5 BASISCOMMUNICATIE
SSB-ZENDING
SSB is de meest gebruikte modus op de HF-
amateurradiobanden. Vergeleken met andere stemmodi
heeft SSB slechts een smalle communicatiebandbreedte
nodig. Met SSB kunt u ook communiceren over lange
afstanden met een minimaal zendvermogen.
Als u meer informatie nodig hebt over ontvangen, raadpleeg
"BASISBEDIENING" vanaf pagina 10.
1 Selecteer een bedieningsfrequentie.
2 Druk op [LSB/USB] totdat "USB" of "LSB" verschijnt op
het bedrijfsmodusdisplay.
•
Als de gewenste zijband ("USB" of "LSB") niet
verschijnt, selecteert u eerst de andere zijband. Druk
vervolgens op [LSB/USB]. De modusindicator wijzigt
naar uw zijband.
•
"USB" is de bovenste zijband en "LSB" de onderste
zijband. USB wordt doorgaans gebruikt voor de
communicatie voor 10 MHz en hoger terwijl LSB
wordt gebruikt voor frequenties van onder de 10
MHz.
3 Druk op [MIC (CAR)] om de microfoonversterking af te
stellen.
•
Het huidige versterkingsniveau wordt getoond op de
subdisplay.
4 Druk op Mic [PTT] en houd deze toets ingedrukt.
•
De TX-RX-LED brandt rood.
•
Raadpleeg "VOX" {pagina 31} voor informatie over
automatisch schakelen tussen TX/ RX.
5 Spreek in de microfoon en draai de MULTI/CH-regelknop
zodat de ALC-meter is afgestemd op uw stemniveau
maar niet de ALC-grens overschrijdt.
•
Spreek met uw normaal stemgeluid en -bereik.
Houdt u uw mond te dicht bij de microfoon of spreekt
u te luid, dan kan dit leiden tot stemvervorming en
kan dit de verstaanbaarheid verminderen op het
ontvangende station.
•
U kunt de spraakverwerker gebruiken. Raadpleeg
"SPRAAKVERWERKER" {pagina 32} voor meer
informatie.
6 Laat Mic [PTT] los om terug te keren naar de
Ontvangstmodus.
•
De TX-RX-LED brandt groen of schakelt afhankelijk
van de SQL-regelstand uit.
7 Druk op [MIC (CAR)] of [CLR] om de afstelling van
microfoonversterking te sluiten.
Raadpleeg "COMMUNICATIEHULPMIDDELEN" vanaf
pagina 29 voor informatie over extra nuttige bedrijfsfuncties.
AM-ZENDING
Iedere modus die op de HF-amateurbanden wordt gebruikt
heeft zijn eigen voordelen. Hoewel DX-communicatie over
lange afstanden waarschijnlijk minder vaak zal voorkomen
bij gebruik van AM, is de superieure geluidskwaliteit
van werken met AM een goede reden voor bepaalde
amateurzenders om voor deze modus te kiezen.
Als u meer informatie nodig hebt over ontvangen, raadpleeg
"BASISBEDIENING" vanaf pagina 10.
1 Selecteer een bedieningsfrequentie.
2 Druk op [FM/AM (FM-N)] totdat "AM" verschijnt.
•
Als "AM" niet verschijnt, selecteert u eerst "FM" en
drukt u op [FM/AM (FM-N)]. De modusindicator
wijzigt naar "AM".
3 Druk op [MIC (CAR)] om de afstelmodus voor
microfoonversterking te openen.
•
Het huidige versterkingsniveau wordt getoond op het
subdisplay.
4 Druk op Mic [PTT] en houd deze toets ingedrukt.
•
De TX-RX-LED brandt rood.
•
Raadpleeg "VOX" {pagina 31} voor informatie over
automatisch schakelen tussen TX/ RX.
5 Spreek in de microfoon en stel de MULTI/CH-regelknop
in zodat de vermogensmeter enigszins overeenkomt met
uw stemniveau.
•
Spreek met uw normaal stemgeluid en -bereik.
Houdt u uw mond te dicht bij de microfoon of spreekt
u te luid, dan kan dit leiden tot stemvervorming en
kan dit de verstaanbaarheid verminderen op het
ontvangende station.
•
U kunt de spraakverwerker gebruiken. Raadpleeg
"SPRAAKVERWERKER" {pagina 32} voor meer
informatie.
6 Laat Mic [PTT] los om terug te keren naar de
Ontvangstmodus.
•
De TX-RX-LED brandt groen of schakelt afhankelijk
van de SQL-regelstand uit.
7 Druk op [MIC (CAR)] of [CLR] om de afstelmodus voor
microfoonversterking te sluiten.
Raadpleeg "COMMUNICATIEHULPMIDDELEN" vanaf
pagina 29 voor informatie over extra nuttige bedrijfsfuncties.
Opmerking: als de TX-vermogensmeterwaarde de door u in de
TX-vermogensinstelling {pagina 58} opgegeven waarde overschrijdt,
vermindert u de microfoonversterking of past u uw stemgeluid en
-bereik aan.
N-21