Installatie
8
Installatievoorschriften
Aansluiting
remweerstand
Bedrijf
remweerstand
Binaire ingangen /
binaire uitgangen
Storingsemissie
Geschakelde
inductiviteiten
Netfilter
Analoog setpoint
1) Fijndradige leidingen mogen niet zonder adereindhulzen worden gemonteerd.
8.1.1
Kabelbeveiliging en aardlekschakelaars
150
•
Kort de leidingen in tot de noodzakelijke lengte.
•
Gebruik twee nauw getwiste leidingen of één tweeaderige, afgeschermde
vermogenskabel. Doorsnede overeenkomstig de nominale uitgangsstroom van de regelaar.
•
Beveilig de remweerstand met een bimetaalrelais van uitschakelklasse 10 of 10A (aansluit-
schema). Stel de uitschakelstroom in overeenkomstig de technische gegevens van de
remweerstand.
•
Bij remweerstanden van de serie BW..-T kan als alternatief voor een bimetaalrelais de
geïntegreerde temperatuurschakelaar met een tweeaderige, afgeschermde kabel
worden aangesloten.
•
Remweerstanden met een vlakke bouwvorm hebben een interne thermische overbelas-
tingsbeveiliging (niet uitwisselbare smeltveiligheid). Monteer de remweerstanden met een
vlakke bouwvorm met een bijpassende aanrakingsbeveiliging.
•
Op de leidingen naar de remweerstanden staat bij nominaal bedrijf een hoge gelijkspanning
(ca. DC 900 V).
•
De oppervlakken van de remweerstanden bereiken bij belasting met P
Kies daarom eengeschikte inbouwplaats. Het is gebruikelijk dat remweerstanden bovenop de
schakelkast worden gemonteerd.
•
De binaire ingangen worden door optorelais potentiaalgescheiden.
•
De binaire uitgangen zijn kortsluitvast en bestand tegen een externe spanning van
max. 30 V (uitzondering: relaisuitgang DOØ1). Een externe spanning kan de binaire uitgangen
beschadigen.
•
Gebruik voor installaties conform de EMC-normen afgeschermde motorkabels of ferrietkernen
HD.
•
Gebruik ontstoringsmodules om magneetschakelaars, relais, magneetkleppen e.d. te
ontstoren.
•
De afstand tot de regelaar moet ten minste 150 mm bedragen.
Bij de frequentieregelaars MOVITRAC
maatregelen voldoen deze netzijdig aan de volgende grenswaardeklasse volgens EN55011:
•
1-fasige aansluiting: C1 / B kabelgebonden
•
3-fasige aansluiting: C2 / A
Er zijn geen EMC-grenswaarden gespecificeerd voor de storingsemissie bij elektriciteitsnetten
zonder geaard sterpunt (IT-stelsels). De effectiviteit van netfilters is sterk beperkt.
Gebruik voor de analoge setpointingang een potentiometer met R Ã 10 kÊ.
•
Installeer de smeltveiligheden aan het begin van de voedingskabel achter de
aftakking van het railsysteem (Æ Aansluitschema basisapparaat).
•
SEW-EURODRIVE adviseert om geen aardlekschakelaars te gebruiken. Als de
toepassing van een aardlekschakelaar (FI) toch is vereist voor de directe of indirecte
aanrakingsbeveiliging, moet de volgende aanwijzing conform EN 61800-5-1 in
acht worden genomen:
WAARSCHUWING!
Verkeerd type aardlekschakelaar geïnstalleerd.
Dood of zwaar letsel.
®
MOVITRAC
kan een gelijkstroom in de aardleiding veroorzaken. Als om veiligheids-
redenen in het geval van directe of indirecte aanraking een aardlekschakelaar (FI)
wordt gebruikt, is aan de kant van de voeding van de MOVITRAC
aardlekschakelaar (FI) van het type B toegestaan.
®
B is standaard een netfilter ingebouwd. Zonder extra
Systeemhandboek – MOVITRAC
hoge temperaturen.
nom
®
slechts een
®
B