c
Druk op
om de draadmarkering te
selecteren die u wilt naaien.
Memo
• Wanneer er twee of meer elementen zijn,
selecteert u met
een patroon waaraan u de draadmarkering
wilt toewijzen.
d
Druk op
.
Het patroon herhaaldelijk naaien
Wanneer u het herhaalpatroon hebt gemaakt,
plaatst u de stof opnieuw in het borduurraam en
blijft u borduren voor het volgende patroon.
a
Selecteer het randpatroon met de
draadmarkering midden in het einde van
het patroon.
*
Zie "Draadmarkeringen toekennen" op pagina 64.
en
of
en
BASIS BEWERKINGSFUNCTIES
b
Druk op
en vervolgens op
c
Druk op de "Start/Stop"-toets om te
beginnen met borduren.
Wanneer het borduren beëindigd is, wordt de
draadmarkering geborduurd met de laatste garenkleur.
d
Verwijder het borduurraam.
e
Plaats de stof opnieuw in het borduurraam.
Opmerking
• Pas de positie van de stof aan, zodat het
borduurgebied voor het volgende patroon
zich binnen het borduurgebied bevindt.
a Patroon dat eerst is geborduurd
b Positie van het patroon dat daarna wordt
geborduurd
c Borduurgebied
.
2
65