Memo
• De laatst gescande afbeelding wordt
automatisch opgeslagen in het geheugen van de
machine. Druk op
afbeelding te importeren. (pagina 171)
d
Als het scannen klaar is, geeft u de nodige
instellingen op in het scherm voor de
controle van de scanafbeelding.
Wijzig de instellingen zo dat u de afbeelding gemakkelijk
kunt converteren naar het gewenste patroon.
a
b
a [Max. aantal kleuren]
Het aantal kleuren in een afbeelding
wordt verminderd tot maximaal het
aantal dat u hier opgeeft. Vervolgens
wordt de omtrek geëxtraheerd.
b [Achtergrond verwijderen] Selecteer of de achtergrondkleur wordt
opgenomen als een van de kleuren of niet.
c [Lijn]
Selecteer of de omtrek wordt
gedetecteerd als lijn of niet. Een
dikke omtrek kan ook worden
gedetecteerd als gebied.
Wanneer de omtrek wordt
gedetecteerd als lijn, kunt u de
lijndikte en kleur opgeven.
*
Als u wilt stoppen met scannen en wilt terugkeren
naar het scherm van stap
Memo
• Druk op
om de omtrek te detecteren.
U kunt een lijndikte opgeven tussen 1,0 mm
(1/16 inch) en 5,0 mm (3/16 inch).
• Druk op
om de omtrekkleur te
selecteren. Raak de gewenste kleur aan of
verplaats het pictogram
het kleurenselectiescherm.
om deze opgeslagen
c
c
, druk op
.
met
in
e
Verplaats
om de afbeelding voor het
patroon in het kader te plaatsen.
f
Druk op
.
Het scherm voor de controle van de geconverteerde
afbeelding verschijnt.
g
In het scherm waar u de geconverteerde
afbeelding bevestigt kunt u de afbeelding zo
nodig aanpassen zoals beschreven in stap
*
Als u de afbeelding wilt vergroten, druk op
*
Als u de afbeelding wilt weergeven voordat deze
werd geconverteerd, druk op
afbeeldingen voor en na de conversie en wijzig de
instellingen zo nodig.
*
Wilt u terugkeren naar het vorige scherm, druk op
Nadat u de wijzigingen aan bovenstaande
instellingen hebt toegepast, verandert
. Druk op
afbeelding naar wens is.
h
Druk op
.
Het patroonontwerpscherm wordt weergegeven.
ILLUSTRATIESCAN
d
.
.
. Vergelijk de
.
in
om te controleren of de
177
4