BORDUURAPPLICATIE
g
Wanneer het borduren is voltooid en de
onderstaande melding wordt weergegeven,
druk op
Het volgende te borduren onderdeel wordt weergegeven.
h
Positioneer elk onderdeel en borduur het
volgens de instructies op het scherm.
Indien nodig wordt u gevraagd het beginpunt uit te
lijnen, het ontwerp te draaien en de quilt opnieuw in
het borduurraam te plaatsen.
c
b
a
c
a Wanneer u het randonderdeel borduurt
Gebruik de toetsen voor verplaatsing van het patroon om het
door de projector geprojecteerde beginpunt uit te lijnen met het
eindpunt van het vorige patroon en druk vervolgens op
Opmerking
• Voor een precieze positionering van het beginpunt
draait u het handwiel naar u toe om de naaldpositie
te controleren. Nadat u de naaldstand hebt
gecontroleerd, moet u met de toets "naald omhoog/
omlaag" de naald terug zetten in de hoogste stand.
Memo
• Als het volgende patroon kan worden geborduurd
zonder het project opnieuw in het raam te hoeven
plaatsen, worden er geen instructies op het
scherm weergegeven voor de uitlijning van het
beginpunt van het patroon. Het patroon zal
automatisch worden uitgelijnd met het beginpunt.
134
.
d
a
b
c
b
Draai het patroon om de hoek uit te lijnen met de referentielijn
en druk vervolgens op
b Wanneer u het randonderdeel borduurt vlak voor een hoek
Gebruik de toetsen voor verplaatsing van het patroon om het
door de projector geprojecteerde beginpunt uit te lijnen met het
eindpunt van het vorige patroon en druk vervolgens op
Lijn dan het punt linksonder (binnenhoek van het volgende te
borduren patroon) uit met de linkeronderhoek van de
referentielijnen. Als het patroon niet de goede hoek maakt,
draait u het. Als de lengte van het patroon niet overeenkomt,
vergroot of verkleint u het patroon zodat de punt linksonder zich
in de linkeronderhoek van de referentielijnen bevindt.
Nadat u de aanpassingen hebt uitgevoerd, druk op
a
.
a Binnenhoek van het volgende te borduren patroon
.
.
.