13 RANDAPPARATUUR AANSLUITEN
REMOTE AANSLUITING
Pennr.
GND
GND:
ansluiten op het
metalen schild.
EXT.AT-AANSLUITING (voor AT-300)
Pennr.
MIC-AANSLUITING
Pennr.
Opmerking:
◆
De nummers van de pinnen van de aansluiting zijn gerangschikt zoals gezien op de voor- en de achterzijde.
◆
Gebruik geen snoer van 3 m lang met de volgende aansluitingen:
PHONES-aansluiting
KEY-aansluiting
N-72
Pennaam
1
SPO
Luidsprekeruitvoer
2
COM
Common-aansluiting
Stand-by, bij aarding gaat de zendontvanger over op de TX-modus.
3
SS
• Tijdens verzending wordt de audioinvoer van ACC2-
aansluitingsterminal 11 (ANI) en de USB-terminal onderdrukt.
Bij aansluiting op de common-aansluiting gaat de versterker over op de
4
MKE
TX-modus.
Bij aansluiting op de common-aansluiting gaat de versterker over op de
5
BRK
RX-modus.
6
ALC
ALC-invoer vanaf de versterker (ca. -7 V).
7
RL
Ongeveer +12 V DC wordt uitgevoerd in de TX-modus (10 mA max.).
Pennaam
1
GND
Aarde
2
TT
AT-300-regelinvoer/-uitvoer
3
GND
Aarde
4
NC
Geen aansluiting
5
TS
AT-300-regelinvoer/-uitvoer
6
14S
Stroomvoeding voor EXT.AT geschakeld 13,8 V (4 A max.).
Pennaam
1
MIC
MIC-signaalinvoer
2
SS
MIC-stand-by (PTT)-regeling
3
MD
MIC-af-regeling
4
MU
MIC-AAN-regeling
5
8 A
Geschakeld 8 V (10 mA max.)
6
NC
Geen aansluiting
7
MSG
MIC GND
8
MCG
GND
MIC-aansluiting
COM-aansluiting
PADDLE-aansluiting DRV-aansluiting
Functie
Functie
Functie
EXT. SP-aansluiting ACC 2-aansluiting
USB-aansluiting
I/O
O
I/O
I
I/O
I/O
I
O
I/O
—
I/O
—
—
I/O
O
I/O
I
I
I
I
O
—
—
—
REMOTE-aansluiting