De weergegeven informatie aanpassen
●
Volg stap 1–2 van "Weergegeven
informatie aanpassen" (= 92) om
[Aangepast scherm 1] of [Aangepast
scherm 2] te kiezen en druk vervolgens
op de knop [
●
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
het keuzewiel [ ] om de informatie
te selecteren die u wilt weergeven.
Druk vervolgens op de knop [ ]
om een vinkje [
●
Om een voorbeeld van een
scherm te zien, drukt u op de knop
[
] om terug te keren naar het
scherm [Scherminfo/schakel instellingen].
●
Voor een kleiner rasterpatroon opent u het tabblad [
[Opname-infoscherm] > [Rasterweergave].
●
De volgende instellingen zijn beschikbaar door tabblad [
[Opname-infoscherm] > [Histogram] te kiezen.
-
Overschakelen van een helderheidshistogram naar een
RGB-histogram.
-
De grootte van het weergegeven histogram verkleinen.
Persoonlijke voorkeuze configureren
Configureer persoonlijke voorkeuzes op het tabblad [ 1] van het
menu (= 33) om de werking van de camera aan te passen aan uw
opnamevoorkeuren. U kunt ook veelgebruikte functies toewijzen aan
specifieke keuzewielen en knoppen.
].
] toe te voegen.
1] >
1] >
1
Selecteer het type functie dat u wilt
aanpassen.
●
Druk op de knop [
] en selecteer
het tabblad [ 1] (= 33).
●
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
het keuzewiel [ ] om een type functie
te selecteren ([Belichting] of [Overige])
en druk vervolgens op de knop [ ].
2
Selecteer de functie.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai de
keuzewielen [
][ ] om een functie
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop [ ].
3
Selecteer een optie.
●
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
het keuzewiel [ ] om een optie te
selecteren.
●
Als u klaar bent, drukt u op de knop [ ]
om terug te keren naar het vorige scherm.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M-, C1- en C2-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
93