Lensbeeldstabilisatie gebruiken
Corrigeer cameratrilling door het gebruik van een lens met ingebouwde
beeldstabilisatie. Lenzen met ingebouwde beeldstabilisatie worden
aangeduid met "IS".
●
Schuif de schakelaar voor beeldstabilisatie
op de lens op [ON].
De camera testen
Probeer de camera uit door deze in te schakelen, enkele foto- of
filmopnamen te maken en ze te bekijken.
Opnamen maken (Automatisch/scène)
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen
voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor
specifieke composities.
1
Schakel de camera in.
●
Verschuif de aan-uitschakelaar naar [
2
Open de modus [
●
Stel het programmakeuzewiel in op [
●
Linksboven in het scherm verschijnt een
scènepictogram (1).
●
In het bovenste gedeelte van het
scherm wordt ook het aantal foto's (2)
weergegeven en de lengte van de films (3)
die de kaart kan bevatten.
●
Kaders worden rond gezichten en
onderwerpen weergegeven die zijn
gedetecteerd, om aan te geven dat
hierop is scherpgesteld.
3
Kies de compositie.
●
Als u een zoomlens gebruikt, kunt
u in-/uitzoomen door de zoomring
op de lens met uw vingers te draaien.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Foto's
Films
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
].
Tv-, Av-, M-, C1- en C2-modus
Afspeelmodus
].
Draadloze functies
].
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
25