal veroorzaakt door
was- of weefselresten. Als het reagens in de retort niet kan worden
afgevoerd, probeer de verstopping dan als volgt te verhelpen:
• Verhit de retort tot de maximaal toelaatbare temperatuur (overeen-
komstig het eventueel in de retort aanwezige reagens). Laat de re-
tort ten minste 15 minuten op deze temperatuur.
• Probeer zodra de maximaal toelaatbare temperatuur is bereikt, een
bijvul- of aftapprocedure uit te voeren.
• Is de retort leeg:
Voer het lange retortreinigingsprogramma uit. Kies daarbij de maxi-
male instellingen voor het aantal reinigingscycli en voor de tempe-
ratuur (natuurlijk telkens afgestemd op de bij de reiniging gebruikte
reagentia/oplosmiddelen).
Als de oorzaken niet volgens een van de bovengenoemde methoden
kunnen worden vastgesteld, neem dan contact op met het Tech-
nische Service Centrum van Leica, voordat u probeert verdere
programma's uit te voeren.
6.
Oplossen van problemen
77
Advertenties
Inhoudsopgave
