Inhoudsopgave
Advertenties
4.
Eerste inbedrijfstelling
4.2 Elektrische aansluiting
Let op!
De
volgende
aanhouden om schade aan het appa-
raat te voorkomen (zie ook
2.2 "Waarschuwingen - transport en
installatie").
•
Controleer de spanningssticker (afb.
achterkant van het apparaat, om er zeker van
te zijn dat het geleverde apparaat ontworpen
is voor de benodigde spanning.
4.2.1 Aansluiten op de voeding
Nadat u het apparaat de eerste keer heeft ingeschakeld, moet de hoofdschakelaar (ON/OFF) (5)
altijd in de stand "ON" blijven staan.
41
42
43
Linker afb.
Elektrische aansluitingen aan
de achterkant van het apparaat.
30
aanwijzingen
exact
hoofdstuk
3) op de
37
40
Rechter afb.
Correct aangesloten kabels.
Wordt het apparaat op een spannings-
bron aangesloten die niet overeenkomt
met de ingestelde spanning van het ap-
paraat, kan ernstige schade ontstaan.
De spanningsinstelling van het apparaat
is ingesteld in de fabriek en kan NIET
door de gebruiker worden veranderd.
100 - 120 V
• De netkabel (37) dient op de in-
gangsbus (41) van de hoofdvoe-
ding te worden aangesloten.
• De bijgeleverde overbruggings-
kabel (38) verbindt de uitgang
van de hoofdvoeding (43) met
de ingang van de elektronica-
module (40).
38
Afb. 4
Gebruiksaanwijzing, V1.9 RevL – 11.2019
230 - 240 V
Afb. 3
Belangrijk!
De specificatie voor de
aansluiting (40) is als
volgt:
100 - 120 V of
230 - 240 V,
maximaal 200 VA.
Advertenties
Inhoudsopgave
