6.11
Meermotorenaandrijving / groepsaandrijving
Groepsaandrijvingen zijn mechanisch losgekoppeld van elkaar (bijv. verschillende
transportbanden). De regelaar werkt in deze bedrijfssoort zonder slipcompensatie en
met een constante V/f-verhouding.
Meermotorenaandrijvingen zijn mechanisch met elkaar verbonden (bijv. kettingaandrij-
ving met meerdere motoren). Let op de aanwijzingen in het document "Meermotoren-
aandrijvingen".
6.11.1 Motorstromen
De som van de motorstromen mag de nominale uitgangsstroom van de regelaar niet
overschrijden.
6.11.2 Motorkabel
U kunt de toelaatbare totale lengte van alle parallel aangesloten motorkabels als volgt
berekenen:
I
totaal
l
totaal
l
max
n
6.11.3 Motorgrootte
De motoren van een groep mogen niet meer dan drie typegrootten uit elkaar liggen.
6.11.4 Uitgangsfilter
Bij kleine groepen met 2 ... 3 motoren is normaal geen uitgangsfilter nodig. De toepas-
sing van een uitgangsfilter HF... wordt noodzakelijk, als de maximale lengte van de
motorkabel (l
of grote parallel aangesloten motorkabellengten (l
verlies op de motorkabel de maximale lengte en niet de maximale waarde volgens de
tabel. De som van de nominale motorstromen mag de nominale doorgangsstroom van
het uitgangsfilter niet overschrijden.
Systeemhandboek – MOVITRAC
Meermotorenaandrijving / groepsaandrijving
I
≤
max
n
= totale kabellengte van de parallel aangesloten motorkabels
= aanbevolen maximumlengte van de motorkabel bij afzonderlijke aandrijving
= aantal parallel aangesloten motoren
) volgens de tabel niet voldoende is. Dit is mogelijk bij grote groepen (n)
max
®
B
Configuratie
). Dan begrenst het spannings-
totaal
6
125