Opnamen maken
Er kunnen geen opnamen worden gemaakt.
●
De camera kan geen opnamen maken tenzij de onderwerpen zijn scherpgesteld.
Wacht terwijl u de ontspanknop half indrukt tot het kader groen wordt en geef de
camera de tijd om scherp te stellen voordat u probeert een opname te maken.
●
Druk in de afspeelmodus (= 100) de ontspanknop half in (= 30).
Vreemde weergave op het scherm bij weinig licht (= 32).
Vreemde weergave op het scherm bij opnamen.
●
Houd er rekening mee dat de volgende weergaveproblemen niet op foto's
worden vastgelegd, maar wel in films worden opgenomen.
-
Als u opnamen maakt bij TL- of LED-verlichting kan het scherm flikkeren
en kan een horizontale band verschijnen.
[ ] knippert op het scherm wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt
en opnemen is niet mogelijk (= 40).
[ ] verschijnt wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt (= 40).
●
Opnamen maken met beeldstabilisatie (= 84)
●
Klap de flitser uit en stel de flitsmodus in op [ ] (= 81).
●
Verhoog de ISO-snelheid (= 69).
●
Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera
stil te houden. Schakel in dit geval ook beeldstabilisatie uit (= 84).
De opnamen zijn niet scherp.
●
Opnamen maken met automatisch scherpstellen (AF).
●
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk
de knop daarna volledig in om een opname te maken (= 30).
●
Scherpstellen is niet mogelijk als u dichter bij het onderwerp staat dan de
minimale scherpstelafstand van de lens. Controleer de lens voor de minimale
scherpstelafstand. De minimale scherpstelafstand van de lens wordt gemeten
vanaf de markering [
] (scherpstelvlak) boven op de camera tot het
onderwerp.
●
Stel [AF-hulplicht (LED)] in op [Insch.] (= 50).
●
Controleer of u alle functies hebt uitgeschakeld die u niet wilt gebruiken, zoals
handmatig scherpstellen.
●
Probeer op te nemen met de scherpstelvergrendeling of AF-vergrendeling
(= 76, = 78).
Opnamen zijn wazig.
●
Afhankelijk van de omstandigheden tijdens de opname kan vervaging van
beelden optreden wanneer Touch Shutter wordt gebruikt. Houd de camera
stil tijdens de opname.
AF-kaders zijn oranje en onderwerpen blijven onscherp wanneer ik de
ontspanknop half indruk,
●
Probeer de delen met hoog contrast van onderwerpen te centreren voordat u de
ontspanknop half indrukt. Of probeer de ontspanknop meerdere malen half in te
drukken. Deze handelingen kunnen helpen bij het scherpstellen van de camera.
Dit wordt aangegeven met een groen AF-kader.
De onderwerpen in de opnamen zijn te donker.
●
Klap de flitser uit en stel de flitsmodus in op [ ] (= 81).
●
Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie (= 67).
●
Pas de helderheid aan met behulp van automatische helderheidsoptimalisatie
(= 70).
●
Gebruik AE-vergrendeling of deelmeting (= 68).
De onderwerpen zijn te helder, de highlights zijn vervaagd.
●
Klap de flitser in en stel de flitsmodus in op [
●
Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie (= 67).
●
Gebruik AE-vergrendeling of deelmeting (= 68).
●
Verminder de belichting van het onderwerp.
De opnamen zijn te donker, ondanks dat er is geflitst (= 40).
●
Maak de opname binnen het bereik van de flits (= 212).
●
Pas de helderheid aan met behulp van flitsbelichtingscompensatie of door
het flitssterkteniveau te wijzigen (= 82, = 91).
●
Verhoog de ISO-snelheid (= 69).
De onderwerpen in geflitste foto's zijn te helder, de highlights zijn vervaagd.
●
Maak de opname binnen het bereik van de flits (= 212).
●
Klap de flitser in en stel de flitsmodus in op [
●
Pas de helderheid aan met behulp van flitsbelichtingscompensatie of door het
flitssterkteniveau te wijzigen (= 82, = 91).
Er verschijnen witte stipjes op flitsopnames.
●
Dit komt doordat het licht van de flitser wordt weerspiegeld door stof- of andere
deeltjes in de lucht.
Opnamen zien er korrelig uit.
●
Verlaag de ISO-snelheid (= 69).
●
Hoge ISO-snelheden kunnen in sommige opnamestanden leiden tot korrelige
beelden (= 54).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
] (= 37).
Index
] (= 37).
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M-, C1- en C2-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
185