●
U kunt ook van gezicht wisselen en het AF-kader verplaatsen
door op de knop [
] te drukken.
-
Om het AF-kader te verplaatsen wanneer de AF-methode is
ingesteld op [
], nadat u op de knop [
u op de knoppen [
][
][ ][ ]. Druk op de knop [
terug te keren naar het opnamescherm. Om het kader weer
in het midden van het opnamescherm of het scherm voor
kaderaanpassing te zetten, houdt u de knop [
twee seconden ingedrukt.
-
Als de AF-methode is ingesteld op [
knop [
] om [Gezichtsselectie: Aan] weer te geven. Rond
het gezicht dat als hoofdonderwerp wordt vastgesteld, wordt
een gezichtskader [
] weergegeven. Druk nogmaals op de
knop [
] als u het gezichtskader [
een ander gedetecteerd gezicht. Zodra u alle gedetecteerde
gezichten hebt doorlopen, wordt [Gezichtsselectie: Uit]
weergegeven en wordt gezichtsselectie geannuleerd.
●
Om het kader na de opname op dezelfde positie te houden
(waar u het scherm hebt aangeraakt) wanneer [Touch Shutter] is
ingesteld op [Insch.] (= 44), kiest u MENU (= 33) > tabblad
[
2] > [Touch Shutter] > [Positie AF-frame] > [Aanraakpunt].
Opnamen maken met AF-vergrendeling
U kunt de scherpstelling vergrendelen. Als de scherpstelling is vergrendeld,
wordt de focuspositie niet gewijzigd, zelfs niet als u de ontspanknop loslaat.
1
Vergrendel de scherpstelling.
●
Houd de ontspanknop half ingedrukt
en druk op de knop [ ].
●
De scherpstelling is nu vergrendeld
en [
] wordt weergegeven.
●
Om de scherpstelling te ontgrendelen,
laat u de ontspanknop los en drukt u
opnieuw op de knop [ ]. In dit geval
wordt [
] drukt, drukt
] om
] ten minste
], drukt u op de
] wilt verplaatsen naar
Foto's
Films
] niet meer weergegeven.
2
Kies de compositie en maak een
opname.
Opnamen maken met Servo AF
Deze modus helpt u om te voorkomen dat u foto's mist van bewegende
onderwerpen, omdat de camera blijft scherpstellen op het onderwerp en
de belichting aanpast zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
1
Configureer de instelling.
●
Druk op de knop [ ], selecteer [ONE
SHOT] en selecteer vervolgens [SERVO]
(= 32).
2
Stel scherp.
●
De scherpstelling en belichting blijven
behouden waar het blauwe AF-kader
wordt weergegeven terwijl u de
ontspanknop half indrukt.
●
De camera kan mogelijk geen opname maken terwijl er wordt
scherpgesteld, zelfs niet als u de ontspanknop helemaal indrukt.
Houd de ontspanknop ingedrukt terwijl u het onderwerp volgt.
●
Er wordt een oranje AF-kader weergegeven wanneer de camera
niet is scherpgesteld op onderwerpen.
●
Het gebruik van de zelfontspanner (= 42) beperkt de AF-modus
tot [ONE SHOT].
●
Als u MENU (= 33) > tabblad [
kiest, blijft de modus beperkt tot [ONE SHOT].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Foto's
Films
Index
3] > [AF kader afm.] > [Klein]
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M-, C1- en C2-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
78