Appendix
Aanbevolen veiligheidsafstanden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur en
NL
het apparaat
Het apparaat is bedoeld voor gebruik in de hieronder gespecificeerde elektromagnetische omgevingen
waarin uitgestraalde RF-storingen onder controle zijn. De klant of de gebruiker van het apparaat kan
helpen elektromagnetische interferentie te voorkomen door de minimale afstand na te leven tussen
draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur (zenders) en het apparaat, zoals hieronder wordt
aangeraden op basis van het maximale uitgangsvermogen van het communicatieapparaat.
Nominaal vermogen
van de zender (W)
0,01
0,1
1
10
100
Tab. 3: Aanbevolen veilige afstanden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur en
het apparaat
Voor zenders waarvan het maximale nominale vermogen niet in de bovenstaande tabel is opgegeven,
kan de aanbevolen afstand d in meter (m) worden bepaald met behulp van de vergelijking voor de
betreffende kolom, waarbij P het maximale uitgangsvermogen van de zender in Watt (W) is volgens de
fabrikant van de zender.
Opmerking 1
Opmerking 2
56
Afstand in overeenstemming met de zendfrequentie (m)
150 kHz tot 80 MHz
d = 1,2 × ÖP
0,12
0,38
1,2
3,8
12
Bij 80 MHz en 800 MHz geldt een hoger frequentiebereik.
Deze richtlijnen gelden mogelijk niet in alle situaties. De voortplanting van elektro-
magnetische golven wordt beïnvloed door absorptie en reflectie van structuren,
objecten en mensen.
80 MHz tot 800 MHz
d = 1,2 × ÖP
0,12
0,38
1,2
3,8
12
800 MHz tot 2,5 GHz
d = 2,3 × ÖP
0,23
0,73
2,3
7,3
23
2207100016L14 2003V016