Bedieningsorganen en controleaanduidingen
6
Bedieningsorganen en controleaanduidingen
1
Aan/uit-toets
2
Tank legen
3
Korventransport starten en stoppen
4
Temperatuurinformatie
5
Langzaam korventransport
6
Snel korventransport
7
Omschakeling naspoeltemperatuur (speciale uitrusting)
A
Boilertemperatuuraanduiding als de machine aan het vullen is of als u op toets 4 drukt
B
Tanktemperatuuraanduiding als de machine aan het vullen is of als u op toets 4 drukt
C
Controlelampje voor storing
D
Controlelampje voor te weinig wasmiddel of naglansmiddel
7
Bedrijf
7.1 Machine bedrijfsklaar maken
7.1.1 Vóór het inschakelen van de machine
Open de waterafsluitkraan ter plaatse.
Schakel de netschakelaar ter plaatse in.
Test voor uw eigen veiligheid de aardlekschakelaar (FI) ter plaatse door de testknop te activeren.
Open de machinedeur en controleer of alle zeven (vlakzeef, aanzuigzeven voor de de circulatiepomp en
de afvoerpomp), afscheidingsgordijnen en wasarmen aanwezig zijn.
Sluit de machinedeur.
Neem bij omgang met chemische middelen de veiligheidsvoorschriften en doserings-
aanwijzingen op de verpakking in acht.
Draag beschermende kleding, beschermende handschoenen en veiligheidsbril bij de
Waarschuwing
omgang met chemische middelen.
Meng geen verschillende reinigingsproducten door elkaar.
Controleer of in de reservoirs wasmiddel en naglansmiddel aanwezig is. Vul de reservoirs op tijd bij of
vervang de reservoirs op tijd zodat het wasresultaat niet verslechtert.
Zet de eventueel aanwezige zwenkbare tafelelementen (bijv. rollenbaan) vast in de werkpositie.
1
geeft aan dat er te weinig wasmiddel of naglansmiddel beschikbaar is als hiervoor reservoirs met zuigbuis
en niveaubewaking worden gebruikt.
Het controlelampje gaat knipperen zodra een reservoir leegraakt.
6
1