Pagina 1
Bedieningshandleiding Borduur- en naaimachine Productcode: 882-C50 Lees dit document voordat u de machine gebruikt. Houd dit document bij de hand, zodat u het kunt raadplegen.
Pagina 3
INLEIDING INLEIDING Gefeliciteerd met de aanschaf van deze machine. Alvorens de machine te gebruiken dient u zorgvuldig de "BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES" te lezen. Vervolgens bestudeert u deze handleiding zodat u de diverse functies goed gebruikt. Nadat u de handleiding hebt gelezen, bergt u deze op een handige plek op. Dan kunt u de handleiding zo nodig raadplegen.
Pagina 4
Als u het probleem daarmee niet kunt oplossen, raadpleeg dan uw plaatselijke erkende Brother-dealer. Gebruik deze machine alleen voor de bestemde doeleinden, zoals beschreven in deze handleiding.
Pagina 5
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES BEWAAR DEZE INSTRUCTIES Deze machine is bedoeld voor huishoudelijk gebruik. Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (kinderen inbegrepen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of geestelijk vermogens,tenzij onder toezicht of met instructies over het gebruik van het apparaat door degene die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.Let goed op dat kinderen niet met het apparaat spelen.
Pagina 6
WAT U MET DEZE MACHINE KUNT DOEN WAT U MET DEZE MACHINE KUNT DOEN Basishandelingen Lees dit gedeelte eerst nadat u de machine hebt aangeschaft. U vindt hier bijzonderheden over het configureren van de machine, en beschrijvingen van de nuttigste functies. Hoofdstuk 1 Voorbereidingen Belangrijkste onderdelen en schermen leren bedienen...
Pagina 7
INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE HANDELSMERKEN Bochten naaien ..............7 Van naairichting veranderen ..........7 INLEIDING............1 Zware stof naaien ..............7 BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ..1 Klittenband naaien ..............8 WAT U MET DEZE MACHINE KUNT DOEN..4 Lichte stof naaien ..............9 MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE ..
Pagina 8
UITLEG VAN FUNCTIES ........57 Eigen steken opslaan in uw lijst .......... 110 PATRONEN KIEZEN OM TE BEWERKEN ... 58 Opgeslagen steken ophalen..........111 Borduurpatronen kiezen/Brother “Exclusief”/Bloemletter/Kader/Werken met de spoel .... 59 Borduren Letterpatronen kiezen ............59 PATRONEN BEWERKEN ........61 Patroon verplaatsen .............
Pagina 9
INHOUDSOPGAVE Bijlage Hoofdstuk1 Werken met de spoel WERKEN MET DE SPOEL........3 VOORBEREIDINGEN VOOR HET WERKEN MET DE SPOEL..............3 Benodigde materialen ............3 Bovendraad inrijgen............... 4 Onderdraad voorbereiden............5 NAAIEN MET DE SPOEL........9 Stof plaatsen en naaien ............9 Vrij naaien met de spoel ............
Pagina 10
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE Hieronder worden de diverse onderdelen en hun functie beschreven. Lees deze beschrijving alvorens de naaimachine te gebruiken. Zo leert u de namen van de onderdelen. Machine ■ Vooraanzicht ■ Rechterkant/Achteraanzicht a Aansluiting voor de optionele persvoet Sluit de voet voor dubbel transport of de borduurvoet met de LED-aanwijzer aan.
Pagina 11
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE Naald en persvoetgedeelte Maatindeling op de steekplaat, het spoelhuisdeksel (met markering) en het steekplaatdeksel De maatindeling op het spoelhuisdeksel is een houvast voor patronen die u naait met de middelste naaldstand. De maatindeling op de steekplaat en het steekplaatdeksel is een houvast voor steken die u naait met de linkernaaldstand.
Pagina 12
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE Borduurtafel Bedieningstoetsen a "Start/stoptoets" Als u op deze toets drukt, naait de machine een paar steken op lage snelheid en begint vervolgens te naaien op de snelheid die is ingesteld met de schuifknop voor snelheidsregeling. Druk nogmaals op de toets om de naaimachine stil te zetten.
Pagina 13
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE Gebruik van de accessoiretafel Trek de bovenkant van accessoiretafel naar u toe om de accessoireruimte te openen. In de accessoiretafel met accessoireruimte bevindt zich een opbergvak voor persvoeten. a Opbergruimte van de accessoiretafel b Opbergruimte voor persvoeten van de accessoiretafel c Opbergruimte voor persvoeten Er zijn ook opbergruimten voor optionele...
Pagina 14
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE Bijgeleverde accessoires 75/11 2 naalden 90/14 2 naalden 75/11 2,0/11 naald 90/14 2 naalden: Ballpointnaald (goudkleurig) 2 naalden B-12...
Pagina 15
XF4873-001 • Voetpedaal: Model T 10 Adapter XF3613-001 U kunt dit voetpedaal gebruiken op 11 Schroef (klein) XA4813-051 machines met de productcode 882-C50. De 12 Naaldsetje X58358-051 productcode vindt u op de kenplaat van de 13 Tweelingnaald X59296-151 machine. 14 Ballpointnaaldset XD0705-051 •...
Pagina 16
MACHINEONDERDELEN EN HUN FUNCTIE Optionele artikelen Onderstaand vindt u de optionele toebehoren die u apart kunt kopen bij uw officiële Brother-dealer. Onderdeelcode Onderdeelcode Onderdeel Onderdeel Andere Andere Amerikaanse Amerikaanse vereisten vereisten continent continent Multifunctioneel voetpedaal SAMFFC (VS) MFFC1: 13 Boventransportvoet...
Pagina 17
Basishandelingen U vindt hier bijzonderheden over het configureren van de machine, en beschrijvingen van de nuttigste functies. Paginanummer in dit gedeelte begint met “B”. Hoofdstuk1 Voorbereidingen..........B-16...
Pagina 18
BBasishandelingen Hoofdstuk Voorbereidingen ■ Borduurtafel verwijderen ............61 DE MACHINE AAN- EN UITZETTEN ....... 17 FUNCTIES WAARVOOR U HET ACCESSOIRE MOET De machine de eerste maal instellen ........18 AANSLUITEN OP DE MACHINE ......63 DISPLAY ..............20 Gebruik van USB-media of ■...
Pagina 19
DE MACHINE AAN- EN UITZETTEN DE MACHINE AAN- EN UITZETTEN WAARSCHUWING • Gebruik alleen gewone huishoudaansluitingen als elektriciteitsbron. Het gebruik van andere bronnen kan brand, elektrische schokken of schade aan de machine tot gevolg hebben. • Zorg dat de stekkers van het netsnoer stevig in het stopcontact en in de voedingsingang van de machine zitten.
Pagina 20
DE MACHINE AAN- EN UITZETTEN Steek de andere stekker van het netsnoer in Zet de hoofdschakelaar op "O" om de de voedingsingang van de machine en steek machine uit te zetten. vervolgens de netstekker in een wandstopcontact. Memo • Wanneer de machine tijdens het naaien met de naaifunctie wordt uitgeschakeld, wordt de bewerking niet hervat wanneer u de machine weer inschakelt.
Pagina 21
DE MACHINE AAN- EN UITZETTEN Druk op of op om de tijd/datum in te stellen. a Druk op deze toets om de tijd weer te geven op het scherm. b Stel het jaar (YYYY), de maand (MM) en de datum (DD) in.
Pagina 22
DISPLAY DISPLAY VOORZICHTIG • Raak het scherm alleen aan met uw vinger of de bijgeleverde schermaanraakpen. Gebruik geen scherp potlood, schroevendraaier of ander hard of scherp voorwerp. U hoeft niet hard op het scherm te drukken. Als u te hard drukt of een scherp voorwerp gebruikt, kunt u het scherm beschadigen. ■...
Pagina 23
DISPLAY ■ Naaistekenscherm Druk met uw vinger op de desbetreffende toetsen om een steekpatroon of een functie van de machine te kiezen. Wanneer de toets lichtgrijs wordt weergegeven, is de functie momenteel niet beschikbaar. Display Toetsnaam Uitleg Pagina Display Hier verschijnt de enkele-naaldstand of de tweelingnaaldstand en de –...
Pagina 24
DISPLAY ■ Functies van de toetsen Display Toetsnaam Uitleg Pagina “Naaisteken”-toets Druk op deze toets om een rechte steek, zigzagsteek, knoopsgat, blindzoomsteek S-21 of andere vaak gebruikte steek voor het naaien van kleding te selecteren. “Letter-/ Druk op deze toets om letter- of decoratieve steekpatronen te selecteren. S-77 decoratieve steken”-toets Schermvergrendeltoets Druk op deze toets om het scherm te vergrendelen.
Pagina 25
DISPLAY Display Toetsnaam Uitleg Pagina Spiegeltoets Druk op deze toets om een spiegelbeeld van het geselecteerde steekpatroon te S-21 maken. Als de toets op het scherm lichtgrijs is, kunt u geen spiegelbeeld van het geselecteerde steekpatroon naaien. Automatische Druk op deze toets om automatisch draadknippen in te stellen. Stel S-13 draadkniptoets automatisch draadknippen in voordat u met naaien begint om automatisch...
Pagina 26
DISPLAY Gebruik van de instellingstoets Druk op om de standaard machine-instellingen (naaldstopstand, borduursnelheid, beginscherm, enz.) te wijzigen. Als u andere instellingenschermen wilt weergeven, drukt u op voor 'Naai-instellingen", op voor "Algemene instellingen", of op voor "Borduurinstellingen". Memo • Druk op of op naast de paginanummers om een ander instellingenscherm weer te geven.
Pagina 27
DISPLAY Algemene instellingen a Hiermee selecteert u de naaldstopstand (d.w.z. de naaldstand wanneer de machine niet werkt): omhoog of omlaag. Selecteer de omlaag-stand voor het gebruik van de spiltoets. (zie pagina S-15) b Selecteer de bediening van de knop “Naaldstand - steek plaatsen” uit onderstaande twee procedures (zie pagina S-18).
Pagina 28
“Softwareversie 2” de programmaversie van de machine. Memo • De nieuwste versie van de software is geïnstalleerd op uw machine. Informeer bij uw plaatselijke erkende Brother-dealer of kijk op “ http://solutions.brother.com ” of er updates beschikbaar zijn ( pagina A-38 B-26...
Pagina 29
DISPLAY Borduurinstellingen a Hiermee kiest u uit 16 borduurraamschermen (zie pagina E-35). b Hiermee wijzigt u de garenkleurweergave in het “Borduren”-scherm; garennummer, kleurnaam (zie pagina E-34). c Wanneer u garennummer "#123" selecteert, kunt u kiezen uit 6 garenmerken (zie pagina E-34). d Hiermee wijzigt u de maximuminstelling borduursnelheid (zie pagina E-33).
Pagina 30
DISPLAY ■ De “Ecomodus” of ■ Vorm van de aanwijzer wijzigen “Afsluitondersteun-modus” selecteren wanneer u een USB-muis gebruikt Bespaar stroom door de machine op ecomodus of In het instellingenscherm kunt u de aanwijzervorm afsluitondersteunmodus te zetten. selecteren die verschijnt wanneer een USB-muis wordt Als u de machine een tijdje achterlaat zonder hem te aangesloten.
Pagina 31
DISPLAY ■ Achtergrondkleur van de selecteert u de instelling voor het beginscherm. borduurpatronen wijzigen In het instellingenscherm kunt u de achtergrondkleuren voor het borduurpatroon en de patroonminiaturen wijzigen. Naar gelang de patroonkleur selecteert u de gewenste achtergrondkleur uit de 66 beschikbare instellingen. U kunt andere achtergrondkleuren selecteren voor het borduurpatroon en de patroonminiaturen.
Pagina 32
DISPLAY ■ Het formaat van patroonminiaturen Selecteer de achtergrondkleur uit de 66 beschikbare instellingen. opgeven De miniaturen om een borduurpatroon te selecteren kunt u zo instellen dat ze kleiner of groter worden weergegeven. Het grote formaat is 1,5 maal het kleine formaat.
Pagina 33
DISPLAY ■ Een afbeelding van het instellingenscherm Druk op of op om het gewenste opslaan op een USB-medium miniatuurformaat te selecteren. U kunt een afbeelding van het instellingenscherm opslaan als BMP-bestand. U kunt maximaal 100 afbeeldingen opslaan op één USB-medium. Plaats het USB-medium in de USB-poort op de rechterkant van de machine.
Pagina 34
DISPLAY Gebruik van de Helptoets naaimachine Druk op om het helpscherm van de naaimachine te openen. Er zijn drie functies beschikbaar in het onderstaande scherm. a Druk op deze toets om beschrijvingen te tonen van het inrijgen van de bovendraad, het opwinden van de spoel, het verwisselen van de persvoet, het voorbereiden van het borduurpatroon en het gebruik van de machine (zie pagina B-33).
Pagina 35
DISPLAY Gebruik van de gebruiksaanwijzingfunctie Druk op om het hieronder getoonde scherm te openen. Bovenaan het scherm staan zes categorieën. Door op een toets te drukken krijgt u meer informatie over die categorie. toont u informatie over toont u informatie over toont u informatie over de belangrijkste onderdelen van de machine de bedieningstoetsen.
Pagina 36
DISPLAY Voorbeeld:Informatie tonen over het inrijgen Gebruik van de naaiaanwijzingfunctie van de bovendraad Met de naaiaanwijzingfunctie kunt u patronen Druk op selecteren in het naaistekenscherm. Gebruik deze functie als u niet weet welke steek u moet gebruiken voor uw toepassing, of voor advies Druk op over bepaalde steken.
Pagina 37
DISPLAY Lees de beschrijvingen en kies de gewenste Druk op steek. → Op het scherm verschijnen aanwijzingen voor het naaien van de geselecteerde steek. Volg de aanwijzingen om de steek te naaien. Druk op om naar de volgende pagina te gaan. Druk op om naar de vorige pagina te gaan.
Pagina 38
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD ■ Gebruik van de extra klospen Spoel opwinden Met deze machine kunt u de spoel opwinden zonder de draad uit de machine te halen. Terwijl u naait met de hoofdklospen, kunt u de spoel →...
Pagina 39
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD Zet de extra klospen omhoog. Memo • Wanneer u naait met fijne kruiswikkeldraad, gebruikt u de kleine kloskap en laat u enige ruimte tussen de kap en de draadklos. a Kloskap (klein) a Extra klospen b Draadklos (kruiswikkeldraad) Zet de draadklos zo op de extra klospen dat c Ruimte de draad aan de voorkant afwikkelt.
Pagina 40
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD Leid de draad rond de voorspanningsschijf. Leid het uiteinde van de draad door de Zorg dat de draad zich onder de geleidegleuf in de spoelwinderbasis en trek voorspanningsschijf bevindt. de draad vervolgens naar rechts om de draad af te snijden met de draadafsnijder.
Pagina 41
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD Snijd de draad af met een schaar en Druk op verwijder de spoel. → Het opwinden van de spoel start automatisch. De spoel stopt met draaien wanneer hij is opgewonden. De spoelopwindschakelaar schuift automatisch terug naar de oorspronkelijke stand. Opmerking Memo •...
Pagina 42
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD Zet de hoofdschakelaar aan en open het Leid de draad door de draadgeleider. bovendeksel. Houd de gleuf in de spoel tegenover de veer op de spoelwinderas en plaats de spoel op de as. a Draadgeleider Leid de draad rond de voorspanningsschijf. Zorg dat de draad zich onder de voorspanningsschijf bevindt.
Pagina 43
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD Als de draad is verstrikt onder de Wind de spoel opnieuw op. spoelwinderbasis, druk dan eenmaal op Opmerking om het opwinden van de spoel te • Zorg dat de draad goed door de stoppen. voorspanningsschijf gaat (Pagina B-38). Spoel aanbrengen →...
Pagina 44
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD Schuif de grendel van het spoelhuisdeksel naar rechts. Memo • In welke volgorde de onderdraad door de spoel moet worden geleid, is aangegeven met markeringen rond het spoelhuis. Rijg de machine in volgens de aanwijzingen. a Spoelhuisdeksel b Grendel Druk met uw rechterhand de spoel losjes op →...
Pagina 45
INRIJGEN VAN DE ONDERDRAAD Plaats het lipje in de linkerbenedenhoek van Druk op de "Naaldstandtoets" om de naald het spoelhuisdeksel (1) en druk zachtjes op omhoog te zetten. de rechterkant om het deksel te sluiten (2). Trek zachtjes aan de bovendraad. Een lus van de onderdraad komt uit het gat in de naaldplaat.
Pagina 46
BOVENDRAAD INRIJGEN BOVENDRAAD INRIJGEN Zet de hoofdschakelaar aan. Bovendraad inrijgen Druk op de "Persvoettoets" om de persvoet → → → Druk op omhoog te zetten. → in die volgorde om een video van de bewerking weer te geven op de display (zie pagina B-35).
Pagina 47
BOVENDRAAD INRIJGEN Draai de klospen zo dat deze omhoog wijst. Zet de draadklos zo op de klospen dat de Memo • Wanneer u naait met fijne kruiswikkeldraad, draad vanaf de voorkant van de klos gebruikt u de kleine kloskap en laat u enige afwikkelt.
Pagina 48
BOVENDRAAD INRIJGEN Leid de draad omlaag, omhoog en Leid de draad door de vervolgens omlaag door de groef, zoals draadgeleiderschijven (aangegeven met aangegeven in de illustratie. "7"). Zorg dat de draad door de groef in de draadgeleider gaat. a Groef in draadgeleider Memo Trek de draad omhoog door de •...
Pagina 49
BOVENDRAAD INRIJGEN Druk op de "Automatisch inrijgentoets" om de naald automatisch in te rijgen. Opmerking • Sommige naalden kunt u niet inrijgen met de naaldinrijger. Gebruik dan niet de naaldinrijger nadat u de naald door de draadgeleider op de naaldstang (aangegeven met "6") hebt geleid, maar leid de naald handmatig van voren naar achteren door het oog van de naald.
Pagina 50
BOVENDRAAD INRIJGEN Druk op en installeer de Zet de extra draadklos zo op de extra klospen dat de draad aan de voorkant tweelingnaald (“NAALD VERWISSELEN” op afwikkelt. Duw de kloskap zo ver mogelijk pagina B-53). op de klospen om de draadklos vast te zetten.
Pagina 51
BOVENDRAAD INRIJGEN Ga door met inrijgen, maar leid de draad niet door de draadgeleider "6" op de VOORZICHTIG naaldstang. Rijg de naald aan de rechterkant in. • Stel beslist de tweelingnaaldstand in als u een tweelingnaald gebruikt. Als u een tweelingnaald gebruikt terwijl de machine in de enkele naaldstand staat, kan de naald breken en schade veroorzaken.
Pagina 52
BOVENDRAAD INRIJGEN ■ Gebruik van de verticale klospen Gebruik de verticale klospen wanneer u een onregelmatig gevormde draadklos gebruikt en wanneer u naait of borduurt met metallic garen. Plaats de verticale klospen op de spoelwinderas. a Spoelwinderas b Verticale klospen c Klosvilt d Draadklos Installeer het klosvilt en de garenklos in die...
Pagina 53
PERSVOET VERWISSELEN PERSVOET VERWISSELEN VOORZICHTIG • Druk altijd op op het scherm voordat u de persvoet verwisselt. Als u niet op hebt gedrukt en u op de "Start/stoptoets" of een andere toets drukt, gaat de naaimachine lopen. Dan kunt u letsel oplopen. •...
Pagina 54
PERSVOET VERWISSELEN ■ Boventransportvoet bevestigen Draai een meegeleverd schroefje 2 of 3 slagen met uw hand. De boventransportvoet houdt de stof tussen de persvoet en de transporteur om de stof door te voeren. Zo hebt u meer controle over moeilijke stof (zoals quiltstof of fluweel) of stof die gemakkelijk glijdt (zoals vinyl, leer of kunstleer).
Pagina 55
NAALD VERWISSELEN NAALD VERWISSELEN Draai de schroef met de schroevendraaier naar de voorkant van de naaimachine los. VOORZICHTIG Verwijder de naald. • Druk altijd op op het scherm voordat u de naald verwisselt. Als u niet op hebt gedrukt en u per ongeluk op de "Start/stoptoets"...
Pagina 56
INFO OVER NAALD EN STOF INFO OVER NAALD EN STOF Over de naald De naald is waarschijnlijk het belangrijkste onderdeel van de naaimachine. Wanneer u de juiste naald voor uw naaiproject kiest, geeft dit de mooiste afwerking en blijven eventuele problemen tot een minimum beperkt.
Pagina 57
INFO OVER NAALD EN STOF Overzichtsschema van stoffen/draad/naald De volgende tabel bevat informatie over de juiste naald en draad voor diverse stoffen. Raadpleeg deze tabel als u de draad en naald uitkiest voor de stof die u wilt naaien. Soort stof/Toepassing Draad Formaat naald Soort...
Pagina 58
VOORDAT U GAAT BORDUREN VOORDAT U GAAT BORDUREN Borduren stap voor stap Volg onderstaande stappen om de machine voor te bereiden voor borduren. Stap 9 Stap 6, 8 Stap 3 Stap 4 Stap 1, 2 Stap 5 Stap 7 Stap Doel Handeling Pagina...
Pagina 59
VOORDAT U GAAT BORDUREN Druk op de zwarte toets op de Borduurvoet “W” bevestigen persvoethouder en verwijder de persvoet. VOORZICHTIG • Druk altijd op op het scherm wanneer u een persvoet bevestigt. Anders loopt u mogelijk letsel op wanneer u per ongeluk op de "Start/stoptoets"...
Pagina 60
VOORDAT U GAAT BORDUREN Houd de borduurvoet met uw rechterhand Plaats borduurvoet “W+” met op zijn plaats en draai met de bijgesloten LED-aanwijzer op de persvoetstang door de schroevendraaier de persvoethouderschroef inkeping van de persvoet tegenover de stevig vast. grote schroef te houden. Zijaanzicht Houd de borduurvoet met uw rechterhand VOORZICHTIG...
Pagina 61
VOORDAT U GAAT BORDUREN ■ Naaldpositie (waar de naald ■ LED-aanwijzer aanpassen neerkomt) controleren met Pas de LED-aanwijzer aan als deze een ander punt aangeeft dan het punt waar de naald neerkomt. borduurvoet “W+” met Alvorens de LED-aanwijzer aan te passen markeert u LED-aanwijzer waar de naald neerkomt in de stof waarop u gaat Alvorens te borduren met borduurvoet “W+”...
Pagina 62
VOORDAT U GAAT BORDUREN Druk op Borduurtafel bevestigen → Het scherm Borduurvoet “W+” met LED-aanwijzer ■ Over de borduurtafel aanpassen verschijnt. VOORZICHTIG • Verplaats de machine niet terwijl de borduurtafel daarop is bevestigd. De borduurtafel kan eraf vallen en daardoor letsel veroorzaken.
Pagina 63
VOORDAT U GAAT BORDUREN Steek de verbindingspen van de borduurtafel op de juiste wijze in het Opmerking • Het “Borduur”-scherm of aansluitpunt voor de borduurtafel op de “Borduurcombinatie”-scherm verschijnt machine. De veerscharnier op het deksel naargelang de instelling die u hebt van de aansluitpoort geeft gemakkelijk geselecteerd in het Instellingenscherm.
Pagina 64
VOORDAT U GAAT BORDUREN Houd de ontgrendelknop ingedrukt en trek de borduurtafel uit de machine. a Ontgrendelknop VOORZICHTIG • Til de borduurtafel niet op aan het gedeelte van de ontgrendelknop. B-62...
Pagina 65
FUNCTIES WAARVOOR U HET ACCESSOIRE MOET AANSLUITEN OP DE MACHINE FUNCTIES WAARVOOR U HET ACCESSOIRE MOET AANSLUITEN OP DE MACHINE Gebruik van USB-media of Memo borduurkaartlezer/USB-kaartschr • USB-media worden veel gebruikt, maar sommige USB-media zijn mogelijk niet ijfmodule* bruikbaar op deze machine. Meer bijzonderheden vindt u op onze website.
Pagina 66
FUNCTIES WAARVOOR U HET ACCESSOIRE MOET AANSLUITEN OP DE MACHINE ■ Klikken op een toets Gebruik van een USB-muis Wanneer de muis is aangesloten, verschijnt een aanwijzer op het scherm. Schuif met de muis om de Als u de USB-muis aansluit op de machine kunt u aanwijzer op de gewenste toets te zetten en klikt op allerlei schermhandelingen uitvoeren.
Pagina 67
FUNCTIES WAARVOOR U HET ACCESSOIRE MOET AANSLUITEN OP DE MACHINE Houd met uw rechterhand de voet voor Gebruik van de optionele voet dubbel transport op zijn plaats. Draai met de bijgeleverde schroevendraaier de grote voor dubbel transport schroef stevig vast. Met de voet voor dubbel transport hebt u meer controle over de stof wanneer u moeilijke stoffen naait die gemakkelijk glijden, zoals quiltstof, of...
Pagina 68
FUNCTIES WAARVOOR U HET ACCESSOIRE MOET AANSLUITEN OP DE MACHINE ■ De stoftransporthoeveelheid van de Bevestig de 'zool' door de pennen tegenover de inkepingen te houden en de zool vast te klikken. voet voor dubbel transport aanpassen Het mechanisme voor dubbel transport trekt de bovenste stof volgens de ingestelde steeklengte.
Pagina 69
Naaien In dit gedeelte vindt u de procedures voor het gebruik van de verschillende naaisteken en andere functies. U vindt hier uitvoerige informatie over de grondbeginselen van naaien en de meer creatieve functies van de machine, zoals het naaien van pijpvormige stukken en knoopsgaten, en letter- en decoratieve steekpatronen.
Pagina 70
Naaien Hoofdstuk Grondbeginselen van naaien NAAIEN ..............3 Een steek naaien .................3 ■ Gebruik van het voetpedaal ............4 Verstevigingssteken naaien ............5 Automatische verstevigingssteken ..........5 Bochten naaien ................7 Van naairichting veranderen ............7 ■ Een marge van 0,5 cm of minder naaien ........7 Zware stof naaien ...............7 ■...
Pagina 71
NAAIEN NAAIEN VOORZICHTIG • Om letsel te voorkomen moet u de naald tijdens het gebruik van de machine goed in de gaten houden. Houd uw handen tijdens het gebruik van de machine uit de buurt van de bewegende delen. • Trek of duw de stof niet tijdens het naaien. U kunt daardoor letsel oplopen. •...
Pagina 72
NAAIEN Druk op den “Start/stoptoets” om te Opmerking beginnen met naaien. • Voor het afknippen van draad die dikker is Voer de stof lichtjes met de hand door. dan nr. 30, eenvezelige nylondraad of andere decoratieve draden gebruikt u de draadafsnijder aan de zijkant van de naaimachine.
Pagina 73
NAAIEN Steek de stekker van het voetpedaal in de Als u de automatische verstevigingssteek op het scherm hebt geselecteerd, begint de machine betreffende aansluiting op de machine. automatisch met achteruitsteken (of verstevigingssteken) wanneer u op de “Start/stoptoets” drukt. Druk op de Achteruitsteektoets of Verstevigingssteektoets om automatisch achteruitsteken of verstevigingssteken te naaien aan het eind van het naaiwerk.
Pagina 74
NAAIEN Druk op de Achteruitsteektoets of de Druk op om de functie automatische Verstevigingssteektoets. verstevigingsteken in te stellen. a Verstevigingssteken (of achteruitsteken) → De machine naait verstevigingssteken (of achteruitsteken) en stopt daarna. Memo • Als u de functie Automatische verstevigingssteken wilt uitzetten, drukt u nogmaals op de toets , die er dan zo uitziet:...
Pagina 75
NAAIEN ■ Een marge van 0,5 cm of minder Steek Steeknaam (Voorbeeld) naaien Toepassingen Rijg de hoek alvorens te naaien. Nadat u in de hoek van naairichting bent veranderd, trekt u de rijgdraad Lettersteken en decoratieve steken naar achteren tijdens het naaien. Verstevigingssteektoets AAN: Verstevigingssteek nadat u het huidige motief hebt voltooid.
Pagina 76
NAAIEN ■ Als de stof niet past onder de Laat de zwarte toets los. persvoet Staat de persvoet omhoog en naait u zware stof of meerdere lagen die niet gemakkelijk onder de persvoet passen? Zet dan met de persvoethendel de persvoet in de hoogste stand.
Pagina 77
NAAIEN Lichte stof naaien Leg een dun stuk papier of lichte afneembare borduursteunstof onder dunne stof om het naaien te vergemakkelijken. Haal het papier of de steunstof na het naaien voorzichtig weg. a Dun papier Stretchstof naaien Rijg eerst de stukken stof aan elkaar. Naai vervolgens zonder de stof te rekken.
Pagina 78
INSTELLINGEN VAN DE STEKEN INSTELLINGEN VAN DE STEKEN Wanneer u een steek selecteert, selecteert de machine automatisch de juiste steekbreedte, steeklengte, “L/R-VERSCHUIVING (L/R SHIFT)” en bovendraadspanning. Desgewenst kunt u al deze instellingen wijzigen. Opmerking • Instellingen voor sommige steken kunnen niet worden gewijzigd (zie de “STEEKINSTELLINGENTABEL”...
Pagina 79
INSTELLINGEN VAN DE STEKEN Voorbeeld: De “L/R-VERSCHUIVING (L/R Druk op om de steeklengte korter te maken. SHIFT)” instellen Volg onderstaande stappen wanneer u de plaatsing van het zigzagsteekpatroon wilt wijzigen door het naar recht of links te verplaatsen. Voorbeeld: Druk op om het patroon naar links te schuiven.
Pagina 80
INSTELLINGEN VAN DE STEKEN Druk op om de bovendraad losser te maken. Draadspanning instellen Memo Misschien moet u de draadspanning wijzigen, • Wanneer u klaar bent met naaien, verwijdert afhankelijk van de stof en draad waarmee u werkt. u het spoelhuisdeksel en zorgt u dat de Volg onderstaande stappen om instellingen te draad zo loopt als hieronder aangegeven.
Pagina 81
HANDIGE FUNCTIES HANDIGE FUNCTIES Plaats de stof op het punt waar u wilt Automatische draadkniptoets beginnen en begin met naaien. Als u na het kiezen van een steekpatroon de functie Automatisch draadknippen aanzet voordat u begint met naaien, worden er automatisch verstevigingssteken (of achteruitsteken, afhankelijk van het steekpatroon) aan het begin en het eind van het naaiwerk genaaid en worden de draden...
Pagina 82
HANDIGE FUNCTIES Druk nogmaals op om het gebruik Positie waar de naald neerkomt van de geleidelijnmarkering te stoppen. aanpassen met de geleidelijnmarkering (voor ■ Positie geleidelijnmarkering modellen die zijn uitgerust met aanpassen de geleidelijnmarkering) Als de geleidelijnmarkering de positie onjuist aangeeft in de middelste naaldstand, past u de De rode geleidelijnmarkering geeft de naaipositie beginpositie aan in het scherm Instellingen.
Pagina 83
HANDIGE FUNCTIES Met uw knie beweegt u de kniehevelstang past u de helderheid van de naar rechts om de persvoet omhoog te geleidelijnmarkering aan. zetten. Laat de kniehevel los om de → Stel de helderheid van de geleidelijnmarkering in persvoet omlaag te zetten. van “1”...
Pagina 84
HANDIGE FUNCTIES Selecteer een steek. Memo • Wanneer de spilinstelling is geselecteerd, kunt u wijzigen op welke hoogte de Druk op om de draai-instelling te persvoet stopt wanneer u stopt met naaien, naar gelang het soort stof dat u gebruikt. selecteren.
Pagina 85
HANDIGE FUNCTIES Druk op de “Start/stoptoets” om de Automatische stofsensor machine te stoppen op het punt waar u van naairichting wilt veranderen. (Automatische persvoetdruk) De dikte van de stof wordt automatisch gedetecteerd en de persvoetdruk wordt tijdens het naaien automatisch aangepast met een interne sensor, zodat de stof soepel wordt doorgevoerd.
Pagina 86
HANDIGE FUNCTIES Naaldstand - steek plaatsen Display vergrendelen Wanneer de “Naaldstand - steek plaatsen” is Als u de display vergrendelt voordat u begint met ingeschakeld, wordt de naald iets omlaag gezet, naaien, worden de diverse instellingen, zoals de zodat u de steek precies kunt plaatsen. Druk steekbreedte en de steeklengte, vergrendeld en vervolgens opnieuw op de “Naaldstandtoets”...
Pagina 88
Naaien Hoofdstuk Naaisteken NAAISTEKEN SELECTEREN ........21 Stoppen ..................58 Trenzen ................... 59 Steekpatroon kiezen ..............21 ■ Trenzen op dikke stof ...............61 ■ Gebruik van de spiegeltoets ............ 21 Knopen aanzetten ..............61 ■ Gebruik van de patroonafbeeldingtoets ........22 ■...
Pagina 89
NAAISTEKEN SELECTEREN NAAISTEKEN SELECTEREN ■ Gebruik van de spiegeltoets Steekpatroon kiezen Afhankelijk van het soort naaisteek dat u kiest, kunt u een horizontaal spiegelbeeld van het steekpatroon Er zijn 5 categorieën naaisteken. naaien. Zet de machine aan (ON) en geef de oplicht wanneer u een steek selecteert, kunt u een spiegelbeeld van die steek maken.
Pagina 90
NAAISTEKEN SELECTEREN ■ Gebruik van de patroonafbeeldingtoets Uw steekinstellingen opslaan in U kunt een afbeelding van de geselecteerde steek het geheugen weergeven. U kunt de kleuren van de schermafbeelding controleren en wijzigen. De instellingen van de steekbreedte van zigzagsteken, Druk op steeklengte, draadspanning, automatisch draadknippen of automatische verstevigingssteken →...
Pagina 91
NAAISTEKEN SELECTEREN ■ Opgeslagen borduurpatronen Memo ophalen • Als u nieuwe instellingen wilt opslaan wanneer er reeds 5 groepen zijn Selecteer een steek. opgeslagen voor een steek, drukt u op . Druk op de nummertoets van de Memo instelling die u wilt wissen. Druk op •...
Pagina 92
NAAISTEKEN NAAIEN NAAISTEKEN NAAIEN Rechte steken Memo • Zie “Verstevigingssteken naaien” op pagina S-5 voor uitvoerige informatie Zie Pagina S-67 voor uitvoerige informatie over over achteruitsteken en steken. verstevigingssteken. Steek Steeknaam Persvoet Selecteer een steek. Rechte steek (links) Rechte steek (links) Rechte steek (midden) Rechte steek (midden) Drievoudige stretchsteek Bevestig persvoet “J”.
Pagina 93
NAAISTEKEN NAAIEN ■ Naaldstand wijzigen (alleen voor Druk op de “Start/Stoptoets” om vooruit te naaien. steken met de linker- of middelste naaldstand) Wanneer u steken voor de linkernaaldstand of middelste naaldstand kiest, kunt u met in het steekbreedtescherm de naaldstand wijzigen. Stem de afstand van de rechterhoek van de persvoet tot aan de naald af op de steekbreedte.
Pagina 94
NAAISTEKEN NAAIEN ■ Stof uitlijnen met een markering op ■ Gebruik van de steekplaat voor de steekplaat of het spoelhuisdeksel rechte steken en de rechte-steekvoet (met markering) De steekplaat voor rechte steken en de rechte-steekvoet kunt u alleen gebruiken voor rechte Lijn tijdens het naaien de rand van de stof uit met de steken (steken met de linkernaaldstand).
Pagina 95
NAAISTEKEN NAAIEN Pak het spoelhuis en trek het uit. Plaats het spoelhuis in de oorspronkelijke stand en bevestig het steekplaatdeksel. Nadat u het steekplaatdeksel opnieuw hebt geïnstalleerd, selecteert u een van de rechte steken. Memo • Wanneer u de steekplaat voor rechte steken a Spoelhuis gebruikt, geldt voor alle rechte steken de middelste naaldstand.
Pagina 96
NAAISTEKEN NAAIEN ■ Rijgsteken Figuurnaad Selecteer en bevestig persvoet “J”. Selecteer en bevestig persvoet “J”. Druk op de “Achteruitsteektoets” om verstevigingssteken te naaien en ga daarna Naai een steek achteruit aan het begin van door met naaien. de figuurnaad. Naai vervolgens van het brede eind naar het andere, zonder de stof uit te rekken.
Pagina 97
NAAISTEKEN NAAIEN Strijk de figuurnaad met de strijkbout naar Naai twee rijen rechte steken parallel aan één kant, zodat deze vlak wordt. de naadlijn. Knip vervolgens de overtollige draad af. Laat ongeveer 50 mm draad (ca.1-15/16 inch) over. a Naadlijn Plooien b 10 tot 15 mm (ca.
Pagina 98
NAAISTEKEN NAAIEN Engelse naad voltooid a Voorkant a Ongeveer 12 mm (ca. 1/2 inch) b Achterkant Gepaspelde naad Spreid de stof uit langs de afwerkingslijn. Breng langs de vouwen op de achterkant van de stof een markering aan. a Afwerkingslijn b Achterkant a Achterkant Leg beide marges aan de kant van de...
Pagina 99
NAAISTEKEN NAAIEN Naai een rechte steek langs de vouw. Selecteer een steek. Wanneer automatisch draadknippen en automatische verstevigingssteken vooraf zijn ingesteld, worden aan het begin van het naaiwerk automatisch verstevigingssteken genaaid. Druk op de Achteruitsteektoets om een verstevigingssteek te naaien en de draad automatisch af te knippen aan het eind van het naaiwerk.
Pagina 100
NAAISTEKEN NAAIEN ■ Patchwork (voor fantasiequilt) Klik het spoelhuisdeksel met koordgeleider op zijn plaats. Let op dat de contourdraad Sla de gewenste breedte van de stof om en leg deze vrij kan worden doorgevoerd. op de stof eronder. Naai vervolgens zo dat de steken over beide stukken stof heen gaan.
Pagina 101
NAAISTEKEN NAAIEN ■ Overhandse steken Elastische zigzagsteken Gebruik deze steek om overhands te naaien op de rand van stretchstof. Naai zo overhands langs de Gebruik elastische zigzagsteken bij het bevestigen rand van de stof dat de naald in de van band, overhands naaien, stoppen of vele rechternaaldpositie (waar de naald neerkomt) zich andere toepassingen.
Pagina 102
NAAISTEKEN NAAIEN Kies een steek en bevestig persvoet “G”. VOORZICHTIG • Nadat u de steekbreedte hebt aangepast, draait u het handwiel naar u toe (tegen de klok in). Controleer of de naald de persvoet niet raakt. Als de naald de persvoet raakt, kan de naald breken en letsel veroorzaken.
Pagina 103
NAAISTEKEN NAAIEN Zorg dat de naald tijdens het naaien net Persvoet naast de stofrand valt. Steek Steeknaam Stamsteek Zigzagsteek voor quiltapplicatie Zigzagsteek (rechts) a Naaldpositie Zigzagsteek (links) Opmerking • Met de “L/R-VERSCHUIVING (L/R Elastische zigzag in 2 stappen SHIFT)”-instelling kunt u de plaatsing van de steek fijn afstellen.
Pagina 104
NAAISTEKEN NAAIEN Persvoet Opmerking Steek Steeknaam • Het breedtebereik van steekinstellingen is alleen beschikbaar in de Q-categorie van quiltsteken. Zigzag sierzoomsteek ■ Aan elkaar zetten Dit is het aan elkaar zetten van twee stukken stof. Decoratieve steek Als u stukken stof voor quiltstukken knipt of snijdt, neem dan een marge van 6,5 mm (ca.
Pagina 105
NAAISTEKEN NAAIEN Een nauwkeurige marge naaien Memo Met de markering op de voet kunt u op 1/4 inch van • Een rechte steek (middelste naaldstand) kunt u de rand van de stof beginnen, eindigen of draaien. gemakkelijker vloeiend naaien (zie pagina S-24). •...
Pagina 106
NAAISTEKEN NAAIEN ■ Appliceren Zet de applicatie vast met de quiltapplicatiesteek. Naai rond de rand en Trek het patroon over op de applicatiestof laat de naald daarbij zo dicht mogelijk bij en snijd het rondom af. Laat daarbij een de rand komen. marge van 3 mm tot 5 mm (ca.
Pagina 107
NAAISTEKEN NAAIEN Met de appliceertechniek kunt u Druk op als u de steekbreedte wilt applicatieontwerpen bevestigen zoals de drie regelen met de schuifknop voor hieronder. snelheidsregeling. Stel “Breedteregeling” in op “ON”. a Rozet b Glas in lood c Poppetje met hoed ■...
Pagina 108
NAAISTEKEN NAAIEN ■ Fantasiequilten (vrij quilten) Memo Voor fantasiequilts kunt u de transporteur omlaag • Wanneer u begint te naaien, detecteert de interne sensor de dikte van de stof. De zetten door te drukken op . Dan kunt u de stof quiltvoet wordt omhoog gezet, op de vrij in alle richtingen bewegen.
Pagina 109
NAAISTEKEN NAAIEN Bevestig de vrije open quiltvoet “O” door Druk op om de vrijmodus te de pen van de quiltvoet boven de annuleren. naaldklemschroef te plaatsen met het linkerbenedenstuk van de quiltvoet op één → Draai het handwiel naar u toe (tegen de klok in) om lijn met persvoetstang.
Pagina 110
NAAISTEKEN NAAIEN Bevestig de rechte-steekvoet. (zie pagina → De toets ziet er als volgt uit , de quiltvoet wordt S-26). op de geschikte hoogte gezet en de transporteur wordt omlaag gezet voor vrij naaien. a Rond gat Memo • Deze steekplaat heeft een rond gat voor de naald.
Pagina 111
NAAISTEKEN NAAIEN Houd de quiltvoet op z'n plaats met uw Wanneer u klaar bent met naaien, verwijder rechterhand en draai met de dan de steekplaat voor rechte steken en schroevendraaier in uw linkerhand de persvoet “C” en installeer de normale persvoethouderschroef vast.
Pagina 112
NAAISTEKEN NAAIEN → De toets ziet er als volgt uit , de quiltvoet wordt VOORZICHTIG op de geschikte hoogte gezet en de transporteur wordt omlaag gezet voor vrij naaien. • Bij vrij quilten stemt u de doorvoersnelheid van de stof af op de naaisnelheid. Als de stof Bevestig de adapter (“Persvoet bevestigen sneller gaat dan de naaisnelheid, kan de naald met bijgeleverde adapter”...
Pagina 113
NAAISTEKEN NAAIEN Met de maatindeling op de quiltvoet als Blindzoomsteken houvast naait u rond het motief. Verstevig de onderkant van rokken en broeken met een blindzoom. Er zijn twee steken beschikbaar om blindzomen te naaien. Steek Steeknaam Persvoet Blindzoomsteek Blindzoomsteek stretchstof Memo •...
Pagina 114
NAAISTEKEN NAAIEN Zet met een krijtje op de stof een streep ca. Selecteer 5 mm (3/16 inch) van de rand van de stof, en rijg deze. a Achterkant van de stof b Voorkant van de stof c Rand van de stof d Gewenste rand van zoom e 5 mm (3/16 inch)
Pagina 115
NAAISTEKEN NAAIEN ■ Als de naald te ver op de zoomvouw Pas de steekbreedte aan zodat de naald de vouw van de zoom net pakt. komt De naald is te ver naar links. Druk op om de steekbreedte te verkleinen, zodat de naald de vouw van de zoom net pakt.
Pagina 116
NAAISTEKEN NAAIEN <Normale stof> Bevestig persvoet “J”. Controleer of de naald net naast de applicatie valt en begin met naaien. a Achterkant van de stof b Voorkant van de stof Naai met de vouw van de zoom tegen de persvoetgeleider. a Applicatiemateriaal Verwijder de rijgsteken en keer de stof om.
Pagina 117
NAAISTEKEN NAAIEN ■ Applicatiehoeken Om rijen schelprijgsteken te maken vouwt u de stof diagonaal in tweeën. Stop de machine met de naald in de rechter positie van de buiten- (of binnen-)hoek van de applicatie. Zet de persvoet omhoog en draai de stof om de rand van de stof uit te lijnen.
Pagina 118
NAAISTEKEN NAAIEN Vouw de stof uit en strijk de plooien met Knip de stof langs de schelprand af. Knip een strijkijzer naar één kant. niet in het stiksel! Memo Memo • Als u schelprijgsteken langs de rand van • U kunt de rand van de schelpsteken een kraag of hals wilt maken, volgt u de vastzetten met een speciaal hiervoor patroonbeschrijving en werkt u vervolgens...
Pagina 119
NAAISTEKEN NAAIEN Selecteer een afwerksteek. Trek aan de onderdraden totdat de plooi de gewenste grootte heeft en strijk de plooien met een strijkijzer. Plaats de stof met de voorkant omhoog op de machine. Houd de persvoet tijdens het naaien in het midden van de naad. Selecteer a Voorkant van de stof Memo...
Pagina 120
NAAISTEKEN NAAIEN Fagotwerk Band of elastiek bevestigen Als er een ruimte tussen twee stukken stof is en er Selecteer een rechte steek en bevestig een draad over de ruimte heen wordt genaaid om persvoet “J”. de twee stukken stof te verbinden, noemen we deze steken fagotsteken.
Pagina 121
NAAISTEKEN NAAIEN Selecteer Erfstukwerk ■ Zoomsteken (1) Memo Deze steek kunt u gebruiken voor het naaien van • Bijzonderheden over elke steek vindt u in tafelkleden, decoratieve zomen en decoratieve “STEEKINSTELLINGENTABEL” op pagina S-67. steken aan de voorkant van overhemden. Naai over het band (of elastiek) heen. Memo •...
Pagina 122
NAAISTEKEN NAAIEN Begin met naaien. Druk op om de steek in spiegelbeeld te borduren. Voorbeeld: Illustratie van het genaaide werk Zorg dat de naald aan weerszijden van het open stuk op corresponderende plekken neerkomt. Zo wordt het stiksel symmetrisch. ■ Zoomsteken (2) (uitgetrokken steken (1)) Trek een aantal draden uit een stukje van de ■...
Pagina 123
NAAISTEKEN NAAIEN Naai de decoratieve steek op het midden Steek Steeknaam Persvoet van de vijf draden die u zojuist hebt Knoopsgat in leer overgeslagen. Lingerieknoopsgat Taps toelopend lingerieknoopsgat Lingerieknoopsgat Knoopsgaten in één stap naait u van de voorkant van de Memo persvoet naar de achterkant, zoals hieronder aangegeven.
Pagina 124
NAAISTEKEN NAAIEN Kies een knoopsgatsteek en bevestig knoopsgatvoet “A”. Opmerking • Haal de draad onder de persvoet door. Markeer de positie en de lengte van het • Schuif het buitenframe van de knoopsgat op de stof. knoopsgatvoet zo ver mogelijk naar achteren zoals op de afbeelding.
Pagina 125
NAAISTEKEN NAAIEN ■ Stretchstof naaien Memo • Hebt u Automatisch draadknippen aangezet Wanneer u stretchstof naait met , naait voordat u ging naaien, dan worden beide draden automatisch afgeknipt nadat de u de knoopsgatsteken over een contourdraad. verstevigingssteken zijn genaaid. Als de stof niet kan worden doorgevoerd (bijvoorbeeld Haak de contourdraad in het uiteinde van omdat ze te dik is) verhoogt u de instelling...
Pagina 126
NAAISTEKEN NAAIEN ■ Knoopsgaten met aparte Stoppen vormen/knopen die niet in de knopenvoet passen Gebruik dit steekpatroon voor reparatie en andere Stel de grootte van het knoopsgat in met de streepjes toepassingen. op de schaalverdeling van de persvoet. Eén streepje Zie Pagina S-67 voor uitvoerige informatie over op de schaalverdeling staat gelijk aan 5 mm (ca.
Pagina 127
NAAISTEKEN NAAIEN Controleer of de naald op de gewenste Houd het uiteinde van de bovendraad losjes positie omlaag komt en zet de vast en druk daarna op de “Start/stoptoets” persvoethendel omlaag. Zorg dat u de om de machine te starten. bovendraad onder de knoopsgatvoet door haalt.
Pagina 128
NAAISTEKEN NAAIEN Zet de knoopsgathendel omlaag zodat deze Memo achter het metalen uitsteeksel op de • Trenzen zijn tussen 5 mm (ca. knoopsgatvoet terechtkomt. 3/16 inch) en 28 mm (ca. 1-1/16 inch). Meestal zijn trenzen tussen 5 mm (ca. 3/16 inch) en 10 mm (ca.
Pagina 129
NAAISTEKEN NAAIEN ■ Trenzen op dikke stof Bevestig knoopbevestigingsvoet “M”. Schuif de knoop langs de metalen plaat in de Leg een stuk gevouwen stof of karton naast de stof persvoet en zet de persvoet omlaag. om de knoopsgatvoet op gelijke hoogte te krijgen en het gelijkmatig doorvoeren te vergemakkelijken.
Pagina 130
NAAISTEKEN NAAIEN ■ 4-gatsknoop bevestigen Oogje Naai de twee dichtstbijzijnde gaten. Zet de persvoethendel omhoog en verplaats de stof zo dat Met dit steekpatroon maakt u gaatjes in riemen enz. de naald in de twee volgende gaten gaat. Naai deze gaten op dezelfde wijze.
Pagina 131
NAAISTEKEN NAAIEN Met de gaatjesponser maakt u een gaatje in het midden van de steken. Memo • Bijzonderheden over elke steek vindt u in “STEEKINSTELLINGENTABEL” op pagina S-67. Zet de naald in de stof op het punt waar u wilt beginnen en naai naad “1” zoals aangegeven.
Pagina 132
NAAISTEKEN NAAIEN Druk de marge tot aan de naad open en Selecteer en naai naad “4” zoals bevestig de rits met rijgsteken in het midden van elke kant van de ritsband. aangegeven. a Rijgsteken → De naad wordt verbonden met het beginpunt van b Rits naad 1.
Pagina 133
NAAISTEKEN NAAIEN Naai afwerksteken 7 mm tot 10 mm (ca. Druk de marge open en plaats de 1/4 inch tot 3/8 inch) van de gezoomde binnenrand van het kledingstuk langs de rand van de stof en verwijder vervolgens de tanden van de rits, terwijl u 3 mm (ca. rijgsteken.
Pagina 134
NAAISTEKEN NAAIEN Vanaf het eind van de ritsopening naait u Verwijder de persvoet en bevestig deze tot ongeveer 50 mm (ca. opnieuw, nu met het linkeruiteinde van de 2 inch) vanaf de rand van de stof. persvoet in de persvoethouder. Vervolgens stopt u de machine.
Pagina 135
STEEKINSTELLINGENTABEL STEEKINSTELLINGENTABEL In de volgende tabel vindt u informatie over alle naaisteken, zoals toepassingen, steeklengte, steekbreedte en of u de tweelingnaald kunt gebruiken. Steekbreedte Steeklengte Persvoet [mm (inch)] [mm (inch)] Tweelin Steek Steeknaam Toepassingen gnaald Autom. Handmatig Autom. Handmatig Rechte steek Algemeen naaien, plooien, 0,0 - 7,0 0,2 - 5,0...
Pagina 144
Naaien Hoofdstuk Lettersteken en decoratieve steken PATRONEN KIEZEN..........77 Decoratieve steekpatronen/7 mm decoratieve steekpatronen/ Satijnsteekpatronen/7 mm satijnsteekpatronen/Kruis steek/ decoratieve naaisteekpatronen ..........78 Letters ..................78 ■ Letters wissen................79 ■ Spatiëring tussen letters wijzigen ..........80 PATRONEN KIEZEN..........81 Aantrekkelijke afwerkingen maken ..........81 Standaardnaaiwerkzaamheden ..........81 Aanpassingen ................82 STEEKPATRONEN AANPASSEN.......
Pagina 145
PATRONEN KIEZEN PATRONEN KIEZEN Druk op om onderstaand scherm weer te geven. Er zijn 7 categorieën lettersteken en decoratieven steken. a Decoratieve steekpatronen b 7 mm decoratieve steekpatronen. U kunt de steeklengte en steekbreedte instellen. c Satijnsteekpatronen d 7 mm satijnsteekpatronen. U kunt de steeklengte en steekbreedte instellen. e Kruissteek f Decoratieve naaisteken g Letters (gotisch, handschrift, omtrek, Cyrillisch, Japans)
Pagina 146
PATRONEN KIEZEN Decoratieve steekpatronen/ Letters 7 mm decoratieve steekpatronen/ Voorbeeld: “Blue Sky” invoeren. Satijnsteekpatronen/ 7 mm satijnsteekpatronen/ Druk op Kruis steek/ decoratieve naaisteekpatronen Kies het soort patroon dat u wilt naaien. Druk op de toets van het steekpatroon dat u wilt naaien.
Pagina 147
PATRONEN KIEZEN Druk op en voer vervolgens de “B” in. Druk op en voer vervolgens “ky” in. Als u de volgende letters in een ander lettertype wilt Druk op en voer vervolgens “lue” in. opgeven, druk dan op en herhaal de procedure vanaf stap ■...
Pagina 148
PATRONEN KIEZEN ■ Spatiëring tussen letters wijzigen Druk op of op om de ruimte tussen U kunt de spatiëring tussen de letters wijzigen. de letters aan te passen. Druk op Druk op om “ “ op het scherm weer te geven.
Pagina 149
PATRONEN KIEZEN PATRONEN KIEZEN Aantrekkelijke afwerkingen maken Bij het naaien van letters en decoratieve steekpatronen kunt u onderstaande tabel raadplegen voor de juiste combinatie van stoffen, naald en draad om het mooiste resultaat te krijgen. Opmerking • Andere factoren, zoals de dikte van de stof, steunstof enz., zijn ook van invloed op de steek. Naai daarom altijd een paar proefsteken voordat u aan uw project begint.
Pagina 150
PATRONEN KIEZEN Memo Opmerking • Als u tijdens het naaien de stof duwt of • Bij het naaien van sommige patronen blijft trekt, kan het patroon verkeerd uitkomen. de naald tijdelijk omhoog staan terwijl de Afhankelijk van het patroon kan er, behalve stof wordt doorgevoerd.
Pagina 151
PATRONEN KIEZEN Bevestig monogramvoet “N” en naai het Zitten de steken te dicht op elkaar? patroon. Druk op in “Verticale fijnafstelling”. → De weergegeven waarde neemt toe telkens wanneer u op de toets drukt. Het patroon wordt langer. Zitten er open ruimten tussen de steken? Druk op in “Verticale fijnafstelling”.
Pagina 152
STEEKPATRONEN AANPASSEN STEEKPATRONEN AANPASSEN ■ Functies van de toetsen Met de wijzigingsfuncties kunt u alle gewenste afwerkingen maken. U kunt patronen groter of kleiner maken, in spiegelbeeld enz. Opmerking • Sommige wijzigingsfuncties kunt u niet gebruiken bij bepaalde steekpatronen. Alleen de functies van de weergegeven toetsen zijn beschikbaar wanneer u een patroon selecteert.
Pagina 153
STEEKPATRONEN AANPASSEN Display Toetsnaam Uitleg Pagina Spiltoets Druk op deze toets om de spilinstelling te selecteren. Wanneer u de S-15 spilinstelling selecteert, wordt de naald omlaag gezet wanneer de machine stopt. De persvoet wordt ondertussen iets omhoog gezet. Wanneer u weer begint te naaien, wordt de persvoet automatisch omlaag gezet.
Pagina 154
STEEKPATRONEN AANPASSEN Grootte wijzigen Verticaal gespiegeld patroon maken Als u een verticaal spiegelbeeld wilt maken, kiest Kies een steekpatroon en druk vervolgens op u een steekpatroon en drukt u daarna op om de grootte van het steekpatroon te wijzigen. Het steekpatroon wordt genaaid op de grootte die op de toets opgelicht is.
Pagina 155
STEEKPATRONEN AANPASSEN Memo Terugkeren naar het begin van • Als u een geheel motief wilt afmaken terwijl het patroon u meerdere steken van een patroon ononderbroken naait, kunt u tijdens het Wanneer u letters/decoratieve steken naait, kunt u naaien op drukken.
Pagina 156
STEEKPATRONEN AANPASSEN kunt u een deel Afbeelding controleren van de afbeelding bekijken die buiten het zichtbare vlak steekt. U kunt het geselecteerde steekpatroon ongeveer op ware grootte weergeven. U kunt de kleuren van de schermafbeelding controleren en wijzigen. Druk op →...
Pagina 157
STEEKPATRONEN COMBINEREN STEEKPATRONEN COMBINEREN U kunt allerlei steekpatronen combineren, zoals lettersteken, kruissteken, satijnsteken of steken die u ontwerpt met de functie “MY CUSTOM STITCH” (zie pagina S-102 voor informatie over “MY CUSTOM STITCH”). Ook kunt u steekpatronen van verschillend formaat, spiegelbeeldpatronen en andere combineren. Alvorens patronen te combineren Bij het naaien van gecombineerde patronen wordt het naaien van een enkele steek automatisch geselecteerd.
Pagina 158
STEEKPATRONEN COMBINEREN Selecteer Druk op → De grote steek wordt geselecteerd. Druk nogmaals op en daarna op om het kleine formaat te selecteren. Druk op om meerdere steken van het patroon te naaien. Druk op → Het patroon wordt kleiner weergegeven. Druk op om doorgaand te naaien.
Pagina 159
STEEKPATRONEN COMBINEREN Horizontale gespiegelde Steekpatronen van verschillende steekpatronen combineren lengten combineren Voorbeeld: Voorbeeld: Druk op en vervolgens op Druk op → De lengte van de afbeelding wordt ingesteld op Druk opnieuw op en vervolgens op Druk opnieuw op en vervolgens drie maal op →...
Pagina 160
STEEKPATRONEN COMBINEREN Voorbeeld: Druk op Druk op Druk op → Het opgegeven patroon wordt herhaald. Stappatronen maken (alleen bij 7 mm satijnsteekpatronen) Bij 7 mm satijnsteekpatronen kunt u met de → Het volgende steekpatroon wordt naar rechts toetsen een stapsgewijs effect creëren. verplaatst.
Pagina 161
STEEKPATRONEN COMBINEREN Druk op → → → Druk op → → → → → Druk op → Het opgegeven patroon wordt herhaald. ■ Nog enkele voorbeelden → → → → → → → Druk op → → → → → Druk op →...
Pagina 162
GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE Voorzorgsmaatregelen steekgegevens Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht wanneer u steekgegevens gebruikt die niet zijn gemaakt en opgeslagen op deze machine. ■ Soorten steekgegevens die u kunt gebruiken • In het geheugen voor lettersteken en decoratieve steken van deze machine kunnen “.pmv”, “.pmx” en “.pmu”-steekbestanden worden gebruikt.
Pagina 163
GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE ■ Als het geheugen vol is Steekpatronen opslaan in het Als dit volgende scherm verschijnt wanneer u geheugen van de machine probeert een patroon in het geheugen op te slaan, is het geheugen te vol. Het geselecteerde steekpatroon kan er niet meer bij.
Pagina 164
GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE Druk op Steekpatronen opslaan op USB-media (in de handel verkrijgbaar) Wanneer u steekpatronen van de machine naar USB-media wilt zenden, sluit u het USB-medium aan op de USB-poort van de machine. Memo • USB-media zijn verkrijgbaar in de handel, maar sommige USB-media zijn niet →...
Pagina 165
GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE Plaats het USB-medium in de USB-poort Steekpatronen opslaan op de van de machine. computer Met de bijgeleverde USB-kabel kunt u de machine aansluiten op uw computer en kunt u tijdelijk borduurpatronen ophalen van en opslaan in de map “Verwisselbare schijf”...
Pagina 166
GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE Druk op Steekpatronen ophalen uit het geheugen van de machine Druk op → In het scherm dat verschijnt kunt u een zak selecteren. Kies het steekpatroon dat u wilt ophalen. Druk op Als het hele opgeslagen steekpatroon niet wordt weergegeven, drukt u op het miniatuur.
Pagina 167
GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE Druk op wanneer er een submap is Ophalen van USB-media om twee of meer steekpatronen op USB-media te sorteren. Het steekpatroon in U kunt een specifiek steekpatroon ophalen direct de submap wordt weergegeven. van het USB-medium of uit een map op het USB-medium.
Pagina 168
GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE Verplaats/kopieer de patroongegevens naar Druk op “Verwisselbare schijf”. Druk op om het patroon te wissen. Het patroon wordt verwijderd van het USB-medium. → De steekpatroongegevens op “Verwisselbare schijf” worden naar de machine geschreven. Opmerking • Maak de USB-kabel niet los terwijl de gegevens worden geschreven.
Pagina 169
GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE Druk op Druk op om het patroon te wissen. Het patroon wordt verwijderd van de “Verwisselbare schijf” op uw computer. → Het geselecteerde steekpatroon wordt opgehaald en het naaischerm wordt weergegeven. Opmerking • Het patroon dat u van de computer hebt opgehaald, wordt tijdelijk op de machine geschreven.
Pagina 170
Naaien Hoofdstuk MY CUSTOM STITCH STEEK ONTWERPEN ..........103 STEEKGEGEVENS OPGEVEN ......... 105 ■ Functies van de toetsen ............105 ■ Punt verplaatsen ..............107 ■ Ontwerp gedeeltelijk of geheel verplaatsen ......108 ■ Nieuwe punten invoegen ............109 GEBRUIK VAN OPGESLAGEN EIGEN STEKEN ..110 Eigen steken opslaan in uw lijst..........110 ■...
Pagina 171
STEEK ONTWERPEN STEEK ONTWERPEN Kies de spatiëring van de steek. Met de functie “MY CUSTOM STITCH” kunt u zelfgemaakte steken registreren. U kunt ook creaties van “MY CUSTOM STITCH” combineren Door de spatiëring van een steek aan te passen kunt met ingebouwde letters (zie pagina S-89).
Pagina 172
STEEK ONTWERPEN Voorbeelden van eigen steken Steek Steek Steek Steek Steek Steek Steek Steek Steek Steek Steek Steek S-104...
Pagina 173
STEEKGEGEVENS OPGEVEN STEEKGEGEVENS OPGEVEN ■ Functies van de toetsen a Hier wordt de steek getoond die u momenteel ontwerpt. b Toont het nummer van de geplaatste punt boven het totaal aantal punten in de steek. c Toont de y-coördinaat van boven de x-coördinaat van Display Toetsnaam...
Pagina 174
STEEKGEGEVENS OPGEVEN Druk op om de afbeelding van de steek die Druk op u maakt te vergroten. Druk op a Momenteel geselecteerde punt/Totaal aantal punten b Coördinaten van verplaatst u naar de Druk op om de punt die wordt coördinaten van de eerste punt op het aangegeven met toe te voegen.
Pagina 175
STEEKGEGEVENS OPGEVEN verplaatst u naar de tweede Memo • Als u punten hebt ingevoerd die te dicht op elkaar zitten, wordt de stof misschien niet punt en vervolgens drukt u op goed doorgevoerd. Wijzig de steekgegevens zo dat er meer ruimte tussen de punten is.
Pagina 176
STEEKGEGEVENS OPGEVEN Druk op kunt u de punt verplaatsen. → De geselecteerde punt en alle punten die zijn ingevoerd nadat deze punt is geselecteerd. ■ Ontwerp gedeeltelijk of geheel Druk op om het gedeelte te verplaatsen verplaatsen. Druk op te verplaatsen naar de eerste punt van het gedeelte dat u wilt verplaatsen.
Pagina 177
STEEKGEGEVENS OPGEVEN Druk op Druk op → Het gedeelte wordt verplaatst. → Er wordt een nieuwe punt ingevoerd en wordt ■ Nieuwe punten invoegen daar naartoe verplaatst. Druk op te verplaatsen kunt u de punt verplaatsen. naar de plek in het ontwerp waar u een nieuwe punt wilt toevoegen.
Pagina 178
GEBRUIK VAN OPGESLAGEN EIGEN STEKEN ■ Als het geheugen vol is Eigen steken opslaan in uw lijst Verschijnt de volgende melding nadat u op hebt gedrukt? Dan kunt u het steekpatroon niet Steekpatronen die gemaakt zijn met de functie opslaan omdat het geheugen van de machine vol is “MY CUSTOM STITCH”...
Pagina 179
GEBRUIK VAN OPGESLAGEN EIGEN STEKEN Druk op Opgeslagen steken ophalen Druk op om het opgeslagen steekpatroon te wissen. Druk op Druk op om het opgeslagen steekpatroon te bewerken. → Er wordt een lijst met opgeslagen steekpatronen getoond. Selecteer het steekpatroon. Druk op om terug te gaan naar het oorspronkelijke scherm zonder een steekpatroon op...
Pagina 180
GEBRUIK VAN OPGESLAGEN EIGEN STEKEN S-112...
Pagina 181
Borduren In dit gedeelte vindt u aanwijzingen om ontwerpen te borduren met deze machine. Paginanummers in dit gedeelte beginnen met “E”. De display en machine-illustratie kunnen iets afwijken naargelang het land of de regio. Hoofdstuk1 Borduren ............. E-2 Hoofdstuk2 Borduurcombinatie ........... E-56...
Pagina 182
■ Selecteren beneden welke lengte overspringende steken niet PATRONEN KIEZEN........... 3 worden afgeknipt..............33 ■ Copyright .................. 3 Borduursnelheid aanpassen............33 Borduurpatronen kiezen/Brother “Exclusief”/Bloemletter/ Garenkleur wijzigen..............34 Werken met de spoel ..............4 “Borduurraamscherm” wijzigen..........35 Letterpatronen kiezen..............5 BORDUURPATROON WIJZIGEN ......36 Kaderpatronen selecteren ............7...
Pagina 183
Mocht er een ander scherm verschijnen, druk dan op en vervolgens op om het onderstaande scherm weer te geven. Deze machine bevat 6 categorieën patronen. a Borduurpatronen b Brother “Exclusief” Memo • Als een toets er gestapeld uitziet, zoals c Bloemletterpatronen d Kaderpatronen , betekent dit dat e Letterpatronen f Patronen voor werken met de spoel (zie “Bijlage”)
Pagina 184
PATRONEN KIEZEN Druk op om het patroon in Borduurpatronen kiezen/Brother spiegelbeeld te borduren. “Exclusief”/Bloemletter/Werken Als u een fout heeft gemaakt bij de selectie van het met de spoel patroon, druk dan op de toets van het patroon dat u wilt borduren. De nieuwe selectie verschijnt.
Pagina 185
PATRONEN KIEZEN Als u de grootte van een letter wilt wijzigen, Letterpatronen kiezen selecteert u de letter en drukt u op om de grootte te wijzigen. Telkens wanneer u op de toets Voorbeeld: “We Fly” invoeren. drukt, verandert de grootte van groot, naar medium naar klein.
Pagina 186
PATRONEN KIEZEN Druk opnieuw op en voer “F” in. Druk op → De display voor borduren verschijnt. Druk op en voer vervolgens “ly” in. Ga door met “OVERZICHT DISPLAY VOOR BORDUREN” op pagina E-9 om het patroon te borduren. Als u naar het vorige scherm terug wilt gaan of een ander patroon wilt kiezen, drukt u op...
Pagina 187
PATRONEN KIEZEN Ga door met “OVERZICHT DISPLAY Kaderpatronen selecteren VOOR BORDUREN” op pagina E-9 om het patroon te borduren. Als u naar het vorige scherm terug wilt gaan of een Druk op ander patroon wilt kiezen, drukt u op Druk boven in het scherm op de toets met de kadervorm die u wilt borduren.
Pagina 188
PATRONEN KIEZEN Steek de optionele Druk op de toets van de USB-poort. borduurkaartlezer/USB-kaartschrijfmodule* in de USB-poort van de machine. → De patronen op de borduurkaart verschijnen op het scherm met het stekenoverzicht. a USB-poort b Borduurkaartlezer/USB-kaartschrijfmodule Volg de stappen op Pagina E-4 om een patroon te selecteren.
Pagina 189
OVERZICHT DISPLAY VOOR BORDUREN OVERZICHT DISPLAY VOOR BORDUREN a Hiermee geeft u de persvoetcode weer. Bevestig borduurvoet “W+” of “W” voor alle borduurwerken. Wanneer het persvoetsymbool op het scherm verschijnt, kunt u borduren. b Hier verschijnt de grens voor borduren met het extra grote borduurraam (30 cm × 18 cm (ca. 12 inch × 7 inch)). c Hier wordt een voorbeeld van het geselecteerde patroon getoond.
Pagina 190
OVERZICHT DISPLAY VOOR BORDUREN ■ Functies van de toetsen Met deze toetsen kunt u de grootte van het patroon wijzigen, het patroon roteren (draaien) enz. Opmerking • Sommige functies zijn niet beschikbaar bij bepaalde patronen. Als de toets lichtgrijs is, kunt u die functie niet gebruiken bij het geselecteerde patroon.
Pagina 191
DE STOF VOORBEREIDEN DE STOF VOORBEREIDEN VOORZICHTIG • Gebruik stof van minder dan 3 mm (ca. 1/8 inch) dik. Met stof van meer dan 3 mm (ca. 1/8 inch) dik breekt de naald wellicht. • Wanneer u werkt met lagen met dikkere wattering, is het aan te raden de persvoethoogte aan te passen in het borduurinstellingenscherm (zie hieronder).
Pagina 192
DE STOF VOORBEREIDEN Strijk de steunstof vast op de achterkant van de stof. a Bevestigingskant van de steunstof b Stof (achterkant) Memo • Borduurt u op dunne stof, zoals organdie of batist, of op ruwharige stof zoals badstof of corduroy? Dan krijgt u het beste resultaat met wateroplosbare steunstof (afzonderlijk verkrijgbaar).
Pagina 193
DE STOF VOORBEREIDEN Stof in het borduurraam plaatsen ■ Soorten borduurramen De soorten en nummers van de geleverde borduurramen verschillen per land en regio. Extra groot Groot Medium Borduurveld Borduurveld Borduurveld 30 cm × 18 cm 18 cm × 13 cm 10 cm ×...
Pagina 194
DE STOF VOORBEREIDEN ■ Stof plaatsen Draai de afstelschroef licht aan en trek aan de randen en de hoeken van de stof om de stof glad te trekken. Draai de schroef niet Opmerking los. • Als de stof los in het borduurraam zit, wordt het borduurontwerp niet goed genaaid.
Pagina 195
DE STOF VOORBEREIDEN Zet de afstelschroef in de oorspronkelijke Rek de stof enigszins, zodat vouwen en stand. kreukels verdwijnen. Plaats vervolgens het binnenraam in het buitenraam. Memo a Binnenraam • U kunt met de bijgesloten schroevendraaier b Buitenraam de afstelschroef van het raam vaster of losser draaien.
Pagina 196
DE STOF VOORBEREIDEN ■ Linten of band borduren Kleine stukjes stof, hoeken of Zet het lint of het band vast met dubbelzijdig randen en lint of band borduren plakband of textiellijm. Gebruik borduursteunstof voor extra steun. Verwijder de steunstof voorzichtig nadat u klaar bent met borduren.
Pagina 197
BORDUURRAAM BEVESTIGEN BORDUURRAAM BEVESTIGEN Opmerking • Wind de spoel op en plaats de spoel voordat u het borduurraam aanbrengt. Druk op de “Persvoettoets” om de persvoet Zet de raambevestigingshendel omlaag, op omhoog te zetten. gelijk niveau met het raam. Zo zet u het borduurraam vast in de Laat de borduurraamgeleider langs de borduurraamhouder.
Pagina 198
BORDUURRAAM BEVESTIGEN Trek het borduurraam naar u toe. E-18...
Pagina 199
POSITIE VAN HET PATROON CONTROLEREN POSITIE VAN HET PATROON CONTROLEREN Normaliter bevindt het patroon zich midden in het borduurraam. Als het patroon anders moet worden geplaatst op de stof kunt u de lay-out controleren alvorens u gaat borduren. Patroonpositie controleren Druk in op de toets voor de positie die u wilt controleren.
Pagina 200
POSITIE VAN HET PATROON CONTROLEREN Voorbeeld van het patroon bekijken Druk op → U ziet een voorbeeld van het patroon zoals het wordt geborduurd. Druk op om het borduurraam te kiezen dat in het voorbeeld wordt gebruikt. Ramen die lichtgrijs zijn weergegeven, kunt u niet selecteren.
Pagina 201
BORDUURPATROON NAAIEN BORDUURPATROON NAAIEN Aantrekkelijke afwerkingen borduren Bij het maken van mooi borduurwerk komen vele factoren kijken. Het gebruik van de juiste steunstof (zie pagina E-11) en bevestiging van de stof in het borduurraam (zie pagina E-13) zijn twee belangrijke factoren die we reeds hebben genoemd.
Pagina 202
BORDUURPATROON NAAIEN ■ Borduursteekplaatdeksel Borduurpatronen naaien Afhankelijk van het soort stof, steunstof of garen dat u gebruikt, kan de bovendraad onder bepaalde omstandigheden gaan lussen. Plaats in dat geval het bijgeleverde deksel op de steekplaat. Plaats hiertoe de twee uitsteeksels op de onderkant van het deksel Voorbeeld: in de inkepingen op de steekplaat, zoals hieronder aangegeven.
Pagina 203
BORDUURPATROON NAAIEN Zet de persvoet omlaag en druk vervolgens Herhaal dezelfde stappen voor het op de “Start/stoptoets” om te beginnen met borduren van de overige kleuren. borduren. Druk na vijf à zes steken nogmaals op de “Start/stoptoets” om de machine te stoppen. Knip de overtollige draad aan het eind van de naad af.
Pagina 204
BORDUURPATROON NAAIEN Strijk de steunstof vast op de achterkant van Plaats de basisstof op het borduurraam. het applicatiemateriaal. a Applicatiemateriaal (katoen, vilt, enz.) a Basisstof b Opstrijksteunstof Druk op de “Start/stoptoets” om de positie Plaats het applicatiemateriaal op het van de applicatie te naaien. borduurraam en druk vervolgens op de “Start/stoptoets”...
Pagina 205
BORDUURPATROON NAAIEN Druk op de “Start/stoptoets”. Memo • Sommige patronen tonen niet alle drie de applicatiestappen. Soms wordt de “APPLICATIE”-stap op het scherm getoond als een kleur. → Vervolgens wordt de applicatie voltooid. Verwissel de bovendraad en voer de rest van het borduurwerk uit.
Pagina 206
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN Opmerking • Stoot niet tegen de wagen van de borduurtafel of de persvoet wanneer u het borduurraam verwijdert of bevestigt. Anders wordt het patroon niet juist geborduurd. Ontgrendel de raambevestigingshendel en Als de onderdraad bijna op is verwijder het borduurraam.
Pagina 207
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN Druk op , of op Wanneer de draad afbreekt de naald het juiste aantal steken terug te tijdens het naaien zetten naar de plek waar de draad afbrak. Als u niet terug kunt gaan naar de plaats waar de Druk op de “Start/stoptoets”...
Pagina 208
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN Opnieuw beginnen vanaf het Borduren hervatten nadat u de begin machine hebt uitgezet De huidige kleur en het huidige steeknummer Druk op worden opgeslagen wanneer u stopt met borduren. De volgende keer dat u de machine aanzet, kunt u verdergaan met het patroon of het patroon wissen.
Pagina 209
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN Bevestig het borduurraam en druk op → Het vorige borduurscherm dat werd weergegeven voordat de machine werd uitgeschakeld, verschijnt. Memo • Als u een nieuwe borduurpatroon wilt starten, drukt u op zodat het patroonkeuzescherm verschijnt. Ga door met borduren. a Steeknummer wanneer het borduren wordt hervat Borduren E-29...
Pagina 210
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN Druk op Draadspanning aanpassen Bij het borduren moet u de draadspanning zo instellen dat de bovendraad net zichtbaar is aan de achterkant van de stof. ■ Juiste draadspanning Het patroon is zichtbaar aan de achterkant van de stof.
Pagina 211
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN Als u de spoelspanning wilt aanpassen voor de Druk op om de spanning van de borduurfunctie met het spoelhuis (geen bovendraad hoger te zetten. (De kleurmarkering op de schroef), draait u de spanningwaarde wordt hoger.) sleufschroef (-) met een kleine schroevendraaier. a Draai geen kruiskopschroef (+).
Pagina 212
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN ■ Onderdraad is te strak Druk op De bovendraad lijkt aan de voorkant omhoog te komen, lussen te vormen, en de onderdraad is niet zichtbaar aan de achterkant van de stof. a Voorkant b Achterkant Draai dan de sleufschroef (-) ca. 30 - 45 graden tegen de klok in om de spoelspanning te verlagen.
Pagina 213
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN ■ Selecteren beneden welke lengte Opmerking overspringende steken niet worden • Wanneer deze functie is ingeschakeld, gebruik afgeknipt dan de ballpointnaald 75/11 om patronen te borduren met korte overspringende steken, Wanneer de draadknipfunctie is ingeschakeld, zoals letters. Wanneer u andere naalden gebruikt, breekt de draad mogelijk.
Pagina 214
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN Wanneer het garennummer #123 wordt Memo • “spm” is het aantal steken dat per minuut weergegeven, selecteert u met wordt geborduurd. zes borduurgarenmerken die hieronder zijn • Stel een lagere snelheid in wanneer u aangegeven. borduurt op dunne, dikke of zware stof. •...
Pagina 215
AANPASSINGEN TIJDENS HET BORDUREN “Borduurraamscherm” wijzigen Druk op In “Borduurraamscherm” wijzigt u met de display van het borduurraam. U hebt 16 mogelijkheden. Voor het optionele borduurraam. a Borduurgebied extra groot borduurraam 30 cm × 18 cm (12 inch × 7 inch) b Middenmarkering c Borduurgebied groot borduurraam 18 cm ×...
Pagina 216
BORDUURPATROON WIJZIGEN BORDUURPATROON WIJZIGEN VOORZICHTIG • Wanneer u een patroon hebt gewijzigd, controleer dan op de display welke borduurramen u kunt gebruiken en neem een geschikt borduurraam. Als u een borduurraam gebruikt dat niet op de display wordt aangegeven, kan de persvoet het raam raken en daardoor letsel veroorzaken. Patroon verplaatsen Druk op om het patroon te verplaatsen in...
Pagina 217
BORDUURPATROON WIJZIGEN Markeer de plaats waar u wilt beginnen met Druk op borduren op de stof (zie afbeelding). zorgt u dat de naald en de markering op de stof op hetzelfde punt komen. Dan begint u met het borduren van het patroon. Druk op Grootte van patroon wijzigen Druk op...
Pagina 218
BORDUURPATROON WIJZIGEN Patroon roteren Druk op a Grootte van patroon Selecteer de rotatiehoek voor het patroon. Druk op om het patroon 90 graden naar links Memo te draaien. • Sommige patronen of letters kunt u meer vergroten dan andere patronen. Druk op om het patroon 90 graden naar •...
Pagina 219
BORDUURPATROON WIJZIGEN Horizontaal gespiegeld patroon maken Druk op totdat deze toets er uitziet als om een horizontaal spiegelbeeld van het geselecteerde patroon te maken. Druk nogmaals om het patroon terug te zetten in de oorspronkelijke stand. a Rotatiehoek 0° Memo •...
Pagina 220
BORDUURPATROON WIJZIGEN Steekdichtheid wijzigen (alleen letter- en kaderpatronen) Voor sommige letter- en kaderpatronen kunt u de steekdichtheid wijzigen. U kunt een instelling opgeven tussen 80% en 120% in stappen van 5%. a Normaal b Fijn (steken dichter op elkaar) Druk op c Grof (steken verder uit elkaar) →...
Pagina 221
BORDUURPATROON WIJZIGEN Wanneer een letter is genaaid, wijzigt u de Druk op garenkleur en naait u de volgende letter. Druk op Verbonden letters borduren Volg onderstaande procedure om verbonden letters te borduren op één rij wanneer het hele patroon groter is dan het borduurraam. Voorbeeld: “DEF”...
Pagina 222
BORDUURPATROON WIJZIGEN Nadat u de letters hebt geborduurd, knipt u Druk op de draden royaal af. Vervolgens maakt u het borduurraam los en weer vast, zodat u de Druk op overige letters (“DEF”) kunt borduren. a Eind van het borduurwerk Zoals in stap selecteert u de letterpatronen voor “DEF”.
Pagina 223
BORDUURPATROON WIJZIGEN Lijn met de naald uit met het eind van het borduurwerk van het vorige patroon. Druk op de “Start/stoptoets” om te beginnen met het borduren van de → De garenkleur op het scherm wordt grijs resterende letters. weergegeven. Ononderbroken borduren (monochroom - met één kleur) U kunt een geselecteerd patroon selecteren in één...
Pagina 224
GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE Voorzorgsmaatregelen Memo • Gebruik een computer om borduurgegevens bestandsmappen aan te maken. • U kunt letters en cijfers gebruiken in de Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bestandsnamen. Als de bestandsnaam niet meer wanneer u borduurgegevens gebruikt die niet zijn dan acht tekens bevat, verschijnt de hele gemaakt en opgeslagen op deze machine.
Pagina 225
GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE • Maak geen mappen in “Verwisselbare schijf” op Druk op een computer. Steekgegevens die zijn opgeslagen in een map op “Verwisselbare schijf”, kunnen niet worden opgehaald door de machine. Druk op om terug te gaan naar het •...
Pagina 226
GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE Kies het patroon dat u wilt wissen. Memo • Als er voldoende geheugenruimte beschikbaar is nadat u het patroon hebt gewist, wordt het patroon dat u wilt opslaan daarna automatisch opgeslagen. Als er niet voldoende geheugenruimte beschikbaar is nadat u het patroon hebt gewist, herhaalt u bovenstaande stappen om nog een patroon uit het geheugen te wissen.
Pagina 227
GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE Plaats het USB-medium in de USB-poort Borduurpatronen opslaan op de van de machine. computer Met de bijgeleverde USB-kabel kunt u de machine aansluiten op uw computer en kunt u tijdelijk borduurpatronen ophalen van en opslaan in de map “Verwisselbare schijf”...
Pagina 228
GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE Druk op wanneer het patroon dat u Patronen ophalen uit het wilt opslaan zich in het borduurscherm geheugen van de machine bevindt. Druk op → De opgeslagen patronen worden op het scherm getoond. Druk op Druk op de toets van het borduurpatroon dat u wilt ophalen.
Pagina 229
GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE Ophalen van USB-media U kunt een specifiek borduurpatroon ophalen, direct van het USB-medium of uit een map op het USB-medium. Als het patroon zich in een map bevindt, controleert u elke map om het borduurpatroon te zoeken. Opmerking •...
Pagina 230
GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE Druk op Ophalen van de computer Sluit de USB-kabel aan op de betreffende USB-poort op de computer en op de machine (zie pagina E-47). Op de computer opent u “Computer (Deze computer)” en vervolgens gaat u naar “Verwisselbare schijf”.
Pagina 231
BORDUURAPPLICATIE BORDUURAPPLICATIE Breng een dun laagje textiellijm aan op de Applicatie maken met een achterkant van de applicatie die u hebt gemaakt in stap . Bevestig de applicatie kaderpatroon (1) op de vorm in de basisstof. U kunt met kaderpatronen met dezelfde grootte en dezelfde vorm een applicatie maken.
Pagina 232
BORDUURAPPLICATIE Verwijder het borduurraam uit de Applicatie maken met een borduurtafel en knip het patroon rondom de naad uit. kaderpatroon (2) Dit is een tweede methode om applicaties te maken met borduurpatronen. Bij deze methode hoeft u de stof in het borduurraam niet te verwisselen.
Pagina 233
BORDUURAPPLICATIE Bevestig het borduurraam weer op de Sluit het medium met daarop het gesplitste borduurtafel en borduur het patroon met de borduurpatroon dat u hebt gemaakt, aan op satijnsteken om de applicatie te maken. de machine. Selecteer vervolgens het gesplitste borduurpatroon dat u wilt borduren.
Pagina 234
BORDUURAPPLICATIE Druk op de “Start/stoptoets” om het Druk op patroongedeelte te borduren. Wanneer het borduren is afgelopen, verschijnt het volgende scherm. Druk op → Een scherm verschijnt waarop u een gedeelte van het gesplitste borduurpatroon kunt selecteren. Herhaal stap om de overige gedeelten van het patroon te borduren.
Pagina 236
EBorduren Hoofdstuk Borduurcombinatie UITLEG VAN FUNCTIES .......... 57 PATRONEN KIEZEN OM TE BEWERKEN ....58 Borduurpatronen kiezen/Brother “Exclusief”/ Bloemletter/Kader/Werken met de spoel........59 Letterpatronen kiezen...............59 PATRONEN BEWERKEN ......... 61 ■ Functies van de toetsen ............62 Patroon verplaatsen ..............63 Patroon roteren ................63 Grootte van patroon wijzigen ...........63...
Pagina 237
UITLEG VAN FUNCTIES UITLEG VAN FUNCTIES Met de “Borduurcombinatie”-functies kunt u borduurpatronen en letterpatronen combineren, de grootte van patronen wijzigen, patronen draaien en vele andere functies voor het aanpassen van patronen uitvoeren. Deze machine kan de volgende 9 functies uitvoeren. ■...
Pagina 238
“Basishandelingen” en druk op en vervolgens op om het onderstaande scherm weer te geven. a Borduurpatronen b Brother “Exclusief” c Bloemletterpatronen d Kaderpatronen e Letterpatronen f Patronen voor werken met de spoel (zie “Bijlage”) g In het geheugen opgeslagen patronen (zie pagina E-48)
Pagina 239
PATRONEN KIEZEN OM TE BEWERKEN Borduurpatronen kiezen/Brother Letterpatronen kiezen “Exclusief”/Bloemletter/Kader/ Wanneer u een letterpatroon kiest in het Werken met de spoel “Borduurcombinatie”-scherm, kunt u de lay-out van het patroon tegelijkertijd aanpassen. Selecteer de patrooncategorie. Druk op Zie “Werken met de spoel” in “Bijlage” voor meer informatie over patronen voor werken met de spoel.
Pagina 240
PATRONEN KIEZEN OM TE BEWERKEN Nadat u uw keuzes hebt gemaakt, drukt u Druk op om de lay-out van het patroon te wijzigen. Als de tekens van het patroon te klein zijn, drukt u om alle opgegeven letters weer te geven. →...
Pagina 241
PATRONEN BEWERKEN PATRONEN BEWERKEN a Geeft de grootte van het gehele combinatiepatroon aan. b Geeft de grootte aan van het patroon dat op dat moment is geselecteerd. c Geeft de afstand vanaf het midden van het kader aan. d Toont de kleurvolgorde en tijden van elke stap van het momenteel geselecteerde patroon. e Geeft aan hoeveel graden het patroon is gedraaid.
Pagina 242
PATRONEN BEWERKEN ■ Functies van de toetsen Display Toetsnaam Uitleg Pagina Vergrotentoets Druk op deze toets om het patroon op het scherm weer te geven op 200%. E-63 Garenkleurentoets Met deze toets wijzigt u de kleuren van het weergegeven patroon. E-67 Rotatietoets Met de rotatietoets draait u het patroon op het scherm.
Pagina 243
PATRONEN BEWERKEN Patroon verplaatsen Patronen op het scherm weergeven op 200% Voor meer bijzonderheden over het verplaatsen van het patroon, zie “Patroon verplaatsen” op pagina E-36. Druk op Patroon roteren Voor meer bijzonderheden over het draaien van het patroon, zie “Patroon roteren” op pagina E-38. Grootte van patroon wijzigen Voor meer bijzonderheden over het vergroten/verkleinen van het patroon, zie “Grootte...
Pagina 244
PATRONEN BEWERKEN Lay-out van letterpatroon wijzigen Spatiëring tussen letters wijzigen Druk op Druk op Druk op de toets van de lay-out die u wilt verandert u de spatiëring. borduren. Zie Pagina E-60 voor meer informatie over het Druk op om de ruimte tussen de letters te vergroten. kiezen van letters.
Pagina 245
PATRONEN BEWERKEN Spatiëring tussen letters Gecombineerde patronen verkleinen scheiden U kunt de spatiëring tussen letters verkleinen tot U kunt gecombineerde patronen scheiden om de 50% van de smalste letter in de groep. letterspatiëring aan te passen of de patronen afzonderlijk te bewerken nadat u alle letters hebt ingevoerd.
Pagina 246
PATRONEN BEWERKEN Selecteer met waar u het patroon Kleuren van letterpatronen wijzigen wilt scheiden en druk vervolgens op om het te scheiden. In dit voorbeeld wordt het patroon gescheiden tussen “T” en “a”. Druk op zodat u aan elke letter een draadkleur kunt toekennen.
Pagina 247
PATRONEN BEWERKEN Druk op om een nieuwe Verbonden letters borduren kleur te kiezen uit het kleurenpalet. U kunt verbonden letters (zie hieronder) in één rij Druk op als u de oorspronkelijke kleur terug weergeven wanneer het patroon buiten het wilt. Hebt u meerdere kleuren gewijzigd, dan borduurraam valt.
Pagina 248
Robison-Anton garenkleuren in de eigen kleurkaart. U kunt 300 Robison-Anton-garenkleurgegevens downloaden van onze website “ http://solutions.brother.com ”. Druk in het patroonbewerkscherm op en druk vervolgens op geeft u een viercijferige kleurcode op. Als u een fout maakt, drukt u op om het ingevoerde nummer te wissen.
Pagina 249
PATRONEN BEWERKEN Druk op om terug te gaan naar het Druk op oorspronkelijke scherm. a Garenmerk b Garenkleurnummer dat u hebt opgegeven ■ Een kleur van de lijst toevoegen aan → De geselecteerde garenkleur is ingesteld in de eigen de eigen kleurkaart kleurkaart.
Pagina 250
PATRONEN BEWERKEN Herhaal de vorige stappen totdat u alle gewenste garenkleuren hebt opgegeven. Opmerking • Op deze machine kunt u niet twee USB-media Als u een opgegeven kleur wilt verwijderen uit het tegelijk gebruiken. Wanneer u twee USB-media in palet, selecteert u de kleur die u wilt verwijderen en de machine steekt, wordt alleen het USB-medium vervolgens drukt u op dat u het eerst hebt geplaatst, gedetecteerd.
Pagina 251
PATRONEN BEWERKEN → Op de display wordt “Opslaan” weergegeven. Nadat Plaats het USB-medium met de eigen de gegevens zijn geladen naar de machine, keert u kleurkaart in de USB-poort. automatisch terug naar het oorspronkelijke scherm. Opmerking • Plaats of verwijder geen USB-medium wanneer “Opslaan”...
Pagina 252
PATRONEN BEWERKEN Druk op Herhaalpatronen ontwerpen ■ Herhaalpatronen naaien Met de randfunctie kunt u steken maken met herhaalpatronen. Ook kunt u de ruimte tussen de patronen aanpassen binnen een herhaalpatroon. Kies het patroon en druk op Druk op a Garenkleurkaartwijzigingstoets →...
Pagina 253
PATRONEN BEWERKEN Pas de spatiëring van het herhaalpatroon aan. Druk op om de spatiëring te vergroten. Druk op om de spatiëring te verkleinen. a Verticaal b Horizontaal c “Verticaal herhalen en wissen”-toetsen d Horizontaal herhalen en wissen”-toetsen e Spatiëringtoetsen → De patroonrichtingindicator verandert naar gelang de richting die u selecteert.
Pagina 254
PATRONEN BEWERKEN ■ Eén element van een herhaalpatroon Druk op herhalen Met de knipfunctie kunt u één element van een herhaalpatroon selecteren en alleen dit element herhalen. Met deze functie kunt u complexe herhaalpatronen ontwerpen. Selecteer de richting waarin het patroon wordt geknipt.
Pagina 255
PATRONEN BEWERKEN Druk op om het herhalen te stoppen. Opmerking • Als u een herhaalpatroon eenmaal in afzonderlijke elementen hebt geknipt, kunt u het niet herstellen tot het oorspronkelijke herhaalpatroon. • U kunt elk element afzonderlijk bewerken in het bewerkscherm. Zie “Gecombineerde borduurpatronen selecteren”...
Pagina 256
PATRONEN BEWERKEN Druk op Druk op Druk op Het patroon herhaaldelijk naaien Wanneer u het herhaalpatroon hebt gemaakt, plaatst u de stof opnieuw in het borduurraam en Druk op om de te naaien blijft u naaien voor het volgende patroon. draadmarkering weer te geven.
Pagina 257
PATRONEN BEWERKEN Creëer het herhaalpatroon met de Plaats de stof opnieuw in het borduurraam. draadmarkering midden in het eind van het patroon. Opmerking • Pas de positie van de stof aan zodat het (Zie “Draadmarkeringen toekennen” op borduurgebied voor het volgende patroon pagina E-75.) zich binnen het borduurgebied van het borduurvel bevindt.
Pagina 258
PATRONEN BEWERKEN Raak aan om het beginpunt in te Patroon kopiëren stellen op het midden van het patroon. Druk op Druk op → De kopie ligt boven op het originele patroon. Druk op de plaatsingstoetsen om het borduurraam te verplaatsen zodat de draadmarkering op de stof is uitgelijnd met het beginpunt.
Pagina 259
PATRONEN BEWERKEN Na het bewerken Druk op Om het patroon te combineren met andere patronen selecteert u (zie pagina E-80). Zie Pagina E-21 voor meer informatie over het naaien van patronen. Memo • Als u terug naar het bewerkscherm wilt na te hebben gedrukt, druk dan op Borduren E-79...
Pagina 260
PATRONEN COMBINEREN PATRONEN COMBINEREN Selecteer Gecombineerde patronen bewerken Voorbeeld: Letters combineren met een borduurpatroon en bewerken Druk op om een borduurpatroon te selecteren. Druk op E-80...
Pagina 261
PATRONEN COMBINEREN Druk op Selecteer en geef “Flower” op. Selecteer , druk op om hoofdletters/kleine letters te wisselen en voer de overige letters in. Druk op om de letters op te geven. → De letters die u invoert, worden getoond in het midden van het scherm.
Pagina 262
PATRONEN COMBINEREN Druk op om de kleur van de letters te Memo wijzigen. • Met selecteert u overlappende Zie Pagina E-67 voor meer informatie over het patronen die u niet kunt selecteren door wijzigen van de kleur. erop te klikken of door het scherm aan te raken.
Pagina 263
PATRONEN COMBINEREN Gecombineerde patronen naaien Borduur Gecombineerde patronen worden geborduurd in de volgorde waarin ze zijn ingevoerd. In dit voorbeeld is dit de volgorde: → Opmerking • Volg de aanwijzingen in “Borduurpatronen naaien” op pagina E-22. Borduur door de kleurvolgorde rechts in het scherm aan te houden.
Pagina 264
DIVERSE BORDUURFUNCTIES DIVERSE BORDUURFUNCTIES Druk op Ononderbroken borduren (monochroom - met één kleur) In het display “Afstand patroon - rijgsteek” U kunt een geselecteerd patroon selecteren in één kleur in plaats van meerdere kleuren. De machine geeft u met de afstand tussen pauzeert even, maar stopt niet tussen de kleuren patroon en rijgsteken op.
Pagina 265
GEBRUIK VAN DE GEHEUGENFUNCTIE Als u klaar bent met borduren, verwijdert u Memo de rijgsteken. • Als u de instelling wilt annuleren, drukt u op → De rijgsteken worden toegevoegd aan het begin van de naaivolgorde. Druk op de “Start/stoptoets” om te beginnen met borduren.
Pagina 267
Bijlage In dit gedeelte vindt u belangrijke informatie voor de bediening van deze machine. Lees dit gedeelte door. U vindt hier tips om problemen op te lossen en aanwijzingen hoe u kunt zorgen dat uw machine goed blijft werken. Paginanummers in dit gedeelte beginnen met “A”. De display en machine-illustratie kunnen iets afwijken naargelang het land of de regio.
Pagina 268
Bijlage Hoofdstuk Werken met de spoel WERKEN MET DE SPOEL ........... 3 VOORBEREIDINGEN VOOR HET WERKEN MET DE SPOEL ................ 3 Benodigde materialen ..............3 ■ Spoelhuis en spoelhuisdeksel ............. 3 ■ Onderdraad ................4 ■ Bovendraad ................4 ■ Naald ..................4 ■...
Pagina 269
WERKEN MET DE SPOEL WERKEN MET DE SPOEL U kunt fraai borduurwerk maken met een driedimensionaal uiterlijk door dikke of middelzware draad of lint op de spoel te winden, dat te dik is om te worden ingeregen in de naald van de machine. De decoratieve draad of het lint komt op de onderliggende kant van de stof terwijl u naait met de achterkant van de stof naar boven.
Pagina 270
VOORBEREIDINGEN VOOR HET WERKEN MET DE SPOEL ■ Onderdraad ■ Persvoet We raden u de volgende soorten draad aan voor het Naaisteken of decoratieve steken: monogramvoet werken met de spoel. “N” Borduurdraad of decoratieve draad nr. 5 of fijner Vrij naaien: Vrije open quiltvoet "O"...
Pagina 271
VOORBEREIDINGEN VOOR HET WERKEN MET DE SPOEL Veeg het spoelhuis (grijs) schoon met een Onderdraad voorbereiden zachte, pluisvrije doek. Plaats het spoelhuis zo dat de -markering Als u wilt werken met de spoel, moet u het op het spoelhuis zich tegenover de spoelhuis vervangen door het speciale spoelhuis ●-markering op de machine bevindt.
Pagina 272
VOORBEREIDINGEN VOOR HET WERKEN MET DE SPOEL Wind met de hand een decoratieve draad om Plaats de spoel met gewonden draad. de spoel. Wanneer u de spoel voor ongeveer Afhankelijk van het soort draad waarmee u werkt, 80% heeft opgewonden (zie onderstaande moet u voor de onderdraad wel of geen spanning afbeelding), knipt u de draad af.
Pagina 273
VOORBEREIDINGEN VOOR HET WERKEN MET DE SPOEL ■ Wanneer u geen spanning gebruikt Trek zachtjes aan de bovendraad om de onderdraad door de steekplaat naar boven voor de onderdraad te halen. Als de onderdraad op het proeflapje te strak is en het aanpassen van de spoelspanning niet helpt, moet u de draad niet door de spanningsveer leiden.
Pagina 274
VOORBEREIDINGEN VOOR HET WERKEN MET DE SPOEL Plaats het steekplaatdeksel en het spoelhuisdeksel met lipjes. Voor meer bijzonderheden over het installeren van het steekplaatdeksel, zie “Grijper reinigen” op pagina A-19. a Spoelhuisdeksel b Spoelhuisdeksel met lipjes VOORZICHTIG • Gebruik het spoelhuisdeksel met lipjes wanneer u werkt met de spoel, anders kan de draad verstrikt raken of de naald breken.
Pagina 275
NAAIEN MET DE SPOEL NAAIEN MET DE SPOEL Verhoog de bovendraadspanning. Voor Stof plaatsen en naaien werken met de spoel adviseren we een instelling voor de bovendraadspanning tussen 6 en 8. Opmerking Voor meer bijzonderheden over het draaien van • Voor werken met de spoel worden het patroon, zie “Draadspanning instellen”...
Pagina 276
NAAIEN MET DE SPOEL Zet de persvoet omhoog met de persvoethendel. Opmerking • Als de onderdraad niet omhoog komt, houd dan Plaats de stof met de achterkant naar boven de bovendraad vast zoals hieronder aangegeven om de onderdraad omhoog te trekken. onder de persvoet.
Pagina 277
NAAIEN MET DE SPOEL Wanneer u het eind van het stikgebied Aan de achterkant van de stof knoopt u met bereikt, stopt u de machine. de hand de boven- en onderdraad aan elkaar. Knip de overtollige draad af met een schaar.
Pagina 278
BORDUREN MET DE SPOEL BORDUREN MET DE SPOEL Als u een borduurpatroon voor het werken Patroon selecteren met de spoel wilt selecteren, drukt u op (Borduren). Opmerking • Bereid de machine voor op werken met de Opmerking spoel zoals wordt beschreven in “VOORBEREIDINGEN VOOR HET WERKEN •...
Pagina 279
BORDUREN MET DE SPOEL Opmerking VOORZICHTIG • Aangezien u bij het werken met de spoel aan de achterkant van de stof naait, wordt • Zorg dat u een borduurpatroon voor het werken het patroon in het scherm weergegeven als met de spoel selecteert wanneer u met de spoel een spiegelbeeld van het uiteindelijke werkt.
Pagina 280
BORDUREN MET DE SPOEL Trek aan de bovendraad om de onderdraad Beginnen met borduren door de stof naar boven te halen zoals hieronder aangegeven. Plaats de stof in de ring zodat de voorkant van de stof omlaag ligt met de steunstof erbovenop.
Pagina 281
BORDUREN MET DE SPOEL Stop de machine en knoop vervolgens de Verwijder de stof uit het borduurraam en bovendraad en onderdraad aan elkaar om controleer het voltooide borduurwerk. de draden vast te zetten. a Voorkant van de stof b Achterkant van de stof Ga verder met naaien om het patroon te voltooien.
Pagina 282
DRAADSPANNING AANPASSEN DRAADSPANNING AANPASSEN Nadat u een proeflapje hebt genaaid en de naairesultaten hebt gecontroleerd, past u zo nodig de draadspanningen aan. Na het aanpassen van de draadspanningen moet u opnieuw een proeflapje naaien om de naairesultaten te controleren. ■ Bovendraadspanning aanpassen Opmerking Wanneer u werkt met de spoel, raden we een instelling •...
Pagina 283
PROBLEEMOPLOSSING Hieronder worden verschillende oplossingen voor kleinere problemen beschreven. Als u het probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met uw dealer of de dichtstbijzijnde erkende Brother-dealer. ■ De draad is per ongeluk automatisch Trek de onderdraad enigszins strak door de draad naar links van de persvoet te houden.
Pagina 284
Bijlage Hoofdstuk Onderhoud en probleemoplossing ZORG EN ONDERHOUD ........19 Beperkingen op smeren ............19 Voorzorgsmaatregelen bij het opbergen van de machine ..19 LCD-display reinigen ...............19 Buitenkant van de machine reinigen ........19 Grijper reinigen ................19 De snijder reinigen in de buurt van het spoelhuis.....21 Over het onderhoudsbericht.............21 SCHERM AANPASSEN ..........
Pagina 285
ZORG EN ONDERHOUD ZORG EN ONDERHOUD VOORZICHTIG • Haal de stekker uit het stopcontact voordat u de naaimachine reinigt. Anders kunt u een elektrische schok krijgen of letsel oplopen. Beperkingen op smeren Buitenkant van de machine reinigen Om beschadiging van de machine te voorkomen Als de buitenkant van de naaimachine vuil is, is mag deze machine niet worden gesmeerd door de het raadzaam een doek enigszins te bevochtigen...
Pagina 286
ZORG EN ONDERHOUD Verwijder met het schoonmaakborsteltje of Zorg dat de aangegeven punten zijn uitgelijnd voordat u het spoelhuis installeert. een stofzuiger pluis en stof uit de grijper en onderdraadsensor en daar omheen. VOORZICHTIG • Gebruik nooit een spoelhuis met krassen. Anders kan de bovendraad verstrikt raken waardoor de naald misschien breekt of de naairesultaten minder goed worden.
Pagina 287
ZORG EN ONDERHOUD Draai met de bijgeleverde schroevendraaier De snijder reinigen in de buurt de normale steekplaat vast. van het spoelhuis De snijder onder de steekplaat moet worden gereinigd. Als zich stof of pluisjes vergaren op de snijder, is het moeilijk om de draad af te knippen wanneer u drukt op de "Draadkniptoets"...
Pagina 288
SCHERM AANPASSEN SCHERM AANPASSEN Helderheid van de Storing in druktoetsen schermweergave aanpassen Als het scherm niet goed reageert wanneer u op een toets drukt (de machine voert de functie niet Als het scherm niet echt helder is in bepaalde uit of voert een andere functie uit), volg dan omstandigheden, kunt u de helderheid van de onderstaande stappen om de reactie van de schermweergave aanpassen.
Pagina 289
Als de machine niet meer goed werkt, ga dan na of er mogelijk sprake is van onderstaande problemen, voordat u contact opneemt voor service. De meeste problemen kunt u namelijk zelf oplossen. Als u extra hulp nodig hebt, biedt Brother Solutions Center de laatste antwoorden op veel voorkomende vragen en tips. Ga naar “ http://solutions.brother.com ”.
Pagina 290
PROBLEEMOPLOSSING Houd de spoel op zijn plaats met uw vinger Draad verstrikt op achterkant van en leid de draad door de gleuf in de steekplaat. stof Houd de spoel omlaag met uw rechterhand en trek met uw linkerhand het uiteinde van de draad rond ■...
Pagina 291
PROBLEEMOPLOSSING Zet de persvoet omhoog met de Houd de draad in uw rechterhand en leid persvoethendel. de draad in de aangegeven richting door de draadgeleider. Als de persvoet niet omhoog staat, kunt u de machine niet goed inrijgen. Leid de draad omlaag, omhoog en Zet de naald omhoog door het handwiel vervolgens omlaag door de groef, zoals naar u toe te draaien (tegen de klok in),...
Pagina 292
PROBLEEMOPLOSSING Onjuiste draadspanning ■ Symptomen • Symptoom 1: Onderdraad is zichtbaar aan de voorkant van de stof. • Symptoom 2: Bovendraad ziet eruit als een rechte lijn aan de voorkant van de stof. • Symptoom 3: Bovendraad is zichtbaar aan de achterkant van de stof. •...
Pagina 293
PROBLEEMOPLOSSING Verwijder het spoelhuis. De stof zit vast in de machine en Verwijder eventuele draden die nog in het spoelhuis kan niet worden verwijderd zitten. Wanneer de stof vastzit in de naaimachine en niet kan worden verwijderd, is de draad mogelijk verstrikt onder de steekplaat.
Pagina 294
PROBLEEMOPLOSSING Til de steekplaat een stukje op, knip Plaats het spoelhuis zo dat de -markering eventuele verstrikte draad los en verwijder op het spoelhuis zich tegenover de ●-markering op de machine bevindt. de steekplaat. Verwijder de stof en draden van de steekplaat. Als u de stof nog niet kunt verwijderen nadat u deze stappen hebt uitgevoerd, neemt u contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde erkende servicecentrum.
Pagina 295
PROBLEEMOPLOSSING Steek de lipjes op het steekplaatdeksel in de Draai het handwiel langzaam naar u toe steekplaat. Schuif vervolgens het (tegen de klok in) en controleer vanaf alle steekplaatdeksel terug. kanten of de naald in het midden van het gat in de steekplaat neerkomt. Wanneer de naald de steekplaat raakt, verwijder dan de steekplaat en installeer hem opnieuw, te beginnen met stap...
Pagina 296
PROBLEEMOPLOSSING Lijst symptomen Probleem Oorzaak Oplossing Pagina De draad zit verstrikt aan Bovendraad is niet juist ingeregen. Raadpleeg de stappen voor het inrijgen van B-44 de achterkant van de stof. de naaimachine en rijg de machine juist in. Ongeschikte naald of draad voor gekozen stof. Controleer de tabel “Overzichtsschema van B-55 stoffen/draad/naald”.
Pagina 297
PROBLEEMOPLOSSING Probleem Oorzaak Oplossing Pagina Overgeslagen steken Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp. Vervang de naald. B-53 Ongeschikte naald of draad voor gekozen stof. Raadpleeg "Overzichtsschema B-55 stoffen/draad/naald". De machine is onjuist ingeregen. Raadpleeg de stappen voor het inrijgen van B-44 de naaimachine en rijg de machine juist in.
Pagina 298
PROBLEEMOPLOSSING Probleem Oorzaak Oplossing Pagina Hoog piepgeluid Draad of pluisjes zitten vast in de transporteur. Verwijder stof of pluisjes. A-19 tijdens het naaien Er zitten stukjes draad in de grijper vast. Reinig de grijper. A-19 Bovendraad is niet juist ingeregen. Raadpleeg de stappen voor het inrijgen van B-44 de naaimachine en rijg de machine juist in.
Pagina 299
PROBLEEMOPLOSSING Probleem Oorzaak Oplossing Pagina Borduurpatroon wordt Stof hangt van de tafel af. Als de stof van de tafel hangt tijdens het E-21 niet goed genaaid borduren, kan de borduurtafel niet vrij bewegen. Leg de stof zo neer dat ze niet van de tafel hangt (of houd de stof vast om te voorkomen dat ze gaat slepen).
Pagina 300
FOUTMELDINGEN FOUTMELDINGEN Als de naaimachine niet goed is afgesteld en u op de “Start/stoptoets” of de “Achteruitsteektoets” drukt, of als de bedieningsprocedure niet juist is, start de naaimachine niet. Er klinkt een alarmgeluid en er verschijnt een foutmelding op de display. Als er een foutmelding verschijnt, volgt u de aanwijzingen in de melding. Hieronder treft u een beschrijving van foutmeldingen aan.
Pagina 301
FOUTMELDINGEN Markerin Foutmeldingen Oorzaak/Oplossing Preventief onderhoud is aanbevolen. Dit bericht verschijnt wanneer de machine onderhoud nodig heeft. (zie pagina A-19) Zet de knoopsgathendel omhoog. Deze melding verschijnt wanneer de knoopsgathendel omlaag staat, u een andere steek dan een knoopsgat hebt geselecteerd en u op de “Start/stoptoets”...
Pagina 302
Dit USB-medium is incompatibel. Deze melding verschijnt wanneer u een incompatibel USB-medium gebruikt. Een lijst compatibele USB-media vindt u op “ http://solutions.brother.com ”. Verzenden via USB Deze melding verschijnt terwijl gegevens van het USB-medium worden overgebracht. Zet de machine uit en vervang de steekplaat.
Pagina 303
SPECIFICATIES SPECIFICATIES Artikel Specificatie Naaimachine en accessoires Afmetingen van machine Ca. 57,1 cm (B) × 33,2 cm (H) × 28,4 cm (D) (ca. 22-1/2 inch (doos 1 van 2) (B) × 13-1/16 inch (H) × 11-3/16 inch (D)) Afmetingen van de doos Ca.
Pagina 304
SOFTWARE-UPGRADE VOOR UW MACHINE Met een USB-medium of een computer kunt u software-upgrades voor uw naaimachine downloaden. Wanneer een upgradeprogramma beschikbaar is op “ http://solutions.brother.com ”, download de bestanden dan volgens de aanwijzingen op de website en onderstaande stappen. Opmerking •...
Pagina 305
SOFTWARE-UPGRADE VOOR UW MACHINE Upgrade-procedure met computer Zet de machine aan terwijl u op de "Automatisch inrijgentoets" drukt. → Het volgende scherm verschijnt op de display: Wanneer de melding verschijnt, drukt u op Druk op Sluit de USB-kabel aan op de betreffende USB-poort op de computer en op de machine.
Pagina 306
INDEX INDEX selecteren ..............E-3 E-58 verbonden letters ..............E-41 Aan elkaar zetten ..............S-36 wijzigen ................E-36 Aansluitpunt ................B-8 Borduurraamdisplay ..............E-35 Accessoireruimte ..............B-11 Borduurramen Accessoires bevestigen ................E-17 bijgeleverde accessoires ............B-11 gebruik van het borduurvel ........... E-15 optionele artikelen ...............
Pagina 307
INDEX Garenkleur ................E-34 Meerkleurentoets ............E-40 E-66 Garenkleurentoets ..........E-66 E-67 E-71 MY CUSTOM STITCH Gebruiksaanwijzingtoets ............A-23 functies van de toetsen ............S-105 Gepaspelde naad ..............S-30 gegevens opgeven ............... S-105 Grijper ..................A-19 ontwerpen ................S-103 Groeperentoets ............... S-108 ophalen ................
Pagina 308
INDEX Persvoethouder ............... B-9 B-51 Persvoethouderschroef ............... B-9 Terug naar begintoets ............... S-87 Persvoettoets ................B-10 Testtoets ..............S-107 S-110 Pijltjestoetsen ............ S-106 E-36 E-81 Transporteur ..............B-9 S-40 Plooien ..................S-29 Trenzen ..................S-60 Positie uitlijnen ................. E-36 Tweelingnaald ................B-47 Probleemoplossing ..............
Pagina 312
Ga naar voor productondersteuning en antwoorden op veelgestelde vragen (FAQs). Dutch 882-C50 Printed in Taiwan XF3631-001...