Flitser
De flitsmodus wijzigen
U kunt de flitsmodus wijzigen en aanpassen aan de opnamecompositie.
Zie "Flitser" (= 212) voor meer informatie over het flitsbereik.
1
Klap de flitser uit.
●
Verschuif de schakelaar [ ].
2
Configureer de instelling.
●
Druk op de knop [ ], kies een flitsmodus
(druk op de knoppen [ ][ ] of draai het
keuzewiel [ ]) en druk vervolgens op
de knop [ ].
●
De optie die u hebt ingesteld, wordt
nu weergegeven.
●
Als de flitser is ingeklapt, kan het instelscherm niet worden geopend
door op de knop [ ] te drukken. Verschuif de schakelaar [ ] om
de flitser uit te klappen en configureer de instelling.
●
Als u flitst, kan vignettering optreden. Er kunnen ook gebieden
met vignettering of donkere beeldgebieden optreden, wanneer
de flitser werkt, afhankelijk van de lens.
●
Wanneer de kans op overbelichting bestaat, past de camera voor
opnamen met flitser automatisch de sluitertijd of ISO-snelheid aan
om vervaagde highlights te verminderen en opnamen te maken
met een optimale belichting. Daarom kunnen sluitertijden en
ISO-snelheden die worden weergegeven als u de ontspanknop
half indrukt, niet overeenkomen met de instellingen van opnamen
met flitser.
●
U kunt deze instelling ook configureren door MENU (= 33) >
tabblad [
5] > [Flitsbesturing] > [Flitsen] te selecteren.
Automatisch
Als er weinig licht is, wordt er automatisch geflitst.
Aan
Er wordt bij elke opname geflitst.
Foto's
Films
Slow sync
Er wordt geflitst om de helderheid van het hoofdonderwerp (zoals mensen)
te verbeteren terwijl er opnamen gemaakt worden met een langere sluitertijd,
zodat de achtergrond buiten het flitsbereik verlicht wordt.
Uit
Voor het maken van opnamen zonder flitser.
●
Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen
om de camera stil te houden en cameratrilling te voorkomen
in de modus [
]. Schakel in dit geval ook beeldstabilisatie uit
(= 84).
●
In de modus [
] mag het hoofdonderwerp niet bewegen totdat
het geluid van de sluiter stopt, zelfs nadat de flitser geflitst heeft.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M-, C1- en C2-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
81