c
Breng een dun laagje textiellijm aan op de
achterkant van de applicatie die u hebt
a
gemaakt in stap
op de vorm in de basisstof.
d
Kies het kaderpatroon (satijnsteek) van
dezelfde vorm als de applicatie. Borduur
over de applicatie en de basisstof van stap
c
om de applicatie te maken.
Opmerking
• Als u de grootte of de positie van de patronen
wijzigt wanneer u ze selecteert, noteer dan de
grootte en de positie daarvan.
a Applicatiemateriaal
. Bevestig de applicatie
Applicatie maken met een
kaderpatroon (2)
Dit is een tweede methode om applicaties te
maken met borduurpatronen. Bij deze methode
hoeft u de stof in het borduurraam niet te
verwisselen. Borduur één patroon met een rechte
steek en één patroon met een satijnsteek.
a
Kies een kaderpatroon (rechte steek) en
borduur dit patroon op de basisstof.
b
Plaats de applicatiestof op het patroon dat u
hebt geborduurd in stap
*
Controleer of de applicatiestof het stiksel volledig
bedekt.
c
Borduur hetzelfde patroon op de
applicatiestof.
BORDUURAPPLICATIE
a
.
117
3