f
Selecteer het patroon en druk vervolgens op
om het op te slaan.
a
b
a U kunt de garenkleuren wijzigen.
b Selecteer enkele of drievoudige steken.
Memo
• U kunt de randen van het patroon inkorten
wanneer deze worden weergegeven.
g
Nadat de volgende melding is weergegeven,
druk op
.
Een scherm verschijnt waarop u een patroon kunt
selecteren uit het geheugen van de machine.
■ Een quiltrand borduren
a
Selecteer de opgeslagen gegevens uit het
geheugen van de machine.
Er worden een miniatuurafbeelding van de gehele
quiltrand en miniatuurafbeeldingen van de
onderdelen in elk gedeelte weergegeven.
b
Aangezien we in dit voorbeeld de quiltrand
borduren volgens de instructies op het
scherm, selecteert u de miniatuurafbeelding
voor de gehele quiltrand. En druk
vervolgens op
a
b
a Druk op deze toets om de quiltrand te borduren
volgens de instructies op het scherm. Het getal in
de linkeronderhoek geeft het totaalaantal
segmenten voor de quiltrand aan.
b Als u wilt borduren door de patroongedeelten
visueel uit te lijnen, druk op elk patroongedeelte
dat moet worden geborduurd.
U kunt zelf controleren waar en hoe vaak het
onderdeel wordt geborduurd aan de hand van de
code op een toets.
C: hoek (corner)
S: kant (side)
c
Plaats de quilt in het borduurraam met een
van de hoeken van de quiltrand binnen het
borduurgebied en bevestig vervolgens het
borduurraam.
BORDUURAPPLICATIE
.
C
S1
S2
3
137