Inhoudsopgave
Advertenties
B.PRO voedselverdeelwagen/
bestekdompelwagen
Verplaatsen
– Neem de warmtestralers uitsluitend in gebruik wanneer zich geen temperatuurgevoelige
houders of voorwerpen (in het bijzonder van kunststof) in of op de afdekking bevinden.
Overbelaste aflegvlakken!
Overbelasting van de bodem van het apparaat (SAW) of van een wegklapbaar plateau kan leiden
tot kantelen van het apparaat, schade aan de wielen en schade aan de geplaatste voorwerpen.
Bovendien verhoogt dat het risico op letsel, in het bijzonder in de buurt van het apparaat.
– Zorg ervoor, dat het gewicht van de op de aflegvlakken geplaatste voorwerpen onder de
maximale belasting ligt.
– Belast gemonteerde delen NIET met zware voorwerpen
(bv. gevulde Gastronorm-inzetbakken).
– Controleer aflegvlakken en plateaus regelmatig op tekenen van vervorming of beschadiging.
– Zorg ervoor, dat personen niet op de aflegvlakken gaan zitten of deze als opstap misbruiken.
Overbelast schuifdeksel!
– Belast het schuifdeksel ten hoogste met de maximaal toegestane grenswaarden.
Overbelaste hoestbescherming!
– Plaats of leg geen voorwerpen op de hoestbescherming.
Transportschade en gevaar voor persoonlijk letsel!
Ondeskundig transport kan leiden tot beschadigingen en tot persoonlijk letsel en/of materiële
schade.
– Controleer, dat de locatie van het apparaat voldoet aan de geldende verordeningen,
voorschriften en evt. overige nationale bepalingen.
Risico van kantelen!
Dit apparaat kan kantelen en ernstig persoonlijk letsel en/of materiële schade veroorzaken.
Het apparaat is bij stilstand met gesloten deur stabiel tot een hellingshoek van 10°.
– Verwijder alle voorwerpen van de bovenzijde voordat het apparaat wordt verplaatst.
Tijdens het verplaatsen van het apparaat kunnen Gastronorm-inzetbakken of vaatwerk uit het
apparaat glijden.
– Houd de deur tijdens het verplaatsen gesloten.
– Verplaats het apparaat uitsluitend over oppervlakken met een hellingshoek van < 10°.
– Wanneer het apparaat op een helling staat, moet het, aanvullend op de ingeschakeld
remmen, met andere maatregelen (bv. wielblokken) worden geborgd tegen onbedoeld
wegrollen.
– Controleer voor transport van het apparaat het remvermogen van de wielen door het
apparaat op een vlakke ondergrond te plaatsen en de remmen van de wielen in te schakelen.
– Controleer dat het apparaat veilig stilstaat en niet kan wegrollen of slippen.
Neem bij tekenen van beschadigingen aan de remmen of bij onvoldoende remvermogen het
apparaat NIET in gebruik en laat onmiddellijk het/de defecte wiel(en) vervangen door een
bevoegd servicepunt.
ª
Hoofdstuk "Reparatie" op pagina 49
BEDIENINGSHANDLEIDING
17
Advertenties
Inhoudsopgave
