nl Storingen verhelpen
Storing
Ingeschakelde appa-
raat kan niet worden
bediend, op het dis-
play verschijnt
.
De binnenruimte
warmt niet op en op
het display staat
.
Melding met "D" of
"E" verschijnt in het
display, bijv. D0111
of E0111.
Apparaat kan niet
worden gestart
De tijd verschijnt niet
wanneer het apparaat
is uitgeschakeld
Het apparaat ver-
zoekt om de binnen-
ruimte schoon te ma-
ken en de watertank
te vullen.
Na het inschakelen
van een functie toont
het display een mel-
ding, dat de tempera-
tuur te hoog is.
Er verschijnt een mel-
ding om te ontkalken,
zonder dat eerst de
teller wordt weerge-
geven.
Knoppen knipperen.
Stoomschaal is leeg-
gekookt hoewel de
watertank vol is.
Watertank loopt zon-
der reden leeg en de
stoomschaal stroomt
over.
Het apparaat ver-
zoekt om de water-
tank te vullen, hoewel
de watertank vol is.
22
Oorzaak en probleemoplossing
Kinderslot is geactiveerd.
Houd
ingedrukt totdat
▶
Demomodus is geactiveerd.
Haal de stroom kortstondig van het apparaat door de zekering in de meterkast uit en na
1.
ca. 10 s opnieuw in te schakelen.
Deactiveer de demo-modus binnen 3 minuten in de basisinstellingen .
2.
→ "Basisinstellingen", Pagina 15
Storing
Schakel het apparaat uit en weer in.
1.
a Als de storing eenmalig was, verdwijnt de melding.
Verschijnt de melding opnieuw, neem dan contact op met de servicedienst. Geef tijdens
2.
het telefoongesprek de exacte foutmelding door.
Apparaatdeur is niet helemaal gesloten.
Sluit de apparaatdeur.
▶
Apparaat is niet uitgeschakeld.
Schakel het apparaat uit en weer aan.
▶
Tijdens het ontkalken werd de stroomtoevoer onderbroken of het apparaat uitgeschakeld.
Spoel het apparaat tweemaal nadat het weer is ingeschakeld.
▶
Het apparaat is niet voldoende afgekoeld.
Laat het apparaat afkoelen.
1.
Stel opnieuw een functie in.
2.
Ingestelde waterhardheid is te laag
Ontkalk het apparaat.
1.
Controleer de ingestelde waterhardheid en pas de waterhardheid aan.
2.
Normaal verschijnsel door condenswater achter het bedieningspaneel.
Geen handeling vereist.Geen handeling vereist.
Watertank is niet goed ingeschoven.
Schuif de watertank in het apparaat, tot de watertank waarneembaar vastklikt.
▶
Toevoer naar de watertank is verstopt.
Ontkalk het apparaat.
1.
Controleer de ingestelde waterhardheid en pas de waterhardheid aan.
2.
De watertank werd niet goed gesloten.
Sluit het deksel van de watertank, totdat deze waarneembaar vastklikt.
▶
De afdichting van het tankdeksel is verontreinigd.
Maak de afdichting schoon.
▶
Afdichting in het tankdeksel is defect.
Koop een nieuwe watertank bij de klantenservice.
▶
Watertank is niet goed ingeschoven.
Schuif de watertank in het apparaat, tot de watertank waarneembaar vastklikt.
▶
Het herkenningssysteem werkt niet.
Neem contact op met de klantenservice.
▶
op het display dooft.