●
Om over te schakelen naar gefilterde
beeldweergave, drukt u op de knop [ ]
en gaat u naar stap 3.
3
Bekijk de gefilterde beelden.
●
Beelden die voldoen aan uw voorwaarden,
worden in gele kaders weergegeven.
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai het
keuzewiel [ ] om alleen deze beelden
weer te geven.
●
Druk op de knop [ ], kies [
menu en druk vervolgens op de knop [ ]
om de gefilterde weergave te annuleren.
●
Als op de camera voor bepaalde voorwaarden geen
overeenkomende beelden zijn gevonden, zijn die voorwaarden
niet beschikbaar.
●
Opties voor het bekijken van de gevonden beelden (stap 3)
zijn "Bladeren door beelden in een index" (= 104), "Beelden
vergroten" (= 107) en "Diavoorstellingen bekijken" (= 108).
U kunt ook beeldbewerkingen toepassen op alle gevonden
beelden door [Alle beelden beveiligen] te selecteren in "Beelden
beveiligen" (= 109) of door [Sel. alle beelden] te selecteren
in "Meerdere beelden tegelijk wissen" (= 112), "Beelden
toevoegen aan de printlijst (DPOF)" (= 180) of "Beelden
toevoegen aan een fotoboek" (= 183).
●
Als u beelden bewerkt en opslaat als nieuwe beelden
(= 115–= 118) wordt een bericht weergegeven en worden
de gevonden beelden niet meer weergegeven.
●
Dezelfde bewerkingen zijn beschikbaar als u op de knop [
drukt en het tabblad [
2] > [Beeld zoeken] selecteert.
●
U kunt ook voorwaarden selecteren door op de schermen
te tikken in stap 1 en 2.
Het hoofdinstelwiel gebruiken om te wisselen
van beeld
Gebruik het hoofdinstelwiel om de gewenste beelden snel te vinden en
erdoor te bladeren door de beeldweergave te filteren met uw aangegeven
voorwaarden.
] in het
●
Gebruik [
]
classificatie te gaan.
●
Door het keuzewiel [
door beelden bladert, springt u naar het vorige of volgende beeld
volgens de sprongmethode die u hebt gekozen in de weergave
van één opname.
●
U kunt de voorwaarde (of sprongmethode) ook instellen door MENU
(= 33) > tabblad [
Geeft de beelden weer die u hebt beoordeeld
(= 114).
Springt naar het eerste beeld in de groep
beelden die op dezelfde datum zijn genomen.
Springt met 10 beelden tegelijk.
Springt met 100 beelden tegelijk.
1
Selecteer een voorwaarde.
●
Kies een voorwaarde (of sprongmethode)
in de weergave van één opname door het
keuzewiel [
] te draaien en vervolgens
op de knoppen [ ][ ] te drukken.
2
Bekijk de beelden die overeenkomen
met de door u opgegeven voorwaarde,
of spring met het opgegeven aantal.
●
Draai het keuzewiel [
] om alleen
beelden te bekijken die overeenkomen
met de voorwaarde of om met het
opgegeven aantal beelden vooruit of
achteruit te springen.
] om van het ene naar het andere beeld met een
] te draaien terwijl u in de indexweergave
5] > [Spring met
] te selecteren.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M-, C1- en C2-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
106