Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hoofdstuk 1 Installatie; Antenne-Aansluiting; Aardeaansluiting; Bliksembescherming - Kenwood TS-590SG Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

1 INSTALLATIE

ANTENNE-AANSLUITING

Een antennesysteem bestaat uit een antenne,
voedingskabel en aarde. De zendontvanger werkt
uitstekend als het antennesysteem en de installatie ervan
zorgvuldig worden uitgevoerd. Gebruik een goed afgestelde
50  antenne voor een goede kwaliteit, een hoogwaardige
50  coaxkabel en topkwaliteit aansluitingen. Alle
aansluitingen moeten schoon en stevig zijn.
Stem na het maken van de aansluitingen de impedantie
van de coaxkabel en de antenne af zodat de SWR 1,5:1 is
of minder. Door een hoge SWR neemt het zendvermogen
af en kan leiden tot radiofrequente interferentie met
consumentenproducten zoals stereoversterkers en
tv's. Er kan zelfs interferentie optreden met uw eigen
zendontvanger. Meldingen dat uw signaal wordt vervormd
kunnen erop duiden dat uw antennesysteem het vermogen
van uw zendontvanger niet voldoende uitzendt.
Sluit uw primaire HF/ 50 MHz antennevoedingskabel aan op
ANT 1 op de achterkant van de zendontvanger. Als u twee
HF/ 50 MHz antennes gebruikt, sluit u de tweede antenne
aan op ANT 2. Raadpleeg pagina 9 voor de locatie van de
antenneaansluitingen.
De LF-band wordt alleen uitgevoerd vanaf het DRV-station.
Opmerkingen:
Zenden zonder eerst een antenne aan te sluiten of een andere
overeenkomstige lading kan de zendontvanger beschadigen.
Sluit de antenne eerst altijd aan op de zendontvanger alvorens
te zenden.
Alle permanente stations dienen te zijn uitgerust met een
bliksemafleider ter vermindering van brandgevaar, elektrische
schokgevaar en schade aan de zendontvanger.
Het beschermingscircuit van de zendontvanger treedt in werking
als de SWR groter is dan 1,5:1. Vertrouw echter niet op de
bescherming ter compensatie van een slecht functionerend
antennesysteem.

AARDEAANSLUITING

Zorg ten minste voor goede gelijkstroomaarde ter
voorkoming van elektrische schokken en dergelijke. Voor
superieure communicatie is goede RF-aarde vereist
waarop het antennesysteem kan functioneren. Aan
beide voorwaarden kan worden voldaan door een goede
aardevoorziening voor uw station. Begraaf een of meerdere
aardingsstangen of een grote koperen plaat in de grond
en sluit deze vervolgens aan op de GND-aansluiting van
de zendontvanger. Gebruik voor deze aansluiting zwaar
ijzer- of koperdraad en snij deze zo kort mogelijk af. Gebruik
geen gasleidingen, elektrische leidingen of een plastic
waterpijp als aarde.
TS-590SG

BLIKSEMBESCHERMING

Ook in gebieden waar onweer niet vaak voorkomt, bestaat
er ieder jaar de kans hierop. Denk zorgvuldig na hoe u
uw apparatuur en huis kunt beschermen tegen bliksem.
De installatie van een bliksemafleider is een goed begin,
maar u kunt meer doen. U kunt bijvoorbeeld het einde
van de zendkabels van uw antennesysteem aansluiten
op een invoerpaneel dat u buiten uw huis installeert.
Aard dit invoerpaneel op een goede buitenaarding en
sluit vervolgens de juiste voedingskabels aan tussen het
invoerpaneel en uw zendontvanger. Ontkoppel bij onweer
de voedingskabels van uw zendontvanger voor extra
bescherming.

GELIJKSTROOMAANSLUITING

Voor gebruik van deze zendontvanger hebt u een
afzonderlijke gelijkstroomvoeding nodig van 13,8 V. Deze
dient u apart aan te schaffen. Sluit de zendontvanger
niet direct aan op een wisselstroomcontact. Gebruik het
bijgeleverde gelijkstroomsnoer om de zendontvanger
aan te sluiten op een gereguleerde stroomvoorziening.
Vervang een snoer niet door kleinere meetdraden. Het
stroomvermogen van de voeding moet maximaal 20,5 A zijn
of hoger.
Sluit eerst de gelijkstroomkabel aan op de gereguleerde
gelijkstroomvoeding; de rode draad op de positieve
klem en de zwarte op de negatieve. Sluit vervolgens de
gelijkstroomkabel aan op de gelijkstroomaansluiting van de
zendontvanger.
Druk de aansluitingen goed aan totdat deze in elkaar
klikken.
Opmerkingen:
Schakel voordat u de gelijkstroomkabel op de zendontvanger
aansluit de gelijkstroomvoeding en zendontvanger uit.
Steek de gelijkstroomvoeding niet in een wisselstroomcontact
totdat u alle aansluitingen hebt gemaakt.
Gelijkstroomvoeding
(20,5 A of meer)
Zekering (25 A)
Zwart (−)
Rood (+)
N-1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave