PATROONONTWERPSCHERM
Gebruik van de stempeltoets
a
Druk op
b
Selecteer een vorm en de uitvoering van de
vorm.
a
b
a Stempelvormen
b Stempeltypen
c Opgeslagen omtrekken
d Borduurraamgebieden
160
.
c
d
Stempelvormen
Standaard vormen
Gesloten vormen
Open vormen
Stempeltypen (alleen voor standaard vormen)
Omtrek
Vulsteek
Omtrek en vulsteek
*
Selecteer de omtrek (
omtrek en vulsteek (
Opgeslagen omtrekken
Omtrekken van borduurpatronen kunnen
worden geregistreerd als stempelvormen.
Wanneer u stempelvormen registreert,
selecteer deze dan uit de laatste 20 gebruikte
borduurpatronen. Als u meer dan 20 vormen
registreert, wordt de oudste automatisch
gewist. Voor meer informatie over het
registreren van een stempelvorm, zie
"Decoratief stiksel rond een borduurpatroon
(een quiltfunctie)" op pagina 189.
Borduurraamgebieden
Selecteer een borduurgebied om het patroon
in te delen zodat het past in een borduurraam.
Als u een verschuivingswaarde hebt
opgegeven, wordt er een vormverschuiving
naar de binnenkant weergegeven. Wanneer u
een kaderpatroon maakt met gebruik van een
motiefsteek enz., geeft u een
verschuivingswaarde in overeenstemming met
de patroongrootte op, zodat het patroon
binnen het borduurgebied voor het
geselecteerde borduurraam past.
*
Druk op
om terug te keren naar het
patroonontwerpscherm.
c
Druk op
om de geselecteerde stempel
in te stellen.
Het patroonontwerpscherm wordt weergegeven.
*
U kunt het formaat wijzigen en de vorm draaien of
verplaatsen nadat u deze hebt gemaakt door op
of
te drukken.
), vulsteek (
) of
) van een standaard vorm.