60
www.aeg.com
13.1 Wat moet u doen als...
Probleem
U kunt de oven niet inscha-
kelen of bedienen.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
Het lampje brandt niet.
De vleesthermometer werkt
niet.
Op het display verschijnt
F111.
Het display toont een fout-
code die niet in deze tabel
staat.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Mogelijke oorzaak
De oven is niet aangesloten
op een stopcontact of is niet
goed geïnstalleerd.
De oven staat uit.
De klok is niet ingesteld.
De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Automatische uitschakeling
is actief.
Het kinderslot is geacti-
veerd.
De zekering is doorgesla-
gen.
Het lampje is stuk.
De stekker van de vleesther-
mometer is niet goed in de
aansluiting gestoken.
De stekker van de vleesther-
mometer is niet goed in de
aansluiting gestoken.
Er is een elektrische fout.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
Oplossing
Controleer of de oven goed
is aangesloten op het stop-
contact (zie het aansluitdia-
gram indien beschikbaar).
Oven inschakelen.
Stel de klok in.
Zorg ervoor dat de instellin-
gen correct zijn.
Raadpleeg 'Automatisch uit-
schakelen'.
Raadpleeg "Het kinderslot
gebruiken".
Ga na of de zekering de oor-
zaak van de storing is. Als de
zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installa-
teur.
Vervang het lampje.
Steek de stekker van de
vleesthermometer zo ver
mogelijk in het stopcontact.
Steek de stekker van de
vleesthermometer zo ver
mogelijk in het stopcontact.
• Zet de oven uit via de
huiszekering of de veilig-
heidsschakelaar in de ze-
keringkast en schakel de-
ze weer in.
• Neem contact op met de
klantenservice wanneer
de foutcode opnieuw
wordt weergegeven.
Laat gerechten na het berei-
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.