De beeldhelderheid vergrendelen of wijzigen
Voor of tijdens een opname kunt u de belichting vergrendelen of wijzigen
met stappen van 1/3 stop in een bereik van -3 tot +3 stops.
●
Druk op de knop [
te vergrendelen. Druk nogmaals
op de knop [
te ontgrendelen.
●
Kijk naar het scherm en draai de
belichtingscompensatieknop om
de belichting aan te passen.
●
U kunt de belichting ook vergrendelen of ontgrendelen door
op [
] te tikken.
●
Tijdens opnamen kunt u de belichting ook aanpassen door op
de belichtingscompensatiebalk onder aan het scherm te tikken
en vervolgens op [
][
] te tikken.
●
De hoeveelheid waarmee de belichting wordt aangepast door
op het scherm te tikken, is anders dan de hoeveelheid die wordt
ingesteld door de belichtingscompensatieknop te gebruiken.
Controleer het beeld dat wordt weergegeven.
Foto's
Films
De automatische langzame sluiter kan worden uitgeschakeld indien er
ruw bewogen wordt in films. Bij weinig licht kunnen films er echter donker
uitzien.
] om de belichting
] om de belichting
Automatische langzame sluiter uitschakelen
●
Druk op de knop [
langzame sluiter] op het tabblad [
en selecteer vervolgens [A-SLOW OFF]
(= 33).
●
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt
u deze procedure, maar selecteert
u [A-SLOW ON].
●
Automatische langzame sluiter is beschikbaar voor films in
[
], [
], [
] en [
Vóór gebruik
Basishandleiding
Foto's
Films
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
], kies [
Auto.
van de camera
8]
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M-, C1- en C2-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
Menu Instellingen
].
Accessoires
Bijlage
Index
63