Nr.
Functie
133
KEY
134
DRV
135
METER
136
LSB/USB
137
CW/FSK
138
FM/AM
139
DATA
140
F.LOCK
141
FINE
142
IF FIL
143
NB
144
NR
145
AUTO NOTCH
146
BC
147
NOTCH
148
SPLIT
149
TF-SET
150
A=B
151
A/B
152
M/V
153
M.IN
154
M>V
155
Q-M.IN
156
Q-MR
157
MH
158
SCAN
159
MENU
160
CH1
161
CH2
162
CH3
163
CH4
164
RX
165
RIT
166
XIT
167
CL
168
AGC/T
Opmerking
[MULT/CH]
standaardwaarde (CW-
modus)
Geselecteerde ANT: ANT
OUT aan/uit
Indrukken en ingedrukt
houden: REV
Indrukken en ingedrukt
houden: NAR
Met de CW-morsedecoder
aan, druk op deze knop en
houd deze ingedrukt om de
drempelniveau-instelmodus
te openen.
Druk op deze knop en
houd deze ingedrukt om
de bandbreedtedisplay te
openen.
Druk op deze knop en
houd deze ingedrukt om
de niveau-instelmodus te
openen.
Druk op deze knop en
houd deze ingedrukt om
de niveau-instelmodus te
openen.
Indrukken en ingedrukt
houden: NOTCH WIDE.
Mic [PF2] standaard
Mic [PF1] standaard
Mic [PF3] standaard
[RIT] standaardwaarde
[XIT] standaardwaarde
[CL] standaardwaarde
Druk op deze knop en
houd deze ingedrukt om
de tooninstelmodus te
openen.
HANDIGHEDEN VOOR DE OPERATOR 12
Nr.
Functie
169
AGC OFF
170
CW T.
200
VOICE1
201
VOICE2
202
VOICE3
203
MONITOR
204
TX TUNE 1
205
TX TUNE 2
206
DATA SEND
207
DWN
208
UP
209
EMERGENCY
MUTE (SUB
210
RECEIVER)
UIT
Opmerkingen:
◆
Toegewezen toetsfuncties kunnen afhankelijk van de instelling
mogelijk niet werken.
◆
[AGC SEL] kan worden gebruikt in andere dan de FM-modus en
kan een stapniveau instellen van de gekozen AGC-tijdinstelling
(SNEL/ LANGZAAM).
◆
[TONE SEL] kan ook in de FM-modus worden gebruikt terwijl
TONE of CTCSS is ingeschakeld,
DSP RX EQUALIZER
NIVEAUREGELING VOOR ONTVANGEN GELUID
Gebruik menunummer 37 om de frequentieresponsen
van de ontvanger van het doelsignaal te wijzigen. U kunt
kiezen uit 8 verschillende ontvangerprofielen, waaronder
de standaard vlakke frequentierespons. Als u een van de
volgende items selecteert in het menu, verschijnt "
het display.
•
Uit (oFF):
Lichte afzwakking (1 kHz of hogere geluidsfrequenties).
•
Hoge boost 1 (hb1):
Accentueert hogere geluidsfrequenties.
•
Hoge boost 2 (hb2):
Accentueert hogere geluidsfrequenties maar de
afzwakking van de lagere geluidsfrequenties is minder
dan hoge boost1 (hb1).
•
Formant-doorloop (FP):
Verbetert de helderheid door geluidsfrequenties buiten
het normale stemfrequentiebereik te onderdrukken.
•
Basboost 1 (bb1):
Accentueert lagere geluidsfrequenties.
•
Basboost 2 (bb2):
Accentueert lagere geluidsfrequenties maar de
afzwakking van de hogere geluidsfrequenties is minder
dan basboost1 (hb1).
•
Vlak (FLAT):
De vlakke frequentierespons.
•
Gebruiker (U):
Gereserveerd voor de ARCP-software. UIT is de
standaardfabrieksinstelling.
Opmerking: U kunt de RX-equalizer voor iedere modus instellen.
Opmerking
[PF A] standaard
[PF B] standaard
De onderste meter tijdens
zenden
Mic [PF4] standaard
De invoerstem van
het datastation wordt
verzonden
Mic [DWN] standaard
Mic [UP] standaard
Noodfrequentie-oproep
(alleen K-type)
Geen functie
" op
N-57