b
Plaats de klos draad zo op de klospen dat de
draad met de klok mee van de klos
afwikkelt. Plaats de kloshouder stevig op de
klospen.
VOORZICHTIG
• Zorg ervoor dat de klossen elkaar niet raken.
Anders windt de draad niet soepel af en kan de
naald breken en letsel veroorzaken. Zorg
bovendien dat de klossen de uitschuifbare
draadgeleider in het midden niet raken.
Opmerking
• Wanneer u 2 klossen draad gebruikt, zorg dan
dat beide klossen in dezelfde richting gaan.
• Zorg dat de draad niet blijft haken onder de
klos.
c
Trek de draad van de klos. Leid de draad
van achteren naar voren door de
draadgeleiders bovenin.
Wanneer u draad gebruikt die snel van de klos
afwikkelt, zoals metallic garen, gebruik dan de
bijgesloten ring om te voorkomen dat de draad
verstrikt raakt.
Inrijgvolgorde: Trek de draad uit de klos en leid de
draad van onder af door de ring (1), de draadgeleider
in (2) en via de ring van boven naar beneden (3).
Wanneer u werkt met de ring, kunt u het kloshouder
tussenstuk niet gebruiken.
Opmerking
• Leid de draad zo dat deze niet verstrikt raakt
met de andere draad.
• Nadat u de draad volgens de aanwijzingen
hebt doorgevoerd, windt u eventueel
overtollig draad terug op de spoel. Anders
raakt het overtollige draad verstrikt.
d
Leid de draad van rechts naar links door de
draadgeleider van de machine.
a Draadgeleider
e
Rijg de machine in volgens stap
van "Bovendraad inrijgen" op pagina 21.
BOVENDRAAD INRIJGEN
2
3
1
a
f
o
t/m
1
25