BORDUURAPPLICATIE
d
Lijn de positie van het onderdeel in de hoek
uit.
Gebruik de toetsen voor verplaatsing van het patroon
om de binnenhoek van de eerder op de quilt
getekende referentielijnen uit te lijnen met de
binnenhoek van het onderdeel dat de projector
projecteert.
a
a Binnenhoek
Memo
• U kunt op het instellingenscherm de
naaldpositie corrigeren die de projector
projecteert. Zie "Naald kalibreren met de
ingebouwde camera" in de
Bedieningshandleiding (Naaien) van de
machine voor de procedure.
• Draai indien nodig het patroon om het uit te
lijnen tussen de getekende referentielijnen.
e
Druk op
te geven.
f
Druk op de "Start/Stop"-toets om het eerste
onderdeel te borduren.
g
Wanneer het borduren is voltooid en de
onderstaande melding wordt weergegeven,
druk op
Het volgende te borduren onderdeel wordt
weergegeven.
138
om het borduurscherm weer
.
h
Positioneer elk onderdeel en borduur het
volgens de instructies op het scherm.
Er zal gevraagd worden om het beginpunt uit te lijnen
en het patroon te draaien, waarbij het project eventueel
opnieuw in het borduurraam geplaatst moet worden.
b
a
c
b
a
c
b
a
a Wanneer u het randonderdeel borduurt
Gebruik de toetsen voor verplaatsing van het patroon om het
door de projector geprojecteerde beginpunt uit te lijnen met het
eindpunt van het vorige patroon en druk vervolgens op
Opmerking
• Voor een precieze positionering van het beginpunt
draait u het handwiel naar u toe om de naaldpositie
te controleren. Nadat u de naaldstand hebt
gecontroleerd, moet u met de toets "naald omhoog/
omlaag" de naald terug zetten in de hoogste stand.
Memo
• Als het volgende patroon kan worden geborduurd
zonder het project opnieuw in het raam te hoeven
plaatsen, worden er geen instructies op het
scherm weergegeven voor de uitlijning van het
beginpunt van het patroon. Het patroon zal
automatisch worden uitgelijnd met het beginpunt.
Draai het patroon om de hoek van het geprojecteerde segment
uit te lijnen met de referentielijn op de quilt en druk vervolgens
op
.
c
a
d
a
b
c
a
b
c
.