d
Druk op
patroon te bewerken.
*
Zie "Patronen bewerken" op pagina 35 voor meer
informatie over het scherm "Bewerken".
e
Druk op
.
Het borduurscherm wordt weergegeven.
f
Druk op
verplaatsen op het borduurscherm voordat
u gaat borduren.
*
Zie "Borduurscherm" op pagina 38.
*
Als u naar het vorige scherm wilt teruggaan om een
ander borduurpatroon te selecteren, druk op
.
g
Druk op de "Start/Stop"-toets om te
beginnen met borduren.
*
Zie "Patronen borduren" op pagina 50.
om het geselecteerde
om het patroon te
Kader- en omrandingspatronen
selecteren
a
Druk op
.
b
Druk boven in het scherm op de toets met
de kadervorm die u wilt borduren.
a
b
a Kadervormen
b Kaderpatronen
Onder in het scherm verschijnen diverse
kaderpatronen met de geselecteerde vorm.
c
Druk op de toets van het kaderpatroon dat
u wilt borduren.
*
Als u per ongeluk een verkeerd omrandingspatroon
hebt geselecteerd, druk dan op de toets van het
patroon dat u wel wilt borduren.
Het geselecteerde patroon verschijnt op het scherm.
d
Volg de stappen vanaf
"Borduurpatronen/Decoratieve
letterpatronen/Borduursteken selecteren"
op pagina 40.
PATRONEN KIEZEN
c
g
tot
van
41
1