Naar Printer
Configuration.
De status,
modelnaam en URI
van uw printer.
A.8
Het Apparaat Gebruiken Onder Linux
Printers Configureren
Het configuratiescherm bestaat uit twee tabbladen: Printers
en Classes.
Tabblad Printers
Klik op het pictogram van de printer links in het venster MFP
Configurator voor een overzicht van de printers die voor het
systeem zijn geconfigureerd.
Alle
geïnstalleerde
printers.
In het scherm vindt u de volgende knoppen:
• Refresh (Vernieuwen): de lijst met beschikbare printers
vernieuwen.
• Add Printer (Printer toevoegen): een nieuwe printer
toevoegen.
• Remove Printer (Printer verwijderen): de geselecteerde
printer verwijderen.
• Set as Default (Als standaard instellen): de huidige printer
instellen als standaardprinter.
• Stop/Start: de printer stoppen/starten.
• Test: een testpagina afdrukken om te controleren of de
printer goed werkt.
• Properties (Eigenschappen): eigenschappen van de printer
weergeven en wijzigen. Meer informatie vindt u op
pagina A.11.
Functieknoppen
voor printers.
Zie hieronder.