3.5 Geschikte reagentia (vervolg)
De volgende reagentia kunnen worden gebruikt in de Leica ASP300 S:
Fixeren
1.
Formaline
(gebufferd of
ongebufferd)
2.
Formalinever-
vangingsmiddel
*
Voordat deze reagentia worden gebruikt, bij Leica of de leverancier informatie opvragen over
eventueel te nemen voorzorgsmaatregelen.
Fixeermiddelen die kwikzouten, azijnzuur of picrinezuur bevatten, kunnen corrosie aan meta-
len onderdelen van het apparaat veroorzaken en de levensduur beperken.
Als u dergelijke fixeermiddelen ondanks hun nadelen gebruikt, dient u aansluitend een reini-
gingsprogramma uit te voeren waarbij verschillende keren met water wordt gespoeld.
Bovendien adviseren wij het apparaat regelmatig te laten onderhouden door het Technisch
Service Centrum van Leica.
Reagentia die hier niet worden genoemd, kunnen schade aan enkele onderdelen van het appa-
raat veroorzaken. Gebruik geen aceton, benzeen of trichloorethaan in het apparaat.
3.6 Aanbevolen omgang met reagentia
• De gebruikte reagentia moeten na het verwerken van 1200 tot 1800 preparaten of na 6 cycli met
telkens 200 tot 300 preparaten worden vervangen.
• Voor de reagentia formaline, procesalcohol en procesxyleen wordt omgevingstemperatuur
aanbevolen.
• De aanbevolen temperatuur voor reinigingsreagentia in de reinigingscyclus bedraagt 65 °C.
• Er mag alleen op zinksulfaten gebaseerde zinkformaline in de ASP200 S/ASP300 S worden
gebruikt. Als zinkformaline wordt gebruikt, moet het reinigingsprogramma een extra waterstap
bevatten.
• Het gebruik van zinkchloridehoudende formaline kan leiden tot corrosie in en aan het apparaat.
Leica ASP300 S
Ontwateren
1.
Ethanol
2.
Isopropanol
Methanol
3.
4.
Butanol
Gedenatureerde
5.
industriële alcohol
3.
Apparaatonderdelen en specificaties
Zuiveren
1.
Xyleen
2.
Tolueen*
Chloroform*
3.
Paraffineren
1.
Paraffine
27